Nogmaals lukraak
In Ts 63, 153 heb ik lukraak verklaard als een elliptisch zinnetje: luk, raak, d.w.z. is er luk dan is er raak, heb je geluk dan tref je doel. Sedertdien heb ik verschillende parallel gevormde uitdrukkingen gevonden en ik wil deze hier nog even naar voren brengen, eensdeels ter versteviging van mijn hypothese, anderdeels omdat, naar het mij voorkomt, de bedoelde uitdrukkingen tot dusver verkeerd zijn verklaard. Allereerst dan rust roest (sedert A. v.d. Venne, ao. 1635), waarnaast uitvoeriger vormen voorkomen als rust ick, soo roest ick (bij R. Visscher, Sinnep.). Dit loopt dus volkomen parallel met lukt het zo raakt het naast lukraak. De betekenis van rust roest zal dan ook niet zijn ‘rust is roest’, zoals WNT 13, 821 wil, maar ‘waar rust is, is roest’ of ‘als er rust is, komt er roest’. Ook Stoett (Spreekw. no. 1964) schijnt, evenals het WNT. in rust roest een gelijkstelling van twee begrippen te zien, alhans hij citeert ten onrechte als parallelvoorbeelden bv. Ehestand, Wehestand, Schwiegermutter, Tigermutter, e.d. Wel komt daarentegen voor vergelijking met rust roest, en dus ook met lukraak, in aanmerking de eveneens door Stoett geciteerde uitdrukking vrijheid blijheid, immers ook hierbij moet men wel denken aan een betekenis ‘als er vrijheid is, is er blijheid’. Tenslotte kan waarschijnlijk nog als parallel genoemd worden goedkoop duurkoop, ‘als het goedkoop is, is het duurkoop’. Alleen bestaat de elliptische zin hier dan niet uit twee znw., waar uit twee bnw.
De meer uitgebreide uitdrukking lukraak boter in de as, die vooral bekend is uit Bredero's Stommen Ridder vs. 1950, is indertijd door Oudemans, met voorzichtige instemming geciteerd in WNT 8, 3312, verklaard door de toelichting ‘Bij het droopen van vleesch, dat aan 't spit werd gebraden, was het bij een onhandigen kok licht lukraak de boter de asch’, waarbij lukraak dan opgevat wordt als ‘in 't wilde weg’. Ook dit lijkt mij bij nadere overweging niet juist. Naast boter in de as kan men uitdrukkingen plaatsen als het