Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 17
(1898)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
Kaliber.Reeds vaak is het woord kaliber door de etymologen behandeld, maar zonder dat men ten slotte is gekomen tot ééne bepaalde meening omtrent de afkomst. Toch geloof ik, dat in hetgeen er tot dusverre over gezegd is, bijna alle gegevens zijn te vinden die men noodig heeft om de geschiedenis van dien term te reconstrueeren. In hoofdzaak zijn er drie verschillende verklaringen, en ééne daarvan is naar ik meen de ware. Sommigen hebben kaliber afgeleid uit het Arabische kâlab of kâlib, anderen uit aequilibrium, en één geleerde, nl. Mahn, uit qua libra. Die laatstgenoemde etymologie heeft de minste goedkeuring gevonden, zeker wel omdat hare juistheid in het geheel niet door Mahn wordt bewezen. Het kleine artikel in zijne Etymologische Untersuchungen (blz. 5) heeft al zeer weinig te beteekenen. Hij noemt een paar weinig zeggende bezwaren tegen de beide andere verklaringen, en beweert dan eenvoudig, dat kaliber, in het Fransch der 16de eeuw soms gespeld qualibre, ontstaan is uit qua libra, d.i. ‘von welchem Pfunde, von welchem Gewicht?’ Het zou dan allereerst de naam zijn geweest voor het gewicht van een kogel, daarna ook voor zijne middellijn, en ten slotte voor de middellijn van den loop waaruit de kogel geschoten wordt. Maar libra en pfund zijn namen van één bepaald gewicht, geen termen voor gewicht in het algemeen, en zoowel de Latijnsche uitdrukking qua libra als de Duitsche von welchem pfunde klinkt zonderling; de laatste zal men in het woordenboek van Grimm tevergeefs zoeken, en de eerste heeft vermoedelijk al evenmin ooit bestaan. In elk geval had Mahn niet van qua libra mogen spreken zonder te bewijzen dat dit in vroeger of later tijd gebruikelijk was geweest; en daarna had hij moeten betoogen dat het op kanonkogels was toegepast en tot kaliber geworden. Dit heeft hij niet gedaan, en vandaar dat zijne etymologie dikwijls ver- | |
[pagina 242]
| |
meld is, doch zelden bestreden en nooit door anderen aangenomen. Van veel meer gewicht is de afleiding uit het Arabisch, die reeds bij Ménage vermeld wordt (ao. 1694) in zijn artikel Calibre: ‘Mr. Herbelot l'aisné, homme savant dans les Langues Orientales, le dérive de l'Arabe calib, qui signifie moulle’. Deze etymologie is aangenomen door Diez, ook nadat Mahn er bezwaar tegen gemaakt had, door W. Grimm (D. Wtb. 2, 603), door Littré, en wat in dit geval meer zegt, door Engelmann in zijn Glossaire, in later tijd ook door Baist in Grundr. d. roman. Philol. (I, 708); door Devic wordt zij voor waarschijnlijk gehouden, en ook Murray zegt in het Engelsche woordenboek, hoewel met eenige aarzeling, dat het woord ‘qālib ... or some cognate derivative of qalaba has been suggested as the source’. Onder al die voorstanders van eene verklaring uit het Arabisch vindt men, Herbelot niet meegerekend, slechts twee Arabisten, nl. Devic en Engelmann. Hunne namen hebben hier meer gezag dan zelfs die van Diez, want voor zijne etymologieën uit het Arabisch moest de stichter der Romaansche philologie zich behelpen met lexica van de classieke taal, en van dat Arabisch waaruit, voornamelijk in Spanje, Romaansche woorden afkomstig zijn, had hij weinig kennis. Maar het was Dozy, die in den tweeden druk van het Glossaire met grooten nadruk zich verzette tegen de heerschende meening. Met Mahn verwerpt hij de afleiding van calibre uit câlab (of câlib), maar hij heeft daarvoor zijne redenen, want hij zegt: ‘L'accent ne permet pas de le dériver de câlab, et la signification de ce dernier mot ne convient pas non plus’. Wanneer de groote kenner der Spaansch-Arabische woorden zoo iets zegt, dan is er zeker alle aanleiding om de gewone verklaring te wantrouwen. Hij, die zooveel mogelijk alle woorden had nagegaan die uit het Arabisch in het Spaansch waren gekomen, vond in het accent van câlab een onoverkomelijk bezwaar. Blijkbaar waren hem geene andere voorbeelden bekend van gevallen, waarin het accent van het Arabische | |
[pagina 243]
| |
woord bij zijn overgang in het Spaansch eene lettergreep was versprongen, het hoofdaccent der eerste syllabe zou volgens hem bewaard zijn gebleven, en een vorm als sp. calibo of fr. calibre kon derhalve nooit uit câlab ontstaan. De bewering van Dozy wordt vermeld door Devic in zijn Supplément op Littré; hij acht het mogelijk dat Dozy gelijk heeft, maar meent toch te moeten twijfelen aan den absoluten regel dien Dozy geeft voor de onveranderlijkheid van het accent: ‘cette règle de la conservation de l'accent, sujette à plus d'une exception lorsqu'il s'agit du passage du latin aux langues romanes, n'est pas plus immuable dans le passage de l'arabe à l'espagnol’; hij verzuimt echter eenige duidelijk sprekende voorbeelden te geven. Evenmin als het accent acht hij de beteekenis van het Arabische woord een absoluut bezwaar, en hij beredeneert hoe die beteekenis van vorm, model zich met die van kaliber zou laten vereenigen. Ten slotte laat hij het bij een non liquet; wat Dozy heeft gezegd acht hij van belang, maar hij is er niet volkomen door overtuigd. Mij dunkt, dat het gevoelen van Dozy, wat de beteekenis van het woord aangaat, nog door andere overwegingen kan worden gesteund. Wat beteekent câlab? Uitvoeriger dan in het Glossaire beantwoordt hij die vraag in zijn Supplément aux dictionnaires arabes. Het is ontleend aan gr. ϰαλόπους, en wordt bij Pedro de Alcala dan ook vertaald met schoenmakersleest (horma de çapatero); het wordt gebruikt in den zin van een vorm waarop of waarin iets gemaakt wordt, en in verbinding met andere woorden is het ook de naam voor eene aldus gevormde zaak, b.v. een kaas, een suikerbrood. Het Arabische woord is ook in het Turksch overgegaan, en om te weten hoe het daarin wordt gebruikt, kan men vergelijken al wat er door Radloff van wordt gezegd in zijn Wörterb. der Türk-Dialecte (2, 245). Ook hier vindt men de beteekenis van leest, ook die van mutsebol, ook die van vorm waarin kaas of zeep wordt bewerkt, of waarin kaarsen of kogels worden gegoten; bovendien is het ook weer het voortbrengsel van die handeling, | |
[pagina 244]
| |
b.v. een stuk zeep. Uit het Turksch is het woord overgegaan in de meeste talen van Oost-Europa, en wel met het accent op de tweede lettergreep; in het bekende werk van Miklosich kan men er zich van overtuigen, dat het ook in die talen soortgelijke begrippen aanduidt. Was câlib ook in West-Europa doorgedrongen, dan had het moeten zijn door middel van het Spaansch. Indien hier, desnoods met verplaatsing van het accent, een vorm calíbe of calíbo uit arab. câlib was ontstaan, dan zou deze b.v. leest hebben beteekend, het begrip dat door Pedro de Alcala wordt opgegeven, doch daarvan is in het Spaansch niets te zien. Was het reeds spoedig een term van de artillerie geworden, dan kon het gebruikt zijn voor een vorm waarin looden kogels werden gegoten; dat ooit in dien zin een Spaansch woord calíbo is gebruikt, blijkt in het geheel niet. In de Spaansche wetten voor de Indische koloniën vindt men allerlei bepalingen uit de 16de en de 17de eeuw over de uitrusting der oorlogsvloot. Er moet op de schepen voorhanden zijn plomo para pelotas, maar de vormen waarin het gesmolten lood gegoten wordt, heeten moldes para pelotasGa naar voetnoot1), het woord calibo heb ik op geene enkele plaats kunnen vinden. Den vorm calibre vindt men in eene bepaling van 1573, waar sprake is van kanonnen: ‘docientas piezas, del peso, genero, y calibre mas conveniente’Ga naar voetnoot2), maar hier staat het woord in de thans en vroeger gewone beteekenis van kaliber. Naast calibre heeft het Spaansch echter toch ook een vorm calibo gehad, die door Diez en andere schrijvers altspanisch genoemd wordt, en die ook in de gewone Spaansche woordenboeken als verouderd wordt opgegeven. Men beweert dan, dat uit het Arabische woord eerst sp. calíbo is ontstaan, en dat de Spanjaarden zelf daarvan calibre hebben gemaakt, waarna die vorm calibre door het Fransch en Italiaansch is overgenomen (zie Baist t.a.p.). Iets geheel | |
[pagina 245]
| |
anders wordt gezegd in het woordenboek der Spaansche Academie van 1726, in het artikel Calibre; ‘es voz tomada del Frances calibre, y oy se dice tambien mui comunmente calibo.’ De beide Spaansche vormen calibre en calibo schijnen inderdaad nooit iets anders te hebben beteekend dan fr. calibre, zij schijnen daaraan te zijn ontleend; in dat geval zou calibo niets anders zijn dan eene Spaansche voorstelling van eene zoodanige uitspraak van het Fransche woord waarbij de r niet duidelijk werd gehoord, en de plaats waar die r staat in aanmerking genomen, is het dunkt mij zeer goed mogelijk dat zij niet altijd even duidelijk te verstaan was. Van den Spaanschen vorm calíbo is moeilijk te scheiden de vorm galibo en het daarbij behoorende werkwoord galibar, dat ook in het Portugeesch voorkomt in den vorm galivarGa naar voetnoot1). Dit galibo is een term in den scheepsbouw, het is het patroon of de mal waarnaar de deelen van een schip worden gemaakt (hetzelfde wat nu in het Fransch gewoonlijk heet gabarit), en galibar beteekent ‘een deel van het schip bewerken volgens den gegeven mal’ (in het Fransch heet dit gabarier, d.i. ‘façonner sur le gabarit)’, in het woordenboek van Barcia wordt het omschreven met ‘labrar una pieza de madera con arreglo al galibo’Ga naar voetnoot2). Volgens de opgave in het Glossaire nautique van Jal werd naast galibo in het Spaansch ook gebruikt garbo. Dit laatste is de Italiaansche term voor hetzelfde begrip, die in het oudere Fransch is overgenomen, eerst in den vorm garbe, waaruit later galbe is ontstaan; bij La Curne de Ste Palaye wordt in eene aanhaling, waarin van een schip gesproken wordt, gezegd: ‘Ils reconnurent à son garbe qu'il étoit Turc et de Salé;’ garbe be- | |
[pagina 246]
| |
teekent hier gabarit. Het Fransche garbe is overgenomen door het Provençaalsch in den vorm garbi; en gabarit, dat uit het Provençaalsch in het Fransch is overgegaan, zal waarschijnlijk ook met garbo in verband staan; bij Hatzfeld-Darmesteter wordt van fr. gabarit het volgende vermeld: ‘emprunté du provenç. moderne gabarrit, m.s. qui paraît sorti d'une confusion du radical de gabare avec celui de galbe;’ prov. gabarrit houdt men dus voor eene wijziging van garbo onder invloed van prov. gabarra. De oudere lexicografen vereenigen dit garbo en wat er bij behoort met sp. galibo, en beschouwen dit laatste als den ouderen vorm, dien zij dan afleiden uit het Arabische woord waaruit naar hunne bewering ook calibre is ontstaan. Maar hoe zal men garbo voor identiek met galíbo kunnen houden? Het accent maakt dit dunkt mij onmogelijk. Bij één schrijver heb ik de accentuatie gálibo gevonden, maar het was bij Miklosich (Die türkischen Elemente enz., tweede bijvoegsel, blz. 140); waarschijnlijk is dit eene fout, want in de Spaansche woordenboeken staat altijd galibo of galibo, en dit laatste staat volgens de regels der Spaansche accentuatie gelijk met het eerste. Indien het waar is, dat sp. calibo, zooals ik hierboven als mogelijk heb aangenomen, eene wijziging is van fr. calibre, en indien sp. galibo niet te scheiden is van sp. calibo, dan zou sp. galibo, dat een scheepsterm is, ten slotte evenzeer ontleend zijn aan fr. calibre. Dit is ook niet onmogelijk, want ook fr. calibre is niet alleen een term in de artillerie maar evenzeer in den scheepsbouw. Bij Aubin, in zijn Dictionnaire de marine (ao. 1702), wordt van calibre gezegd: ‘C'est un modèle qu'on fait pour la construction d'un vaisseau ..., c'est la même chose que gabarit.’ Dat de tenuis waarmede het Fransche woord begon, in het Spaansch soms is bewaard en soms in eene media is overgegaan, geeft stellig geenerlei bezwaar, en mijne conclusie is derhalve deze, dat men zich noch op sp. calíbo noch op sp. galibo kan beroepen, wanneer men wil bewijzen dat arab. câlib in het Spaansch is overgegaan. Want die beide Spaansche woorden zijn vermoedelijk ontleend aan | |
[pagina 247]
| |
fr. calibre, en dan moet het Arabische woord geheel buiten beschouwing blijven. Dozy heeft dit beweerd op grond van het accent, en mij dunkt dat zijn oordeel bevestigd wordt hoe aandachtiger men alles overweegt wat bij dit vraagstuk in aanmerking komt. Van het artikel van Dozy heb ik hierboven slechts een gedeelte aangehaald. Hij kende ook de afleiding van Mahn, en wel geeft hij hem geen gelijk, maar toch zegt hij: ‘quant à calibre, je crois avec M. Mahn qu'il faut en chercher l'origine, non pas dans l'arabe, mais dans le latin.’ Hij zinspeelt er dan vervolgens op dat het stamwoord van calibre zou kunnen zijn aequilibrium. Daarbij laat hij het, zooals men wel kan begrijpen. Voor hem komt het er slechts op aan uitdrukkelijk te verklaren, dat calibre geen Arabisch woord kan zijn, maar wat het dan wel is, dit wil hij door anderen laten beslissen. Toch heeft hij geantwoord op de bedenkingen van Devic die ik hierboven heb vermeld; hij verklaart zich daardoor niet overtuigd, en voegt er bij, dat het misschien van belang is te letten op de artikelen calibre en calibrer in het woordenboek van Victor (ao. 1609), waar calibre met Spaansche en Italiaansche uitdrukkingen voor aequilibrium wordt vertaald (zie Supplément etc. 2, 391). Hij blijft ook hier zeer voorzichtig, en spreekt geene bepaalde meening uit. Het allernieuwste Fransche woordenboek, dat van Hatzfeld-Darmesteter, doet evenals Dozy; het artikel Calibre begint hier aldus: ‘Emprunté de l'italien calibro ..., mot d'origine incertaine. L'arabe qālib, forme, moule, qu'on a proposé, n'est pas plus satisfaisant que la locution latine quā librā. Peut-étre altération de aequilibrium.’ Een van de redenen waarom deze geleerden evenmin als Dozy zeer stellig durven spreken, is waarschijnlijk het bezwaar dat reeds door Mahn tegen die verklaring is aangevoerd; hij zegt: ‘Einige leiten das Wort vom lat. aequilibrium, Gleichgewicht, ab, allein dies gab schon im Franz. équilibre, und das Gleichgewicht mehrerer Gegenstände ist nicht das bestimmte Gewicht oder die bestimmte Grösze eines Gegenstandes.’ Inderdaad, | |
[pagina 248]
| |
wanneer calibre oorspronkelijk had beteekend het gewicht van een kanonkogel, dan begrijpt men niet waarom dit genoemd zou zijn met een term voor evenwicht. Van een evenwicht is hier toch geen sprake in eigenlijken zin, en ook eene oneigenlijke toepassing van dat begrip laat zich hier niet bijzonder goed verklaren. Er is natuurlijk eene zekere proportie tusschen de middellijn van den mond van het kanon en de middellijn of het gewicht van den kogel, maar de afhankelijkheid van die grootheden kan men toch niet eene soort van équilibre noemen; dit klinkt onnatuurlijk, en vandaar zeker dat de verklaring van calibre uit aequilibrium door de schrijvers van het woordenboek alleen als eene mogelijkheid wordt gegeven bij gebrek aan beter; misschien is het slechts eene volksetymologie die reeds in het begin der 17de eeuw onder de woordenboekschrijvers was ontstaan, zooals men uit de werken van Victor en van Oudin zou afleiden. Intusschen wordt de formeele gelijkenis tusschen calibre en équilibre somtijds zeer groot; reeds Dozy had in het Glossaire vermeld, dat bij Jal eene plaats uit de 16de eeuw voorkomt waar voor calibre staat équalibre, en dienzelfden vorm équalibre vindt men voor équilibre in eene aanhaling uit dien zelfden tijd in het Supplément van Godefroy. De a is eene gewone vocaal in lettergrepen met ondergeschikten klemtoon, zij ontstaat uit een klinker die niet met volle duidelijkheid wordt uitgesproken: équalibre, in plaats van équilibre, zou dus eene min of meer slordige, alledaagsche uitspraak voorstellen. Indien dit équalibre nog verder tot qualibre kon overgaan, dan moet het geweest zijn in de taal van ongeletterde menschen, en de artilleristen der 15de en 16de eeuw hadden zeker aan iets anders te denken dan aan de nauwkeurige uitspraak van geleerde termen. Hoe het zij, dit staat vast, dat calibre en équilibre elkander als het ware ontmoeten in den vorm équalibre. Het Fransche woord was reeds in de 15de eeuw in gebruik, bij Hatzfeld-Darmesteter wordt eene plaats vermeld uit het jaar 1478. In de 16de eeuw is het niet alleen een gewone term bij | |
[pagina 249]
| |
de artillerie, maar ook de oneigenlijke opvatting als macht, kracht, beteekenis, moet destijds zeer bekend zijn geweest. In een werkje van 1585, getiteld Les neuf matinees, door den seigneur de Cholières, wordt (blz. 236) gezegd van een oud en impotent man: ‘il n'est plus du calibre d'Hercules,’ en calibre wordt (blz. 140) zelfs absoluut gebruikt in den zin van puberteit: ‘Nous voyons, que la voix vous muë dés que vous commencez à tendre aux approches du calibre.’ Bij Littré vindt men in eene aanhaling uit diezelfde periode: ‘la plupart des robes longues de ce qualibre.’ Dat overdrachtelijk gebruik zou onmogelijk zijn geweest, indien calibre in den meer eigenlijken zin zelden was voorgenomen. Ik geloof niet, dat het woord in de 16de en 17de eeuw in het Spaansch en Italiaansch even gebruikelijk was, en de verschillende vormen die het in het Italiaansch vertoont, calibro, colibro, colibrio, colibre, geven aanleiding te meer om te gelooven, dat het uit het Fransch in het Italiaansch is gekomen, en niet, zooals gewoonlijk wordt beweerd, ook bij Hatzfeld-Darmesteter, dat het door het Fransch aan het Italiaansch is ontleend. Ik wil dit nader toelichten door aanhalingen uit enkele technische werken uit de 16de en 17de eeuw. In een Italiaansch werk van 1606, groot 270 bladzijden, en getiteld La real Instruttione di artiglieri, geschreven door Eugenio Gentilini, komt het woord kaliber, indien ik goed heb gezien, geene enkele maal voor; toch handelt dit boek van het begin tot het einde over onderwerpen bij wier behandeling het begrip kaliber telkens te pas komt. In een veel grooter werk van ruim 320 bladzijden, getiteld Prattica manuale dell' artiglieria (ao. 1641), in het Italiaansch geschreven door Luigi Colliado, van geboorte een Spanjaard (zie blz. 60), vindt men colibre, maar in ééne bepaalde beteekenis, en wel die van methode of manier om het gewicht van een ijzeren, looden of steenen kogel te vinden waarvan de middellijn gegeven is. Hij beklaagt er zich over dat er eene groote verwarring bestaat in de ‘colibri, che adoperano i Bombardieri da trovare per il diametro della bocca, | |
[pagina 250]
| |
quante lire di Palla tira qualunque pezzo di Artiglieria’ (blz. 23), en hij heeft voor die berekening eene soort van mathematische constructie bedacht die hij noemt colibre geometrico. Voor het overige schijnt men van het woord kaliber in het Italiaansch geen gebruik te hebben gemaakt, en het verschil met het Fransch blijkt het duidelijkst door vergelijking met Fransche werken over hetzelfde onderwerp. Ik heb daartoe o.a. geraadpleegd eene Fransche vertaling van een Spaansch werk van Diego Ufano Velasco, waarvan ik het oorspronkelijke tot mijn leedwezen niet tot mijne beschikking kon krijgen; het heet Vraye instruction de l'artillerie et de toutes ses appartenances (ao. 1621). In dien Franschen tekst vindt men calibre telkens gebruikt, vooreerst voor den diameter van den mond van het kanon, en deze diameter is de eenheid van maat voor alle verdere afmetingen van het stuk; zoo b.v.: ‘La piece a en longueur huit calibres de sa bouche principale, la chambre... est large d'un tiers dudit calibre.... Le refort de metal de ladite chambre a en grosseur un tiers dudit calibre’ enz. (blz. 5). Elders (b.v. blz. 99 vlgg.) vindt men weer talrijke andere voorbeelden van afmetingen als ½, ⅞, 9/16 calibre. In het Italiaansch vindt men als eenheid van maat bocca; zoo zal men met een krommen passer den diameter van het stuk meten ter hoogte van de ooren, ‘e quivi troverai che haverà bocche due e tre quarti’ (Colliado, blz. 43). Voor die afmeting is calibre nog thans gewoon, en de grootte van het geschut wordt door middel daarvan aangeduid; men zal b.v. zeggen ‘une pièce du calibre de 4.’ Vroeger evenwel werd meestal het gewicht van den kogel als bepaling gebruikt, on ook dat gewicht werd in het Fransch calibre genoemd, b.v. ‘la pièce... estant de calibre de 120 lb.... il n'y faudra mettre de poudre que 29 lb.’ (Velasco blz. 5). Doch men zegt ook ‘un canon tirant 40. de fer,’ ‘un canon de huit livres de balle,’ en in het Spaansch evenzoo; b.v. ‘dos piezas de bronce... que tiraban cuarenta y cuatro libras de bala, y otra de trece libras’ (Mendoza, Comentarios IX, 13); even kort als het allerlaatste | |
[pagina 251]
| |
is in het Italiaansch b.v. ‘la colubrina da venti’, ‘il cannone da cinquanta’ (Gentilini, blz. 14 en 15), waarmede dan het gewicht van een ijzeren kogel wordt bedoeld. Ook hier derhalve spreekt alleen het Fransch van calibre. Evenals voor den diameter van den mond wordt ook voor dien van den kogel in het Fransch calibre gebruikt, b.v. ‘ayant ainsi trouvé le calibre de sa balle’ (Velasco blz. 104), in het Italiaansch zal men vinden diametro. In deze gevallen schijnt calibre dus alleen in het Fransch een gewone term te zijn geweest, het Spaansch en Italiaansch hadden er geene behoefte aan en drukten zich met gemak anders uit.Ga naar voetnoot1) Maar nu is er nog eene andere opvatting waarin het woord blijkbaar meer verspreid werd. Wie een kanon van bepaalde grootte had te bedienen, moest nauwkeurig weten hoe groot en hoe zwaar de daarbij passende kogel was; de middellijn van dien kogel moest even kleiner zijn dan die van den mond, en dat verschil mocht niet willekeurig worden genomen; het gewicht van den kogel moest men weten om te bepalen hoeveel kruit men voor het schot noodig had. Men gebruikte daarvoor meestal eene soort van koperen vierkanten maatstok; aan elke zijde was eene schaal afgebeeld, waarvan de opklimmende getallen het gewicht aanwezen van de ijzeren, looden of steenen kogels, waarvan de middellijnen gelijk waren aan de afstanden van de cijfers op de schaal tot aan het nulpunt. Vandaar dat het hoofdstuk daarover bij Velasco getiteld is: ‘Comment l'artillier entendra la reigle du calibre, pour prendre ses balles propres pour la piece,’ en bij Colliado: ‘Del Colibre geometrico, che si adopera per l'effetto di sapere la portata di Palla di qualunque pezzo di Artiglieria.’ Slaat men het artikel calibre op in het woordenboek der Spaansche Academie van 1726, dan vindt men als eerste beteekenis opge- | |
[pagina 252]
| |
geven: ‘es una vara ò regla de alaton en que estan señalados los diametros de las balas, assi de plomo, como de hierro, segun sus pesos.’ In een Nederlandsch werk over hetzelfde onderwerp, waarin het woord kaliber niet voorkomt, heet dit instrument de tal-stock of maet-stockGa naar voetnoot1). In het Engelsche woordenboek van Murray worden uit een Italiaansch werk van 1611 de namen calibro en colibro vermeld als onder de Italiaansche artilleristen gebruikelijk, en bij Jal vindt men de volgende aanhaling uit een vocabularium van 1614: ‘Colibrio è un instrumento col quale si conosce quante libre di palla porti ciascun pezzo d'artigliaria. Si chiama anco sagoma.’ Dit laatste woord staat ook bij Gentilini; fol. 2a geeft hij eene teekening en zegt, dat er bepaalde verhoudingen zijn tusschen den diameter van den kogel en zijn gewicht, ‘come la presente figura detta Sagoma particolarmente dimostra.’ Mij dunkt, men mag onderstellen dat sagoma de zuiver Italiaansche naam van dien maatstok is geweest, en dat colibre, calibro, colibro en colibrio door hun verschillenden vorm zoogoed als bewijzen dat zij aan fr. calibre zijn ontleend. Dit sagoma is het Latijnsche woord sacoma (gr. σὴϰωμα), en wordt verklaard als contrappeso, romano, het is het verschuifbare gewicht aan eene balans met een korten arm waaraan de last wordt opgehangen, en een langen arm, waarop eene schaalverdeeling is aangebracht en waarlangs men het gewicht kan heen- en -weerschuiven; op de plaats waar het gewicht moet hangen om met den last in evenwicht te zijn, vindt men op de schaal het cijfer dat aanwijst hoe zwaar het gewogen voorwerp is. Dit tegenwicht heet in het Latijn ook aequipondium, ‘quod aequat pondera,’ zooals bij Forcellini wordt gezegd. Nu heeft Kiliaan echter in zijne lijst van vreemde woorden een artikel contrepois, dat hij vertaalt met ‘aequilibrium, sacoma,’ en dit klinkt zeer geloofelijk, daar aequilibrium toch op hetzelfde neerkomt als aequipondium. Maar dan wordt het | |
[pagina 253]
| |
ook nog waarschijnlijker dat calibre, waarvoor de Italianen sagoma hebben, hetzelfde is als aequilibrium dat van sacoma een synoniem is. Het calibre of sagoma zal dan, als term bij de artillerie, in de eerste plaats het gewicht zijn geweest van een kogel, en tevens ook de naam voor het instrument waarmede dat gewicht kon worden bepaald. Oorspronkelijk zal dit geschied zijn door wegen in eigenlijken zin; later bedacht men een beknopter methode, waarbij men in het geheel geen gewicht noodig had, maar die, wanneer de diameter van den kogel bekend was, terstond het gewicht aangaf. Ook de stok, hierbij gebruikt, werd calibre genoemd, en die naam ging verder over op nog andere voorwerpen, dienende om te bepalen welke kogels voor een bepaald kanon geschikt waren. Wanneer het nl. niet noodig was het gewicht nauwkeurig te weten, bediende men zich van eene plank, waarin cirkelvormige openingen werden gesneden wier middellijnen overeenkwamen met de middellijnen der verschillende vuurmonden die men had te bedienen. Men onderzocht dan welke kogels met gemak door die verschillende openingen konden gaan. In het Italiaansch heet zulk eene plank ook passapalle, in het Fransch wordt er de naam calibre aan gegeven, en in het Nederlandsch noemt Aubin ze konstaapelsmal of mal. Vandaar het werkwoord calibrer, zooals Aubin het uitdrukt ‘de koogels door de mal-gaaten laaten gaan, om de selve af te meeten;’ maar calibrer is ook, meer in 't algemeen, met het instrument, dat calibre heet, het gewicht of de middellijn van een kogel bepalen. Wanneer in eene plaats bij Rabelais gesproken wordt van ‘une balote de fer bien qualibrée’ (zie Littré), dan is dit niet, zooals Cotgrave het uitdrukt ‘a bullet of a good size, or serving for a large bore,’ maar het is een kogel, passende bij het kanon, en waarvan men het gewicht goed heeft bepaald, zoodat men ook de lading niet te groot of te klein zal nemen. Dat calibre vervolgens ook middellijn van een kogel of middellijn van een kanon kan beteekenen, spreekt van zelf, en uit het begrip van middellijn | |
[pagina 254]
| |
waarmede andere middellijnen moeten overeenkomen - daar nl. alle kogels voor hetzelfde stuk even groot moeten zijn - ontstaat de beteekenis van model, vorm, in allerlei toepassing. Men heeft de woordenboeken maar in te zien om te weten, dat zoowel calibre als sagoma, opgevat als model, in allerlei technische vakken vaste termen zijn; hierboven heb ik calibre reeds vermeld in de beteekenis van gabarit, dus als term in den scheepsbouw. Over die bijzondere opvattingen heb ik hier verder niet te sprekenGa naar voetnoot1), ik heb alleen eene meermalen uitgesproken gissing met eenige uitvoerigheid willen verdedigen, dat nl. calibre een Romaansch en waarschijnlijk een Fransch woord is, ontleend aan aequilibrium.
a. kluyver. |
|