Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 54
(1935)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 54. E.J. Brill, Leiden 1935
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8427
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 54 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1935. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 50: het nootteken bij noot 2) ontbrak in de lopende tekst, de redactie heeft dit alsnog geplaatst.
p. 92: de noottekst bij noot 1) ontbreekt. De redactie heeft de verwijzing verwijderd.
p. 95: het nootteken bij noot 3) ontbrak in de lopende tekst, de redactie heeft dit alsnog geplaatst.
p. 126: het nootteken bij noot 6) ontbrak in de lopende tekst. De redactie heeft dit onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
p. 309: op deze pagina staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen worden weergegeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. IV ) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT VOOR NEDERLANDSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE
[pagina II]
REDACTIE:
Dr. W.L. de Vreese |
Dr. G.G. kloeke |
Dr. J. de Vries |
Dr. A. Zijderveld |
Dr. J.A.N. Knuttel |
Dr. A. Beets |
Dr. A.A. van Rijnbach |
Dr. J. Heinsius |
Dr. J.W. Muller |
[pagina III]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN
VIER EN VIJFTIGSTE DEEL
LEIDEN
E.J. BRILL
1935
[pagina V]
INHOUD
Blz. | |||||
---|---|---|---|---|---|
bezoen, h.l., Maastrichtsch Kreye | 244 | ||||
enklaar, d.th., Broeder Aernout, Broeder Everaert en Zuster Lutgaert. Met een facsimile | 129 | ||||
fokkema, k., De Friese woorden bij Kiliaan | 210 | ||||
heeroma, k. Gans en Goes | 87 | ||||
kazemier, g., Versbouw in Bredero's ‘Spaanschen Brabander’ | 299 | ||||
kloeke, g., Ingvaeonismen ook in Gouda? | 82 | ||||
kloeke, g., Pieper = ‘Aardappel’ | 85 | ||||
kloeke, g., Doe als vrouwelijk pronomen | 83 | ||||
kloeke, g., Complicaties bij het Nederlandse taalgeographisch onderzoek (met vier kaartjes) | 245 | ||||
kloeke, g., Naschrift (met twee kaartjes) | 273 | ||||
knuttel, j.a.n., Een merkwaardig geval van plagiaat | 86 | ||||
meertens, p.j., Mnl. duse | 243 | ||||
muller, j.w., Reinaert-studiën, (vervolg van Dl. LIII, blz. 167) | |||||
III. | Aernout en Willem | ||||
C. | De tijds- en plaatsbepaling van Reinaert I, A en B | 28 | |||
1. | Hulsterloo en Criekenpit | 30 | |||
2. | Hijfte | 45 | |||
3. | Boloys | 48 | |||
4. | Portaengen (Bartanghen), Pol(l)ane(n), Portegale | 50 | |||
5. | Jufroet of G(i)eli(j)s? - Bedevaart of kruistocht | 89 | |||
6. | Deken Herman | 99 | |||
7. | Slotsom | 105 | |||
muller, j.w., Naschrift | 127 | ||||
salverda de grave, j.j., ‘Op de eerste plaats’ | 236 | ||||
schönfeld, m., Wiltenburg | 1 |
[pagina VI]
Blz. | |||
---|---|---|---|
de vooys, c.g.n., Bijdragen tot de Middelnederlandse woordgeografie en woord-chronologie | |||
II. | De vertalingen van Tondalus' Visioen en St. Patricius' Vagevuur | 15 | |
III. | De vertaling van het ‘Moralium Dogma Philosophorum’: Middelnederfrankies of Middelnederlands? | 24 | |
IV. | Is de bewerker van ‘Dat Scaecspel’ een Hollander of een West-Vlaming? | 280 | |
V. | De Historie van Alexander | 289 | |
de vooys, c.g.n., Het abele spel van Lanseloet, door Zeeuwse Rederijkers ten tonele gebracht? | 297 | ||
de vries, jan, Studiën over Germaansche Mythologie. | |||
IX. | De oudnoorsche god Heimdallr | 53 | |
X. | Bilrǫst en Gjallarbrú | 77 | |
zijderveld, a., De poëzie der Tachtigers in het licht van het symbolisme | 183 | ||
ingekomen boeken | 316 |
ILLUSTRATIES
Facsimile: Centraal Museum Utrecht, no. 264 (fragment) | 136 | |||
Taalkaarten van de Leidse Taalatlas | ||||
Nr. 24 a | Kaart van ‘rug’ (K. Heeroma) | 275 | ||
25 b | Kaart van ‘erwt’ en ‘verf’ (K. Heeroma) | 275 | ||
33 | Kaart van het participium ‘gegoten’ (A.R. Hol) | 247 | ||
34 | Kaart van het pronomen ‘gij’ (A.R. Hol) | 248 | ||
35 | De ‘mannelijke eend’ in de Nederlandse dialekten (Ja. Chra. Kroes) | Tegenover 245 | ||
36 | Combinatie van ‘muis’ en ‘gij’ (G. Kloeke) | 268 |