Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 27
(1908)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdRose, 3655.Suete Onfaen hadde al te lanc
Sijn lanevedereGa naar voetnoot2), daer hi met swane,
Datmen hem gedogede te gane
Met selken lieden ende die tonfane,
Dier hi niet en hadde te doene.
Volgens het Mnl. Wdb. IV, 112 is de beteekenis dezer regels: S.O. heeft veel te veel aan zijn snoer (eig. den riem waarmede hij zwaaide) gekregen, tot zijne zijde overgehaald, op zijne zijde, als vertaling van het fr. Bel Acueil a trop longue longe; l'en li a soffert à atraire tex gens dont il navoit que faire. Me dunkt, dat de hier aan lancveder toegekende beteekenis niet de juiste kan zijn, doch dat we eerder te denken hebben aan een band of riem, waaraan een jachtvogel wordt vastgehouden, in welken zin het mhd. lanc-vezzel, hd. langfessel alléén bekend is. Ook in het fr. is thans nog longe bekend als ‘lanière qu'on attache à la patte d'un faucon pour qu'il reste sur la perche.’ Het werkwoord swingen dwingt dunkt me tot deze, ook in het Mnl. Wdb. opgegeven, beteekenis. Immers swingen is de technische term voor vliegen, bepaaldelijk van valken. Vgl. Kiliaen, 658: swinghe, ala accipitris, aut alterius id genus avisGa naar voetnoot3), en F. Kluge, Unser Deutsch, 60 en 131, waar uit een bron van 1541 wordt medegedeeld, dat de vleugels der valken | |
[pagina 31]
| |
swingen genoemd worden; ook wordt aldaar vermeld, dat de kurtzen riemen, waaraan de valk vastzit, wurffriemenGa naar voetnoot1) en die langen riemen das lang gefäsz heeten. Thans kent het hd. nog sich schwingen uitsluitend van valken gezegd. Beide woorden langveter (-veder) en swingen zijn dus ontleend aan de valkenjacht, het vederspel. Bezien we de plaats uit dit oogpunt, dan krijgt ze een geheel andere beteekenis: ze wil dan zeggen: suete ontfaen had te veel vrijheid; de band, waaraan hij vloog was te lang; hij dient daarom wat korter gehouden te worden, zijne vrijheid moet wat worden beperkt, wat ook blijkt uit Rose vs. 3668, waar Scande zegt: Ic sal wachten ende nauwe pogen
Bat te hoedene Suete Onfane
Van te verre van mi te gane.
Amsterdam. f.a. stoett. |
|