Drie parabelen van Cyrillus in het Spaansch
Op blz. 591 van het 67ste deel der groote serie Biblioteca de autores españoles kan men drie ‘romances’ vinden van den Spaanschen geleerde en dichter Joaquin Lorenzo Villanueva (geb. 1757 te Játiva, overl. in 1837 te Dublin, waarheen hij om politieke redenen was uitgeweken), die navolgingen zijn van drie der Apólogos morales de S. Cirilo, een vertaling van het Speculum sapientiae, dat op naam staat van Cyrillus, bij ons in het Middelnederlandsch bewerkt en bekend als de Parabelen van Cyrillus.
Deze drie ‘romances’ zijn een aanvulling van hoofdstuk V van het proefschrift van Dr. Lelij (Amstd. 1932) over de Parabelen van C. in het Mnl.
Ter plaatse, waar we de Sp. romances lezen, heeft de geleerde bewerker, Don Leopoldo Augusto de Cueto, de aanteekening gegeven, dat ‘S. Cirilo el filósofo floreció en el siglo XI’. Dit pleit tegen het auteurschap van S. Cyrillus, den Slavenapostel, die immers niet in de 11de, maar in de 9de eeuw leefde.
Weet men van den nog onzekeren Cyrillus in Spanje meer? De rijke literatuur van dat land, met zijn tallooze soms ongerepte herinneringen aan de Middeleeuwen, is voor dit soort vraagstukken vaak een niet te versmaden bron.
De romances zijn La Paloma, La Hormiga en El Gallo, die resp. bij mej. Lelij zijn: de vertelling 1) van de blenckende duve in dat slic (blz. 74), 2) van de mier en de nachtegaal (blz. 55), 3) van den haan en den vos (blz. 57).
Groningen.
g.a. nauta.