Prijsvraag
Directeuren van Teylers Stichting en de Leden van Teylers Tweede Genootschap hebben besloten voor het jaar 1959 de volgende prijsvraag uit te schrijven:
Gevraagd wordt een studie over de Stroomgedichten uit de 17e en 18e eeuw (Vondel, van Velden, Lambert van den Bosch, Antonides, Smits, van Winter en event. anderen).
Verlangd wordt in het algemeen een omschrijving van het genre, een tekening van de ontwikkeling daarvan, een onderzoek van de bronnen, van verwantschap en verschil met de Hofdichten en de Arcadia's, en van de rol van het mythologische en allegorische element in de tekst en de bijgevoegde platen. Daarnaast in het bijzonder een behandeling en een historisch-literaire waardering der afzonderlijke Stroomgedichten en van hun plaats in het oeuvre hunner dichters en in de letterkunde van hun tijd.
De prijs bestaat, indien naar het oordeel der Directeuren de omstandigheden dat gedogen, in een gouden erepenning, op de stempel des Genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van vierhonderd gulden, of, zo de bekroonde daaraan de voorkeur mocht geven in een som gelds ten bedrage van vierhonderd gulden.
Om voor beoordeling in aanmerking te komen moeten de antwoorden worden ingezonden vóór 1 januari 1961.
De antwoorden moeten in het Nederlands, Frans, Engels of Hoogduits geschreven zijn, hetzij met een schrijfmachine, hetzij in Latijnse letters, goed leesbaar, door een andere hand dan die van de inzender. Zij moeten, zonder naam en alleen met een spreuk ondertekend, vergezeld van een verzegeld couvert, dezelfde spreuk ten opschrift voerend en van binnen des schrijvers naam en woonplaats behelzend, gezonden worden aan Directeuren van TEYLERS STICHTING, Fundatiehuis Damstraat 21 te Haarlem. Zij moeten binnen de bepaalde tijd in hun geheel worden ingezonden; antwoorden, waaraan bij de inlevering enig gedeelte ontbreekt, zullen tot het dingen naar de ereprijs niet worden toegelaten.