toch onontbeerlijk bij een artikel het betreffende tijdschrift te vermelden (p. 142 i.v. Hanot, Antw. tss.), en dat in zijn juiste vorm (zie Couvreur p. 135 n. 11 en p. 140); het heeft ook zijn nut de lezer de goede jaargang aan de hand te doen (p. 139 i.v. Ceulenaer). Een auteursnaam zonder fouten kan ons lang en vergeefs zoeken besparen (p. 141 Degroote, niet Groote, G. de; p. 143 K. de Clerck, niet De Klerck). De brochure van Van Eeghem over Van Duyse verscheen niet in K.V.A. (zie de oplossing van de afkorting op p. 139), maar afzonderlijk in de Xde reeks van de Gentse academie; hetzelfde geldt voor Schmook, Parijse beau in de Vde reeks.
Het boekje wordt met een namenregister besloten (p. 150-155).
Bij de lektuur trof mij vooral hoe oud sommige klachten zijn, die thans in de Vlaamse Beweging nog aktueel zijn; 1840: dat het landsbestuur zich uitsluitend bezighoudt met de Waalse ekonomie (p. 46); 1844: dat de zieken de taal van hun dokters niet verstaan (ibidem); 1847: dat de ‘partijzucht’ de vorming van een eenheidsfront onmogelijk maakt (p. 88); 1854: waarschuwingen tegen een te grote uitbreiding van Brussel (p. 110). De Vlamingen komen van zeer ver en de vraag kan gesteld worden of er eigenlijk van enige reële vooruitgang sprake is.
Eug. de Bock heeft zijn werk gekruid met vele deels amusante, deels onthutsende anekdoten en met vele merkwaardige citaten, die getuigen voor zijn rijke belezenheid. Uiteraard worden tijdens deze verkenningen de figuren, werken, tijdschriften en kranten slechts zeer schematisch, soms met één enkel trekje geschetst. Laten we hopen dat dit mag volstaan om jonge krachten te stimuleren langer stil te blijven staan bij deze gebeurtenissen uit een dieptepunt van onze kultuur, bij deze vaak zeer idealistische mannen (en vrouwen), die een naar lichaam en geest berooid volk niet alleen wilden verheffen, maar zelfs - zoals zij het uitdrukten - aanspraken lieten gelden op zijn onsterfelijke toekomst.
R. Lievens