‘Dats...’, zoodat ‘teekenen’ dan als subst. kan opgevat worden - ‘teekenen van verren’ wordt in astrologisch verband volgens Verd. dikwijls gebruikt (Mnl W VIII, 183).
Tegen deze verandering heb ik echter enkele bedenkingen. Aanvaarden we even de verandering, dan moeten we met den uitgever aannemen, dat de zin met ‘So dat...’ afhangt van den betrekkelijken bijzin Vs. 1614 vlg: ‘Die int risen ende int beten Waren up die selve stont’, wat vertaald zou luiden: ‘en (zij) stelden den stand van zijn planeten vast, die toen opkwamen en ondergingen, ... zoodat de teekenen van verre... in hun machtssfeer stonden’. Is de consecutieve zin niet eerder afhankelijk van den hoofdzin: ‘en (zij) stelden den stand van zijn planeten vast, die... ondergingen, ..., zoodat zij (met het gevolg, dat zij) opteekenen, dat de goede... sterren in hun machtssfeer stonden’?
Niet juist is het - wat ook uit de verandering voortvloeit - aan te nemen, dat Vs. 1618 ‘die goede nutte sterren’ de verklaring zou zijn van ‘die teekenen van verren’; immers ook ‘die quade sterren’ Vs. 1621 zijn ‘teekenen van verren’. Nu is inderdaad de uitdrukking ‘So dat si teekenen van verren’ ongewoon, maar evenals de sterren ver verwijderd zijn van de menschen (‘teekenen’ als subst.), wonen omgekeerd de menschen ver van de sterren; ik vermoed, dat het spreken over de verre sterren den dichter het rijmwoord op ‘sterren’ nl. ‘verren’ opgedrongen heeft, en dat de zin hier eenigszins onder geleden heeft.
Er blijft nog over, dat in twee van de drie varianten (C en L) de praesensvorm staat in plaats van het imperfectum; alleen het Haagsche hs. heeft het imperfectum, maar van een ander werkwoord: ‘telleden’. M.i. geven beide werkwoorden een goeden zin: met ‘tekenen’ (MnlW VIII, 191 onder 6: opteekenen, vaststellen): ‘zoodat ze vaststellen, dat de goede... sterren...’ en met ‘tellen’ (MnlW VIII, 206 onder 1 tellen, niet alleen in de bet. van ‘opsommen’, maar ook ‘berekenen, uitrekenen’ calculare): ,zoodat ze berekenden, dat de goede... sterren...’. Wanneer er dan iets veranderd zou moeten worden, dan zou ik ‘teekenen’ veranderen in ‘teekenden’, in welke richting ook de variant H wijst. Kortom uit alles blijkt, dat alle af-