Tuckele.
Bij Kiliaan, en vermoedelijk - wat ik niet heb nagegaan - ook in menig woordenboek dat den woordenschat van het Etymologicum tot grondslag heeft genomen -, vindt men het bovengenoemde woord. Kiliaan's artikel luidt: Tuckele. Hol. Fris. .j. kekele. Stiria. In de uitgaaf van Van Hasselt wordt, als voorganger van Kiliaan, de Nomenclator van Hadr. Junius aangegeven, en inderdaad vindt men daar, óók in de eerste uitgave van 1567: Stiria .... B(elg.) IJskekele, tuckele, ijsdroppe (in uitg. 1577 blz. 256b). Er is geen twijfel aan of het woord is in de eerste uitgave van Junius eene drukfout geweest die in verdere drukken is blijven staan. Men leze iuckele en herkent dan het door Boekenoogen, Zaansche Volkstaal, 377 vermelde Holl. jeukel, ijskegel: Fri. jûkel; jökel; jöckel, enz. (zie t.a. pl.).
Leiden.
a. beets.