Het huwelik is hier de verbinding van ‘Nuttigheid’ en ‘Reên’ (vs. 1008), van ‘'t gemack’ en ‘'t fraei’ (1012).
vs. 1188: sijn' onbesproken lust. Met ‘ongecritiseerde’ is het adjektief minder juist weergegeven. De bedoeling is: waar niets op te zeggen valt, onschuldige.
vs. 1248: Het onse is m.i. niet onderwerp, maar voorwerp. De bedoeling is: volken die er erger aan toe zijn dan het onze.
vs. 1267-68: Eymael's verklaring ‘te zijner tijd toekwam’ kan doen onderstellen dat hij den toom als onderwerp opvat, maar de leste kan moeielik Datief zijn. Er staat dus dat Willem III's optreden het bestuur van het Vaderland ten goede zou komen.
vs. 1301: In leer (trap) schuilt wellicht een woordspeling met leer: lering, les.
vs. 1314: Mieren-nest wekt eer de voorstelling van gewriemel dan ‘poppenkraam’.
vs. 1388: ‘Dit dient in letterlijken zin opgevat’, zegt Eymael. M.i. moet het juist figuurlik begrepen worden.
vs. 1396: De verklaring van E. bevredigt mij niet. Met de interest bedoelt Huygens de vruchten van het volgende jaar, die door zijn goedgunstigheid de gasten toegezegd worden, gewaarborgd blijven.
vs. 1427: buyck is te verbinden met maet.
vs. 1434: inspannen tegen: zich aangorden, te velde trekken tegen (Ned. Wdb. VI, 1951).
vs. 1507: d'oude roov' Een ‘litteeken’ (E.) wordt niet zo licht opengekrabd; wel een korst op de wond.
vs. 1610: meent wordt beter weergegeven met bedoelt, dan met ‘aantoont’ (E.).
vs. 1654: 't Vier is m.i. niet ‘warmte’, maar de jonge liefde, in tegenstelling met de ouderdom in de tweede vershelft.
vs. 1750: gaet an: tast toe, durf maar (vgl. vs. 1767). E. vertaalt ‘maak voort’.