Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 29
(1910)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
Hollandsche of Engelsche tooneelspelers te Neurenberg?In de laatste aflevering van het Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis (IX, 1, blz. 65) komen een paar aanteekeningen voor, door Prof. Dr. Max Seiffert te Berlijn gemaakt uit het archief der stad Neurenberg. De verdienstelijke geleerde maakte die aanteekeningen bekend, in de meening daardoor een dienst te bewijzen aan de geschiedenis van ons tooneel. Het zijn aanteekeningen uit de doopboeken van S. Sebald; zij luiden: ‘4 Sept. 1656, Jacob Peters, Comoetiant, bürtig von Bergen ob Som, in Holland. Sophia [Mutter]. Sidonia Barbara’ [Tochter]. ‘29 Dez. 1659. Georgius Jeliphus von Chelse in Middlsex bey Londen ein Comoediant. Maria di Roy von Urecht in Holland’ [folgt Name des Kindes]. Een Nederlandsch tooneelspeler Jacob Peters was tot nu toe onbekend. Evenmin weten wij, dat Nederlandsche tooneelspelers ooit in Neurenberg zijn opgetreden. Misschien komt dat nog eens aan het licht; misschien ook zal het blijken, dat Jakob Peters behoorde bij een gezelschap Engelsche komedianten, daar toch van die reizende troepen meermalen Nederlanders deel uitmaakten. In elk geval mogen wij vooralsnog uit de eerste aanteekening geene gevolgtrekking maken. De tweede aanteekening doelt zonder eenigen twijfel op Engelsche tooneelspelers. George Jeliphus, ook Jolifous genoemd, was een zeer bekend directeur van een Engelschen troep, die tot 1660 vooral in Zuid-Duitschland reisde. En Maria di Roy was natuurlijk een familielid van William Rowe, ook Wilhelm Rohe en Willem de Roo genoemd, die in 1645 met zijn gezin | |
[pagina 262]
| |
en zijn gezelschap in Utrecht woondeGa naar voetnoot1). Voor de geschiedenis der Engelsche komedianten in Duitschland is die aanteekening van Prof. Max Seiffert niet zonder belang; zij bewijst, dat de troepen van Jeliphus en van Rowe met elkander bekend waren, misschien zelfs, dat het gezelschap van Rowe zich in dat van Jeliphus heeft opgelost. Nu ik van Engelsche komedianten in Duitschland spreek, wil ik gaarne mijne mededeelingen over Engelsche tooneelspelers in ons land, die ik gaf in mijne Geschiedenis van het Drama en Tooneel (I, blz. 311-314), aanvullen met enkele feiten, die mij later bekend zijn geworden. Den 10den Febr. 1594 speelden Engelsche acteurs te UtrechtGa naar voetnoot2). In Nov. 1601 traden er Engelschen te Munster op, die beweerden, dat zij ook te Amsterdam hadden gespeeldGa naar voetnoot3). Verder vertelt Thomas Heywood in An Apology for actors (1612)Ga naar voetnoot4), dat door eene voorstelling van Engelsche tooneelspelers te Amsterdam eene misdaad werd ontdekt, die jaren geleden in die stad was bedreven. Tot nu toe wisten wij bijna niets af van het optreden der Engelschen te Amsterdam; de beide laatstgenoemde feiten brengen ons althans iets verder.
j.a. worp. |
|