Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 24
(1905)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 24. E.J. Brill, Leiden 1905
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. Ned. 12 8412
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 24 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit 1905.
redactionele ingrepen
p. 153: Op deze pagina staat een omgekeerde 5 in subscript. Omdat wij dit teken in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, hebben wij hier een een 5 geplaatst.
p. 159: op deze pagina staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 273: het nootteken bij noot 2 ontbrak in de lopende tekst. Wij hebben deze onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina I]
TIJDSCHRIFT
VOOR
NEDERLANDSCHE
TAAL- EN LETTERKUNDE,
UITGEGEVEN VANWEGE DE
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN.
VIER EN TWINTIGSTE DEEL.
NIEUWE REEKS, ZESTIENDE DEEL.
BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ
voorheen
E.J. BRILL.
LEIDEN - 1905.
[pagina II]
REDACTIE
De Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
[pagina III]
INHOUD.
Bladz. | |||
---|---|---|---|
a. kluyver, Mender | 1 | ||
n. van wijk, Naar aanleiding van het woord morgen | 7 | ||
c.g.n. de vooys, De legende ‘Van Sunte Maria Magdalena bekeringhe’ | 16 | ||
c.g.n. de vooys, Naschrift | 44 | ||
g. kalff, Onuitgegeven brieven van Bilderdijk aan Feith | 45 | ||
d.h.g. bellaard, Nieuwe fragmenten van Jacob van Maerlant's Spieghel Historiael | 104 | ||
d.c.h., Bokje | 158 | ||
w. zuidema, Shakespeare in Nederland | 159 | ||
I. | Eerst verknoeid en toen vertaald, blz. 159. | ||
II. | Hamlet-Torquatus, blz. 160. | ||
d.c. hesseling, Plak | 161 | ||
a. beets, Overscharig | 164 | ||
a. beets, Splitruiter | 167 | ||
j. verdam, De rijmen in Maerlant's Historie van Troyen. III. | 172 | ||
j. verdam, Naschrift | 196 | ||
p. leendertz jr., Een merkwaardige catalogus | 197 | ||
p.c. molhuysen, Brief van Jacob Cats aan Const. Huygens | 208 | ||
c.h. ebbinge wubben, Een nieuw handschrift van de bijbel van 1360 | 209 | ||
c.g.n. de vooys, Middeleeuwse tijdrekening | 211 | ||
j. daniels s.j., Anglosaxonica. II. Woelstówe gewald agan. III. Kantteekeningen op Miller's Bedavertaling | 218 |
[pagina IV]
Bladz. | |
---|---|
h.p.j. van alfen, Een vergeten werk van Dirc Potter | 225 |
a. beets, Iets (aan) zijn oogen klagen | 243 |
h. kern, Middeleeuwsche oorkonden uit Oldenzaal | 245 |
a.b., Heimwee | 260 |
w. zuidema, Theodore Rodenburgh (Slot) | 261 |
a.e.h. swaen, Starter IV | 301 |
c.c. uhlenbeck, Boekbespreking (Dr. Schrijnen, Inleiding enz.) | 309 |