Negerholl. Vutbaj.
Volgens Dr. D.C. Hesseling beteekent dit woord in het Negerhollandsch der Deensche Antillen: ‘jongen’, ‘bediende’, waarbij de schrijver van het boek over deze taal aanteekent, dat vutbaj het Engelsche footboy is, hetwelk hij echter niet in de lexica vermeld vindt, wel het Negerengelsche foetoe boi. Toevallig is het mij gelukt een bewijsplaats voor het Engelsche woord te vinden in het tijdschrift The Indian Antiquary XXXIII, p. 253 (jaarg. 1904). Daar wordt gesproken over de peons als volgt: ‘they runne bij his Palanchino or Elephant as foot boys’. Deze zin komt voor in een handschrift uit Engelsch-Indië, opgesteld tusschen 1669 en 1679. Er blijkt uit, dat toen foot boy in Engelsch-Indië dezelfde beteekenis had als ‘looper’ in onze Oost.
f.p.h. prick van wely.