Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 61
(1942)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 135]
| |
Kleine tekstverbeteringen in ‘Die Borchgravinne van Vergi’Zowel de volledige vertaling van ‘Die Borchgravinne van Vergi’ als de tweede vertaling in het Gentse fragment zijn slechts in één afschrift bewaard. Sinds lang is het bekend dat die teksten niet vrij van fouten zijn: M. de VriesGa naar voetnoot1), W. de VreeseGa naar voetnoot2) en J. VerdamGa naar voetnoot3) hebben reeds menige plaats overtuigend verbeterd. Deze emendaties zijn in de uitgave van Stoett (1892) grotendeels overgenomen of vermeld. Een herlezing van deze tekst gaf mij aanleiding tot de volgende aanvullingen:
vs. 40 Daer toe saghent vele liede.
M.i. liever, als bijzin aansluitend bij de vorige verzen: Daert toe saghen vele liede.
vs. 131 hadden 1. hadde, want als object volgt: Des ridders minne (vs. 133).
vs. 200 Des te nacht quam toe.
1. Tes de (of die) nacht quam toe.
vs. 336-337 Hier heeft Stoett de m.i. aannemelijke emendatie van M. de Vries (by mijnre trouwen en die ghi mint) niet overgenomen. vs. 584-585 Want ic u ghetrouwe vinde,
Van dat ic niet en kinde.
De tweede regel geeft geen gezonde zin. De bedoeling zal toch zijn: sedert (of: zo lang als) ik u kende. De n van niet zal in elk geval u moeten zijn, terwijl daarop dan ie, of mogelijk iet, volgde. De ontkenning en moet dan geschrapt worden. vs. 612 beedde voor bedde staat niet op zich zelf, want de kopiïst schrijft in vs. 190 ic been voor: ic ben (nog eens in vs. 688!) en wiist voor wist in vs. 707. Toch is die zonderlinge schrijfwijze waarschijnlijk een vergissing. | |
[pagina 136]
| |
vs. 673 enichsins werd door Verdam (Mnl. Wdb. V, 1259) terecht verbeterd in: negeenssins. Dicht daarbij staat eveneens een klaarblijkelijke fout (vs. 683), door Verdam, maar nog niet door Stoett opgemerkt: hertoghe moet zijn: hertoghinne. vs. 704 wilder 1. wilde. vs. 732-733[regelnummer]
Dat de sake, die ic weet,
U te vertellen niet en steet.
Na Dat moet mi ingevoegd worden (vgl. dezelfde constructie in vs. 747). Het volgende U heeft de kopiïst in de war gebracht. vs. 781 Hoewel de verwarring van of en ofte in het Mnl. meer voorkomt, lijkt het mij waarschijnlijker dat het origineel in dit verband Of en niet Ofte gehad heeft. vs. 818 Maer grote pine doet haer verdrach. Hier heeft Verdam (Mnl. Wdb.) voorgesteld, te lezen: ende verdrach (= leed, verdriet), waardoor het vers duidelijk wordt. vs. 847[regelnummer]
Neen ghi, vrouwe, dese tale
Es gheloefliic wale.
M. de Vries heeft hier ghi ingevoegd, en blijkbaar de tweede regel ironisch opgevat. In verband met Neen zou ik de voorkeur geven aan een volgende ontkenning, dus En es of Nes. vs. 964 Ende l. En. vs. 982 custe l. custese of (naar het voorafgaande helsese): cussese. vs. 989 Nu helpt god: 1. helpe. vs. 996-997[regelnummer]
Van meerre rouwe, dan si
Heeft ghemaect 1. ghesmaect.
In het Gentse fragment (vs. 12) heeft W. de Vreese (t.a.p. blz. 75) een overtuigende verbetering voorgeslagen. In plaats van O mine minne leest hij Om mine minne, waarna dan ‘node ic gewages’ als tussenzin volgt. Daaraan kan ik nog een verbetering van vs. 29 toevoegen. Ende ten minen is onverklaarbaar. Het Frans heeft par tens. Lees dus: ten terminen (grafisch uit tʾminen). Een bevestiging geeft vs. 260, waar het woord termine = tijd, tijdstip voorkomt.
Utrecht. C.G.N. de Vooys |
|