Trouwen met juffer Catalijn.
In een tijd, waarin Huygens kon spotten met een gehangene (Korenbloemen IX, 124, X, 159), en Vondel (zoo de bezorger der Amersfoortsche hekeldichten-uitgave hem geen onrecht heeft gedaan) het even lage als afgrijselijke ‘Jonge Smout die sprong te kort’ kon schrijven - sprak het wel van zelf, dat het gemeen onuitputtelijk was in grappen over galg en strop. Zoo vond ik nu weer een mij nog onbekende in Bestebens tooneelstuk, Vlissingen Geus (1646). Den gevangen (en zooals men weet, gehangen) handlanger van Alva, Pacieco, wordt daar toegevoegd (blz. 15):
..... Ick hoop u Beul te zijn
En u te trouwen met me Juffrouw Catalijn.
De beteekenis is duidelijk. De oorsprong wordt het evenzeer, waar wij verder in 't zelfde stuk (blz. 50) met dezelfde bedoeling gezegd vinden: ‘trouwen met Juffrouw lijn.’ Dit toch is blijkbaar woordspeling met Lijn, verkorting van Catalijn (Katharina) en lijn = touw. En toen deze eenmaal in zwang was, ging men 't grappige(?) verhoogen door voluit Catalijn te zeggen. Misschien hangt hier meê samen wat ik eens, lang geleden, met dezelfde bedoeling hoorde zeggen: ‘hij is met Lijsje getrouwd’. Want toen Catalijne geheel verdrongen was door Katharina, Katrijn, Trijn, Trijntje, werd Lijn niet meer begrepen; en dat het volk telkens een veranderd woord door een ten naastenbij gelijkluidend vervangt, zonder zich veel om den zin te bekommeren, is overbekend.
w.z.