Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 17
(1898)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
Palamedes 796.Wat is de beteekenis van de woorden: ‘dat tref Laomedon’: Van Lennep geeft twee opvattingen, waarvan de tweede gerust geheel buiten beschouwing kan blijven; de eerste is: het onheil door het verraad den Grieken toegedacht, treffe Troje; waarop die opvatting van het woordje dat berust, is moeilijk na te gaan; Velderman (Pantheon-editie 1892) ziet er in ‘dit verraad’, voorkomende in reg. 294; men krijgt dan: dit verraad treffe Troje. Mijns inziens is Diomedes volgens die beschouwingen, die inderdaad niet zoo heel veel van elkaar verschillen, eenigszins buitensporig in zijn wensch en ten tweede komt het mij vreemd voor dat het uitspreken van het woord verraad aan Ulysses en Diomedes zulke uitroepen ontlokt, mannen die, nadat Agamemnon hun toegeroepen heeft: ‘Op mannen, 't is verraad’, in een expresselijk belegde vergadering over niets anders gedacht en gesproken hebben; waarom bovendien zouden Nestor en Agamemnon zich dan stil houden? Maar wat hier juist Ulysses en Diomedes en anders niemand zich hoeft aan te trekken, dat is dat Ajax, na zijne ontevreden gemompelde uitingen tijdens de woordenwisseling tusschen Agamemnon en Nestor (reg. 776 en vlg.)Ga naar voetnoot1) op ironisch scherpe wijze (zooals van Lennep het uitdrukt) het verwijt uitspreekt, wel zonder namen te noemen maar natuurlijk voor ieder duidelijk aan welk adres, dat het er op toegelegd wordt Palamedes als verrader voor te stellen. Wat nu doet hij, tot wien een verwijt in bedekte of op bepaalde wijze getinte termen gericht wordt? hij geeft het, hetzij | |
[pagina 191]
| |
alleen in den geest of werkelijk in gesproken woorden, een eenvoudigen en duidelijken vorm. Wat is nu zoo'n eenvoudige en ondubbelzinnige vorm voor Vondel geweest? Eenige regels verder (reg. 804) geeft hij het antwoord op die vraag; daar laat hij den ouden Nestor het vergrijp, waarvan Ajax de beide mannen beschuldigt, noemen: tot een schelm maken. Vondel, zich in de plaats der beschuldigden stellende, kan zich in den geest het verwijt van Ajax verduidelijkt hebben op deze wijze: gij beschuldigt ons dus, dat wij Palamedes tot een schelm maken? en daarop nu laat hij Ulysses reageeren met een slachtofferig: ‘Beschut ons, goede Goden!’ waarschijnlijk aan te vullen met: tegen zulke lastertaal, en Diomedes met: ‘dat (verwijt) treffe Troje’; m.a.w. niet wij maken (in den zin van valschelijk voorstellen) Palamedes tot een schelm, maar Troje maakt (hier letterlijk) het hem, hij ís er dus een. Die uitroepen zijn natuurlijk direct op het verwijt gevolgd, vallen dus samen met de steeds heftiger woorden van Ajax: ‘die booswicht moet van kant,’ en zoo komen dan vanzelf de woorden van 796b ‘of eer in tijds gevloden’ (waar van Lennep ook eenigszins mee zit) direct achter ‘die booswicht moet van kant’; Ajax heeft natuurlijk alles achter elkaar gezegd, van een rusten is bij zoo'n heftig tooneel geen sprake en zijn woorden zijn volkomen duidelijk: Er zijn er, die Palamedes tot een schelm maken en die beweren dat men de keus heeft tusschen dien booswicht opruimen of het beleg opbreken; dat laatste nooit, zegt Diomedes in reg. 797.
Leiden. a. hendriks. |
|