Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 25
(1906)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 314]
| |
Starter V.Starter's lied beginnende: Stil, stil een reys,
Ghy, die het blancke vleys,
En schoonheden van u Goddinnen prijst;
op de stemme: De Nieuwe LaboréGa naar voetnoot1) (uitg. van Vloten bl. 42-45) verraadt op vele plaatsen een sterke overeenkomst met twee liederen die afgedrukt zijn in de Roxburghe Ballads, edited by Ch. Hindley. Het eerste, in twee deelen, komt voor Deel I bl. 260-4, draagt tot titel: A Compleate Gentle-woman Described by her feature; Her person slender, her beauty admirable, her wit excellent, her carriage modest, her behaviour chast, with her constancie in love, en is geschreven To the Tune of Sabina. De maat is geheel anders dan die van Starter's lied zooals de twee volgende coupletten mogen bewijzen: Her rubie lips which doth inclose the tongue
From whence rare elegies are sweetly sung,
That may amaze,
That may amaze,
That may amaze each rurall swaine to heare
Her Siren Songs with voice so shrill and cleare.
Her Iuorie necke with golden gems compleate,
Her armes and shoulders framed fine and neate,
Her lilly hand,
Her lilly hand,
Her lilly hand and fingers long and small,
With slender wast and person some-what tall.
Het tweede, dat de bekoorlijkheden van eene bepaalde schoone | |
[pagina 315]
| |
bezingt, komt voor in Deel I, op blz. 272-279. draagt tot titel: Constant, faire, and fine Betty. Benig The Young-man's praise of a curious Creature. Faire shee was and faire indeed, And constant alwayes did proceed, en staat To the Tune of, Peggy went over Sea with a Souldier. Het bestaat eveneens uit twee gedeelten in 't laatste van welke de lofredenaar en de schoone tot een huwlijk komen, een element dat wij in Starter's lied niet vinden. Ook hier is de maat niet dezelfde zooals weer twee coupletten mogen bewijzen: She hath fine cherry cheekes
and sweet Corrall lips:
There is many one seekes
love with kisses and clips;
But she, like Diana,
flies their company;
She is my Tytana,
my pretty Bettie.
Her Chinne it is dimpled,
her visage is faire;
She is finely templed;
She is neat and rare:
If Hellen were living
She could not please me;
I ioy in praise giving
my pretty Betty.
De gedichten zijn te lang om hier af te drukken. Wie de Roxburghe Ballads raadpleegt zal zien dat Starter nergens de Engelsche dichters op den voet gevolgd is; dat er zeer vele afwijkingen bestaan; maar tevens dat er een mate van overeenkomst is die ons 't recht geeft te vermoeden dat de Hollandsche dichter de beide ‘ballads’ goed kende en ze, zij 't ook vaak van verre, navolgde. Starter vertoont ook hier weer de echt Engelsche gave om een onderwerp geheel te verwerken en tot het zijne te maken. ‘Appropriate things are meant to be appropriated!’
Groningen. a.e.h. swaen. |
|