Spijkers op laag water zoeken.
Van Dale geeft van deze uitdrukking drie beteekenissen op, nl.: vitten, onbeduidende gronden aanvoeren en iets voorwenden, om iets te verbergen, dat niet goed is. Mij schijnt het juister ze weer te geven met: vitten, om zich, zooveel als mogelijk is, uit een moeilijkheid te redden.
Maakt men bij een beoordeeling van iets aanmerking op het minste of geringste, dan zal dat vitten worden genoemd; heeft men echter iets bv. in zijn geheel afgekeurd, kan men dat oordeel tegen de verdediging niet volhouden en zoekt men zijn heil in vitterijen, dan zal dát vitten worden genoemd: spijkers op laag water zoeken; op een dergelijk geval zal van Dales tweede beteekenis slaan. Zoo ook, wanneer men met iets, waarmee een ander geslaagd is, ongelukkig is geweest en men zijn figuur eenigszins tracht te redden door aanmerkingen van weinig of geen waarde op des anderen werk.
Dr. Kluyver is zoo vriendelijk geweest mij de eenige zich in het apparaat van het Woordenboek bevindende plaats mee te deelen; ze komt voor in P. van Limburg Brouwer, Het Leesgezelschap te Diepenbeek, hoofdstuk I. De kapitein is in een moeilijke positie; is de nieuwe mast klaar, dan moet hij vertrekken en - hij wil graag blijven; hij maakt nu aanmerkingen op elken mast, die hem wordt aangeboden; de stuurman echter begrijpt wel, dat het niets anders is dan ‘spijkers op laag water zoeken’. Hier is van Dales derde beteekenis van kracht mits men de woorden, dat niet goed is, late wegvallen.
Voor in een moeilijke positie verkeeren, aan den grond zitten, heeft het Engelsch: to be at low water (Conan Doyle, The sign of four, Penny library pag. 7 o.a.,) en ook bij Harrebomée vinden we: het is laag water (waarbij Van Lennep, Zeem. Wdb. voegt aan boord) en hij komt op laag water.
Harrebomée geeft ook op een uitdrukking, die moeilijk een