Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 28
(1909)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 28. E.J. Brill, Leiden 1909
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8414
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 28 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1909.
redactionele ingrepen
p. 74: het nootteken bij noot 2 ontbrak in de lopende tekst, wij hebben deze alsnog geplaatst.
p. 165: op deze pagina staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 166, 176, 179, 189, 193, 196, 199, 203: de margenoten in sprekers zijn om technische redenen een regel lager geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p.IV) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
ACHT EN TWINTIGSTE DEEL.
NIEUWE REEKS, TWINTIGSTE DEEL.
BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1909.
[pagina II]
REDACTIE:
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
h.a.j. van swaay, De perfectiva simplicia in het Nederlandsch (Komen, blz. 2; Geven, blz. 8; Brengen, bl. 11; Nemen, blz. 16; *Queden, blz. 19; Laten, blz. 21; Vinden, blz. 28; Worden, blz. 30; Treffen, blz. 38; Krijgen, blz. 39; Koopen, blz. 42; Winnen, blz. 44; Naschrift (bij blz. 16), blz. 47) | 1-47 |
g.a. nauta, Geestader | 48 |
h.j.e. endepols, Bijdrage tot de eschatologische voorstellingen in de middeleeuwen | 49 |
h.a.j. van swaay, Naschrift (bij blz. 47 en bij blz. 28) | 111 |
f.p.h. prick van wely, Negerholl. Vutbaj | 112 |
jac. van ginneken s.j., De huidige stand der genealogische taalwetenschap | 113 |
jac. van ginneken s.j., Naschrift | 160 |
g.a. nauta, Song | 160 |
r. grisard, De Dobbelaar. Blijspel in drie bedrijven door Th. Asselijn. Naar het Haarlemsch handschrift, voor de eerste maal uitgegeven | 162 |
r. van der meulen rz., Hollando-russica | 206 |
g.a. nauta, Durus de Pascolis | 215 |
g.a. nauta, Bijschrift | 220 |
w. de vries, Methathesis van korte vocaal tusschen r en dentaal en aanneming van o-kleur. Rekking van or vóór dentaal. Umlaut van ur | 221 |
f.p.h. prick van wely, Mangga en Manggistan | 258 |
g. busken huet, Iets over Maskaroen | 262 |
n. van wijk, Baren | 274 |
n. van wijk, Langzaam | 275 |
k. ter laan, Laren | 276 |
j.w. muller, Een nieuw bericht omtrent Maerlant's leven en werken | 278 |
j.h. kern, Mndl. vuylst | 293 |
w.l. van helten, Over verscherping en verzachting van mutae | 295 |
w.l. van helten, Over de tweeërlei explosieve dentalen. | 305 |
j.j.a.a. frantzen, Een geschiedkundig gedicht van 1494. | 314 |