wapen, beteeken, ndl. beamen, uit ‘wapenen, beteekenen, *beamenen’. Maar gletemen kan ook een denominatief zijn van *gleteme (evenals b.v. blixemen uit mnl. blixeme), dat in het Ohd. bestaat, nl. glizemo (Feist, Etym. Got. Wtb. 115), zooals ook got. glitmunjan een denominatief moet zijn van *glitmuni; vgl. lauhmuni, ‘bliksem’. Het ww. glitten, waarvan t.a. pl. ‘gletemen’ de variant is, was in het Mnl. reeds vroeger gevonden, en is in het Mnl. Wdb. met voorbeelden gestaafd.