Wijks woorden: ‘Wat “kort” en “lang” beteekent, dit kan men vinden bij Sievers, Grundz. der phon. 4 § 463: een vocaal is kort, als wij hem “unserer traditionellen Gewohnheit nach nicht dehnen können, ohne die typische Form des Wortes zu zerstören.” Volgens deze definitie zijn de klinkers van niet en doet kort.’ - Rekbaar zijn voor Struik en voor mij de klinkers alleen in zoover - maar zijn dan ook alle klinkers - als onder allerlei invloeden, die de declamator misschien beter dan de grammaticus zou weten op te sporen, meermalen een klinker langer wordt aangehouden - trouwens ook even goed korter - dan bij volkomen bedaard spreken op den onverschilligsten toon. Als normaal beschouw ik hier de quantiteit bij de laatste spreekwijs, en wel in pausa, want de verkortingen onder invloed van volgende lettergrepen zijn een zaak op zich zelf, die niet zoo licht af te handelen is. De rekbare klinkers kunnen bij ons niet tot de ééne groep der lange vereenigd worden, want daar de rekking hen gewoonlijk één trap langer maakt, zijn ze zoowel na als voor die rekking verschillend van lengte.
In de mij familiare uitspraak nu zijn de ie, oe en uu vóór r even lang als de (door r gewijzigde) ee, oo, eu in dezelfde positie en als de aa in elke positie, d.w.z. ongeveer een halve seconde of zelfs even langer (eenige schommeling blijft natuurlijk bij allen). Doch ie, oe, uu zijn niet eenvoudig kort in andere posities, maar vóór l, nasaal en spirans worden ze nog een weinig aangehouden, vóór explosiva in 't geheel niet, en als regel ook niet in den ‘Auslaut’, hoewel moe ‘vermoeid’ en ‘moeder’ en koe, soms ook knie, behalve met volkomen korte quantiteit (welke sommigen altijd spreken) ook wel met langere, tot volkomen lange toe, worden uitgesproken. De ee, oo, eu zijn volkomen lang, behalve vóór r, ook vóór l en nasaal; verder in den ‘Auslaut’, waar ee en eu echter eigenlijk diphthongen zijn; vóór spirans zijn ze een weinig korter, vóór explosiva nog wat korter, zoodat haar quantiteit daar gelijk wordt aan die van ie, oe, uu vóór l, en nasalen.
Bij S. zijn de volkomen vocalen ook vóór r het langst,