Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18
(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKokerellen.In een zeldzaam boekje van Adrianus Metius, getiteld Eeuwighe Handt-calendier (Amsterdam, 1627), dat zich in de Bibliotheek der Leidsche Universiteit bevindt, treft men de volgende merkwaardige passage aan: ‘Op den Sondagh Esto mihi (d.i. den Zondag vóór vastenavond), ende noch twee daghen langh vervolghende, is gheoorloft geweest teghens de droeflijcke ende aenstaende ghestadige vasten de Bachanalia te celebreren, die sy noemden Vasten-Avonts Hoven, houdende den selven dagh ende nacht met slampampen, dansen, springen, kakorellel [lees kakorellen] vermommen ende dierghelijcke: Naer welcke spel dat sy aenghevanghen ende begost hebben de Vasten, van assche Woensdagh af enz.Ga naar voetnoot1). Deze plaats is geheel overeenkomstig met de verklaring van Mellema in zijn ‘Schat der Duytsche Tale’, die cockerellen door celebrer quares meaux (quarremaux = vastenavond) vertaaltGa naar voetnoot2).
Leiden, April, 1899. m.m. kleerkooper. |
|