Omvisch.
(Tijdschr. 21, 318 vlg.).
Een synoniem van dit woord is door mij aangetroffen in rommeling, óók voor: ‘al wat men vangt behalve de visch waar 't om te doen is’ (t.a. pl., 319), ❘❘ De grootste aanbrengst ... dier visscherij (kolvisscherij op kabeljauw) is geweest 48 last, nl. 38 last kabeljauw en 10 last ‘rommeling’ als schelvisch, bot, koolvisch enz., De Visscherij bij IJsland, in Tijdschr. v.d. Vereen. Het Nederlandsche Zeewezen, 1ste Jaarg. (1902), blz. 187 b.
Leiden, 1903.
a. beets.