Bij de ou-diftongering in het Nederlands
1. Als aanvulling bij noot 2), Ts 64, 125, over de benaming sluufeend ‘kleine, schrale eend’ (‘minor est anate’ zegt Junius), kan nog gewezen worden op het woord smient. Dit is immers een verholen samenstelling *smê-ent ‘kleine eend’, op dezelfde wijze gevormd en met ten naastebij dezelfde betekenis als sluuf-eend. Ook het verbreidingsgebied van sluuf-eend valt binnen dat van smient, dat echter behalve in Holland ook in de andere Ingwaeoonse kustgebieden voorkomt. Ik geloof dus dat er veel voor te zeggen is om sluuf- met sluw te identificeren.
2. Een oe uit ol kan ook de Zeeuwse plaatsnaam Zoutelande, uitgesproken Zoetelande, hebben. Dat hier niet het woord zout, maar het woord zoet in zou zitten, is onwaarschijnlijk. Immers gm. ô voor dentalen levert een lange oe op, en ou wordt alleen gebruikt als spelling van een korte oe.
K. Heeroma