Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 40
(1921)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
Kleine mededeelingen.206. Johannes in eodem blijven.Deze in het Ndl. Wdb. VII, 321 vermelde en aan Sartorius ontleende uitdrukking werd behalve met betrekking op personen die dom, niet vatbaar voor de schoone kunsten zijn, ook gebezigd in den zin van in denzelfden toestand blijven met betrekking tot eene zaak. Dit blijkt uit Andries Vierlingh's Tractaet van DyckagieGa naar voetnoot1), bl. 43: Het is wel waerachtich dat tselve sulcx wel houden sal doordien de stroom niet bedwongen en wort ende sulcx soetelijcken sijnen loop lancx de bermmen heeft, maer het is groote cost gedaen om geen aenwasschen te hebben ende te blijvene Joannes in eodem. - Bl. 380: Mocht ghij Johannes in eodem blijven, twaere noch goet, maer neen ghij: de plate sal u met den stroom uw voorlant opdrijven ende daernaer uwen berm omworpen. Tuinman kent de spreekwijze eveneens; zie I, bl. 26: Zo brengen de pelgrims van Sint Jakob wel schelpen, en van Lorette paternosters mede; maar zy zelf blyven Johannes in eodem, gelijk een kat die naar Engeland word gezonden, en maauw zegt, als zy weêr komt. - Hier wordt de uitdr. dus toegepast op personen in den zin van dezelfde blijven, de oude knecht blijven (Tuinman I, nal. 10; II, 90). Dat zij ook werd gebruikt met betrekking tot toestanden, blijkt uit Tuinman I, 195: t'Is 't oude deuntje, Johannes in eodem. Zie ook Harrebomée I, 353 en Woordenschat, 522: ‘t'Is semper Johannes in eodem, t'is altijd koekoek-éénzang; of ook, 't is altijd om geld en aalmoezen te doen: waarschijnlijk afkomstig van de oude Evangelietjes-lezers, die voor geld den goedgeloovigen zielen aanboden een kapitteltje voor te lezenGa naar voetnoot2); zie I Joh. 2:7’. In hoeverre dit laatste juist is, kan ik niet beslissen. De uitgevers van bovenvermeld Tractaet verklaren Johannes in eodem door: in hetzelfde hoofdstuk van het Evangelie of den brief van Johannes. - Zij zoeken dus eveneens verband met den bijbel. Ook elders was de uitdr. bekend, blijkens Wander II 1021: Er bleibt immer Johannes in eodem, und bessert sich nicht und singet das Weltliedlein.
Haarlem. f.a. stoett. |
|