Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 17
(1898)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een vergeten catalogus.(Catalogus .... bibliothecae .... D. Samuelis Costeri).Habent sua fata libelli. De geschiedenis onzer vaderlandsche letterkunde gewaagt van verscheidene schrijvers, die nauwelijks meer dan bij name bekend zijn. Naast bevoorrechten als Vondel en Bilderdijk zijn er verstootelingen als Starter en Coster. Men werpe slechts een' vluchtigen blik op den rijkdom van materiaal voor de kennis van het leven en streven der eerste twee dichtersGa naar voetnoot1) en vergelijke dien overvloed eens met de schaarsche berichten omtrent Sam. Coster. De vreemdeling, die in gulden letteren diens naam in den Stadsschouwburg van de hoofdstad ziet prijken en meer omtrent den stichter van het Amsterdamsche tooneel mocht willen weten, zal verbaasd staan over het fragmentarische der mededeelingen.
De oorzaken van dit feit uitvoerig te vermelden, zou mij te ver leiden; op enkele wil ik slechts wijzen. Allereerst doet het ontbreken van eene volledige uitgave zijner werken, onzen schrijver verre achterstaan bij Hooft, Westerbaen, Vollenhove, e.a.Ga naar voetnoot2) Natuurlijk denk ik hier aan eene contemporaire uitgave. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die van KollewijnGa naar voetnoot1) kan dat gemis niet vergoeden. Men achtte het zeker niet noodig eene volledige editie te bezorgen, aangezien men Coster als dichter niet hoog schatte, terwijl hij zelf met zijn eigen bekwaamheden in dezen niet bijzonder op had. Hij was bovendien een bescheiden man, zooals blijken kan uit het getuigenis van een' tijdgenoot, die hem noemt: gloriae suae modicus, sed veritatis in Arte mystes verus (1640). En nu, last not least, de hoofdoorzaak van bovengenoemde onbekendheid met C.'s levensloop schijnt mij te liggen in de omstandigheid, dat hij vóór en boven alles geneesheer was en, als Huygens, de poëzie meer als ‘Korenbloemen’ dan als een belangrijke kunst beschouwde. Dat blijkt uit de enkele lofdichten, die ons over hem bekend zijn. Vondel zegt van hem:Ga naar voetnoot2) Zoo zal Sandrart nog lang ons Koster laten zien,
Den Aesculaap, die stout den Doot het hooft durf biên, enz.
en wijst dus allereerst op zijne verdiensten als medicus; Jan Vos evenzoo, als hij aanvangt:Ga naar voetnoot3) Dus ziet men Koster, die de Doodt aan 't Y doet zwichten.
S.J. van Ingen, een Vreelandsch dichter, schrijft:Ga naar voetnoot4) Als dese Man in 't Gasthuys komt,
En maar eens stampt, of maakt geluyt,
Of tast, of schikt, of schrijft, of Domt:
De Doot moet straks ter poorten uyt.
Apollo geeft zyn Kruyden kracht,
En Rijm; dat niemant gaeren wacht.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hieruit blijkt m.i., dat hij in de allereerste plaats een bekend geneesheer was voor zijne tijdgenooten. Als zoodanig zijn de verdiensten van Coster niet veel grooter dan die van menig ander medicus uit dien tijd, die ons zelfs niet bij name bekend is. Heeft hij van tijd eene gelukkige operatie volbracht, gewichtige ontdekkingen op medisch gebied zijn door hem niet gedaanGa naar voetnoot1).
Nergens blijkt het hier aangevoerde echter duidelijker dan in het boeksken, dat boven dit opstel kortelings vermeld is, in den verkoopcatalogus der bibliotheek van onzen schrijver. S. Costers boekerij bevatte, volgens het onderhavige boekje: 98 foliowerken over de geneeskunde, 31 kwarto's, 50 octavo's en 23 van kleiner formaat. De rubriek ‘boeken over verscheidene onderwerpen’ telt in dezelfde volgorde: 29, 15, 26 en 51 nummers. Zondert men de boeken van kleiner formaat uit, dan zijn de getallen bij de medische werken aanzienlijk grooter. (Van deze 51 werken vormen de Latijnsche klassieken een overwegend aantal.) De Fransche en Italiaansche werken nemen eene kleine plaats in. Het aantal der Nederduitsche boeken is respectievelijk: 29, 39, 29. (in 12o en 16o worden hier niet afzonderlijk opgenoemd).
Voordat ik tot de beschrijving van enkele bijzonderheden overga, iets omtrent den catalogus zelf. De heer J.H.W. Unger, de bekende archivaris en uitgever van Vondels werken, schreef mij in 't vorige jaar, dat hij in deel 31 van zijne Vondel-uitgave den catalogus van de bibl. van Sam. Coster vermeld had. Daar leest men, dat hij voorkomt in den Cat. Bibl. Bunavianae. Heinrich, graaf van Bünau (1697-1762), de bekende Duitsche geschiedschrijver, had eene kostbare boekerij, die uit meer dan 42,000 banden bestond. Deze werd na zijn' dood ten behoeve der Koninkl. Bibliotheek te Dresden aangekocht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Curieus genoeg bevinden zich hierin verschillende catalogi der bibliotheken van bekende Hollanders. Het bandje, dat ik in bruikleen had, bevat daarbij nog een' veilingscatalogus van boeken, ten behoeve van de bank van leening te Amsterdam verkocht, die zeer vele Hollandsche werken vermeldt, en verscheidene andere catalogi, uit ons land afkomstig. Het boekske, waarover ik thans nog enkele woorden wenschte te zeggen, beslaat 14 blz. 4o, waarvan 2 voor het titelblad. In de eerste plaats is het merkwaardig met het oog op den datum van Costers dood. Aangezien hij volgens het resolutiēboek van den raad van burgemeesters en oud-burgemeesters te Amsterdam 6 April 1662 emeritus werd verklaardGa naar voetnoot1), moet Dr. Coster tusschen 6 April 1662 en 17 Aug. 1665 overleden zijn. Waarschijnlijk is hij wel in de eerste helft van 1665 gestorvenGa naar voetnoot2). Wanneer wij de hierachter volgende beschrijving der verkochte boeken vergelijken met onze tegenwoordige catalogi van de boekerijen van bekende personen, dan treft het ons, dat Costers werken zelfs niet eens genoemd worden. Men vond het blijkbaar onnoodig te vermelden, wat de hedendaagsche bibliografen op den voorgrond stellen. De afdeeling medische werken in folio bevat onder No. 73 Loci Communes Medici, Manuscriptis. Er blijkt niet, of het Costers werk was, dan wel van één zijner vrienden of eenvou- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dig door hem aangekocht. Het eerste is het meest waarschijnlijk. Bij die in 12o en 16o vinden we op No. 13: Fontani, Responsionvm & Curationvm Medicinalivm, het werkje, waaruit Dr. Kollewijn ons in zijne uitgave van des schrijvers werken een viertal brieven heeft medegedeeld, gewisseld tusschen S. Coster en N. Fontanus. Het heeft mijne aandacht getrokken, dat Aristoteles, Plato, Euripides, Pindarus, hier alleen voorkomen met eene Latijnsche vertaling, hetgeen m.i. op geringere kennis van het Grieksch wijst. Voorzoover Euripides Coster bij het schrijven van zijne treurspelen gediend heeft, mag men dus niet vergeten, dat hij misschien het oorspronkelijke Grieksch minder dan het voor hem verstaanbaarder Latijn gevolgd heeftGa naar voetnoot1). Hun, die voor Costers werken mochten willen doen, wat P. Leendertz Jr. voor ‘Warenar’ gedaan heeft, kan dit misschien eene vingerwijzing zijnGa naar voetnoot2). Men vergelijke het aantal Latijnsche schrijvers eens met dat der Grieksche. Onder de eerste vinden we hier o.a. Seneca (drie maal: onder de fol. werken, onder die in 12o en 16o en de Fransche vertaling in 8o), Plautus (tweemaal onder de werken in 12o en 16o), Virgilius (vijf maal: in folio, in kwarto, tweemaal in kleiner formaat en de vertaling van Vondel onder de Nederd. boecken in 4o; bovendien de folio-uitgave van de Aeneis in het oorspr.). Onder de Fransche en Italiaansche werken in 8o vinden we de ‘Orlando Furioso’ van Ariosto in het oorspronkelijk en in het Fransch, waaruit blijkt, dat we niet naar eene Hollandsche vertaling te zoeken hebben, om de bron voor Costers Isabella te vindenGa naar voetnoot3). Waarschijnlijk heeft onze schrijver uit de Fransche vertaling geput. Het geringe getal Italiaansche werken schijnt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er ten minste op te wijzen, dat de kennis van 't Italiaansch niet groot was, zeker niet grondig genoeg, om de ‘Orlando Furioso’ in het oorspronkelijk geheel te verstaan. De afdeeling ‘Nederduytsche boecken’ biedt aan den eenen kant eene groote teleurstelling, aan den anderen kant iets zeer opmerkelijks. Waar zijn de Nederlandsche klassieken, vooral dichters en tooneelschrijvers, die men in eene bibliotheek als van Coster wel aanwezig zou denken te vinden? Men vergete echter niet, dat onderaan te lezen staat: ‘Eenige Packetten’ en dat onder deze pakketten wel de bedoelde werken zullen geweest zijn. Costers eigen letterkundige producten zijn hier niet te vinden òf om de reeds genoemde reden, en dit is het waarschijnlijkst, òf omdat de familie ze behield. Op twee omstandigheden meen ik nog te moeten wijzen. Welk een' overvloed van geschiedkundige werken treft men hier aan; die van Hooft, Bor, Van Meteren, Reyd, Strada, Gouthoven, zijn met verscheidene andere in het bezit van den Amsterdamschen geneesheer geweest. In ‘De Schets van Dvc d'Alva, die de Hollanders balhoorigh maackt’, een pamflet, in het jaar 1630 verschenen, beroept Coster zich op geschiedschrijvers als geloofwaardige getuigenGa naar voetnoot1). Hij was in ieder geval een minnaar van de geschiedenis. Het andere feit, waarvoor ik de aandacht mijner lezers verzoek, is de aanwezigheid van betrekkelijk vele geschriften van of over bekende Remonstrantschgezinden als: Grotius, Uytenbogaert, Episcopius, Grevinckhoven, Slatius en Poppius. Het boek van den laatsten, De Enge Poorte, (Gouda 1616), vinden we onder de kwarto Nederd. b. op No. 23. Costers Iphigenia (1617) het treurspel, dat omstreeks 1630 de woede der toen machtelooze Contra-Remonstrantsche predikanten te Amsterdam gaande maakte, bevat eene toespelling op dit thans nauwelijks bekende werkGa naar voetnoot2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien ik enkele zaken, die zich bij de beschouwing van den catalogus als van zelf aan mij voor deden, te dezer plaatse gereleveerd heb, is dit vooral, om te doen zien, dat eene heruitgave voor de geschiedenis der Nederl. letterkunde groot nut kan hebben. We kunnen immers 1o de bronnen voor C.'s werken, 2o geschriften, waarin over hem gesproken wordt, in zijne bibliotheek aanwezig veronderstellen. Bovendien is omtrent de geestesrichting van den schrijver hier veel te leeren. Deze nieuwe uitgave kan dus van belang zijn, door het licht, dat over het leven en de werken van den nog zoo onbekenden schrijver verspreid wordt. Hoeveel er nog in het duister ligt, blijkt b.v. hieruit, dat in 1610 Coster genoemd wordt onder de Nederlandsche dichters, terwijl wij slechts één gedicht, vóór dien tijd geschreven, van hem kennen, n.l. van den jare 1609Ga naar voetnoot1). Onder de pamfletten van lateren tijd zijn er ongetwijfeld nog onopgemerkte gedichten van hem. De mij bekende wensch ik te gelegener tijd breedvoerig te bespreken. Men lette ook op No. 22 der Nederd. b. in 4o; ‘verscheiden tractaten van 't jaar 1618.’ Heeft Coster toen misschien ook eene rol in de anonieme literatuur gespeeld, gelijk hij het later zeker deed?Ga naar voetnoot2). Grondiger onderzoekers dan ik mogen hierop hunne krachten richten. Ik geef het slechts als veronderstelling.
Hiermede geloof ik het noodige ter toelichting gezegd te hebben en laat verder het geschrift voor zich zelf sprekenGa naar voetnoot3).
Leiden, April 1898. m.m. kleerkooper. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Catalogus van de bibliotheek van Samuel Coster]CATALOGUS
INSTRUCTISSIMAE
BIBLIOTHECAE,
CLARISSIMI DOCTISSIMIQUE VIRI
D. SAMUELIS COSTERI, archiatri amstelredamensis,
IN QUA OMNE GENUS RARIORUM AC INSIGNIUM LIBRORUM.
QUORUM AUCTIO HABEBITUR IN AEDIBUS
CASPARI COMMELYNII, BIBLIOPOLAE,
die lunae, quae est 17Ga naar voetnoot(1) augusti, stylo novo, anno 1665
hora nona matutina, & secunda pomeridiana.
[Vignet van C. Commelijn voorstellende ‘de naakte waarheid’]
AMSTELREDAMI, apud casparum commelynum, 1665.
op 't water, in de waerheyt, op de hoeck van de vrouwesteegh, alwaer de catalogen te bekomen zijn, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Libri medici.
|
1 | Vidi Vidii Opera 3 vol. Francofurti 1626. |
2 | Hortus Eystettensis (sive) Accurata florum, Plantarum, et Stirpium, ad vivum repraesentatio 1613. |
3 | Galeni Opera Omnia 5 vol. Basil. 1549. |
4 | Spigelii (Adriani) Anatomia Charta Regali. Amst. 1645. |
5 | Matthioli (Pet. Andr.) Comment. in Dioscoridem opt. editio. Venetiis 1565. |
6 | Rhasis Opera 2 vol. Brixice 1486. |
7 | Zacuti Lusitani Opera 2 vol. Lugd. 1644. |
8 | Clusii (Caroli) Opera 2 vol. Antverp. 1601. |
9 | Libavii (Andr.) Alchymia 2 vol. Francofurti 1615. |
10 | Hippocratis Opera Interpraet. Mercurialis Graecè Lat. Venet. 1588. |
11 | Vegae (Christ. à) Opera Lugd. 1626. |
12 | Weckeri (Ioh. Iacobi) Syntaxis Medicinae, Basiliae 1601. |
13 | Theophrasti Historia Plantarum, Stapeli, Amst. 1644. |
14 | Placentini (Iul. C.) Anatomia, Patavii 1600. |
15 | Vesalii (And.) Anatomia, Basilaei 1555. |
16 | Plinius Delcampii, Francofurti 1599. |
17 | Carrerius (Petrus Garcia) in Fernelium, Burdigolae 1628. |
18 | Aldrovandi (Ulysses) Opera Omnia 12 vol. Bononiae. |
19 | Dalcampii (Iacobi) Historia Plantarum 2 vol. Lugd 1586. |
20 | Paraei (Ambrosii) Opera Chirurgica, Francof. 1599. |
21 | Augeni (Horat.) Opera 2 vol. ibidem 1597. |
22 | Stephani Reveri Anatomia, Parisiis, 1545. |
23 | Medicae Artis Principes post Hippocratem et Galenum apud Hend. Stephanum 1567. |
24 | Fuchsii (Leonardi) Historia Stirpium, Basilaeae 1542. |
25 | Mesuae (Joh.) Opera, Venetiis 1602. |
26 | Herculis Saxoniae Medicinae Practicae Templum, Francofurti 1603. |
27 | Amati Lusitani de Curation. Medicin. Basil. 1556. |
28 | Augenius de Febribus, Francofurti 1595. |
29 | Forestii (Petri) Opera Omnia, ibidem 1614. |
30 | Fernelii (Ioh.) Medicinae, Hanoviae 1610. |
31 | Matthiolus in Dioscoridem Editiones Baulini, Francofurti 1598. |
32 | Galeni Epitome ab Andrea Lacuna, Argent. 1604. |
33 | Sennerti (Daniel) Opera Omnia 3 vol. Parisiis 1641. |
34 | Montagnaene (Barth.) Opera, Francofurti 1604. |
35 | Plinii Historia cum Annot. Dalcampi, Genevae 1631. |
36 | Theophrasti Historia Plantarum Stapeli, Amsterd. 1644. |
37 | Trincavellii Opera Omnia, Lugd. 1592. |
38 | Joubertus (Larent.) Opera, ibidem 1582. |
39 | Riolani (Ioh.) Opera Omnia, Parisiis 1610. |
40 | Azarabius et Suessans de Rebus Criticis, Venetiis 1529. |
41 | Donati Anthonii ab Altomarii Opera Omnia, Lugd. 1569. |
42 | Avicennae Opera, Basil. 1556. |
43 | Gesnerus (Conrad.) de Avibus, Tiguri 1554. |
44 | Gesnerus De Quadrupedibus, ibidem. |
45 | Gujutheri (Ioh.) Opera 2 vol. Basil. 1571. |
46 | Manlii et aliorum Comment. in Lumen Apothecariorum &c. Venet. 1566. item Pharmacopoea Bergomi, 1581. |
47 | Julii Alexandrini Comment. in Galenum, Basileae 1581. |
48 | Baccius (And.) de Thermie & Perminiae Philosophiae Naturalis, Venet. 1571. |
49 | Aetii Opera, ibidem 1535. |
50 | Cortesii (Ioh. Baptist.) Opera Omnia 3 vol. Messanae 1635. |
51 | Pisonis (Nicol.) de Cognoscendis & Curandis Morbis, Francofurti 1580. |
52 | Pisonis (Guil.) de Historia Naturalis Brasiliae, Amst. |
53 | Valeriolae (Francisc.) Enarrationes Medicin. Lugd. 1554. |
54 | Dioscoridis Opera Interp. Ruelli, Francofurti 1543. |
55 | Clementii Clementini Lucubrationes, Basileae 1535. |
56 | Uffenbachii (Petri) Thesaurus Chirurgicus, Francofurti 1610. |
57 | Albucase Methodus Medendi, Basil. 1541. item Ptolomaei Stellarum MXXII &c. Ingolstadii 1532. item Indagni Chiromantia &c. Argentorati 1531. |
58 | Berlini (Georgi) Medicina, Basil. 1587. |
59 | Soliandri (Reineri) Consilia Medica 1596. |
60 | Laurenti (Andreae) Historia Anatomica, Francofurti 1600. |
61 | Valerius Cordis Dispensatorium, Norimb. 1598. |
62 | Victorii Faventini de Morbis Curandis Venetiis 1562. |
63 | Rondeletus (Guil.) de Piscibus, Lugd. 1554. |
64 | Cardanus (Hieron.) de Sanitate Tuenda, Basil. 1568. |
65 | Mercurialis (Hieron.) Consultationes & Responsa Medicinalia, Venetiis 1624. Ejusdem praelect. in secund. lib. Epidemiorum Hippocratis, Forol. 1626. |
66 | Capivacci (Hieron.) Opera Omnia, Francofurti 1603. |
67 | Falloppii (Gabrielis) Opera 2 vol. ibidem 1600. |
68 | Dioscoridis Opera Graec.-lat. Coloniae 1529. |
69 | Abhomeron Abynzohar Colleget Averroys, Venetiis 1524, item Placentini, summa Conservationes & Curationis, ibidem 1502. item Concoregis Medicina Practica Novae, ibidem 1515. |
70 | Argenteri Opera Omnia, Francofurti 1610. |
71 | Rhazae (Abubetri) Opera Basil. 1544. |
72 | Gujutheri (Ioh.) Opera 2 vol. ibidem 1571. |
73 | Loci Communes Medici, Manuscriptis. |
74 | Manardi (Ioh.) Epistolae Med. Basil. 1549. |
75 | Constantini Africani Opera, ibidem 1539. |
76 | Scholtzii (Laurent.) Concilia & Epistol Medicinalia Francofurti 1598. |
77 | Albubatri Azazi fil. Zachar. Opera Modoetiensis 1497. item Arculani Practica, Venetiis 1524. |
78 | Ruellius (Ioh) de Natura stirpium, Basil. 1543. |
79 | Brunsfeldii (Othonis) Onomasticon Medicinae, Argent. 1539. |
80 | Argenterii (Ioh.) in Aphorismos Hippocrat. & de Febribus, Venetiis 1606. |
81 | Largelata (Pet. de) Chirurgia, ibidem 1513. |
82 | Viri Auctores varior. de Febribus, ibidem 1576. |
83 | Crucius (Vincent. Alsarii) de Arte Medica, ibidem 1622. |
84 | Experimentarius Medicinae à diversis Authoris Argent. 1544. |
85 | Savonarolae (Ioh. Mich.) de Febribus &c. Venetiis 1593. |
86 | Petri Alponensis Consiliator, Venetiis 1521. |
87 | Taliacotius (Gasparis) de Curtorum Chirurgia, ibid. 1597. |
88 | Alpinus (Prosp.) de Medicina Methodica, Patavii 1611. |
89 | Vallesi, (Francisci) Controversiae Medicin. Hanoviae 1606. |
90 | Fernelii (Ioh.) Medicina, Parisiis, 1554. |
91 | Christ. Guarimonii Medicina 5 vol. Papia 1474.
[In Ms. verbeterd Guarinonii - 1574]. |
92 | Plateri (Felicis) Anatomia, Basil. 1603. |
93 | Bruelli Praxis Medicinae, Antwerp. 1579. |
94 | Hofmanni (Casp.) Opera, Francofurti 1630. |
95 | De Morbo Gallico Authores Varii, Venetiis 1567. |
96 | Hippocratis et Galeni Opera 6 vol. Parisiis 1639. |
97 | Placentini de Salaceto Scientia Medicinalis Venetiis 1489. |
98 | Vesalii Compendium Anatomiae, Londini 1545. |
Libri medici.
In Quarto.
1 | Holleri (Iacobi) Opera Practica, Genevae 1623. |
2 | Weckeri (Ioh. lacob.) Antidotarium, Basil. 1601. |
3 | Mercurialis (Hieronim.) Tractatus Varii, Lugd. 1618. |
4 | Mercurialis Medicina Practica, ibidem 1623. |
5 | Mercurialis In Aphorismos Hippocratis, ibidem 1631. |
6 | Plateri (Felic.) Praxis Medicinae, Basil. 1625. |
7 | Messari (Alexand.) Practica Medica, Francofurti 1601. |
8 | Deodati (Claudii) Pantheum Hygiosticum, Basil. 1629. |
9 | Duncani Ieddelii Opera Lugd. 1624. |
10 | Hildani (Guil. Fabritii) Observationes & Curationum Chirurgicarum, ibidem 1641. |
11 | Celsus (Aur. Corn.) de re Medica, comment. Brachelii, Lugdun.-Batav. 1592. |
12 | Chirurgia Magna Guidonis de Gauliaco cum Annot. Jouberti, Lugdun. 1585. |
13 | Veslingii (Ioh.) Anatomia, Patavii 1637. |
14 | Cappivaccii (Hier.) Practica Medicina, Francofurti 1594. |
15 | Helmontius (Ioh. Bapt.) Ortus Medicinae, Amst. |
16 | à Castro (Rod.) de Morbis Mulierum, Hamb. |
17 | Van der Linden (Ioh. Anth.) Medicina Physiologica, Amst. 1653. |
18 | Halii Filius Abbas lib. totius Medicinae. |
19 | Regii (Hend.) Fundamenta Physica. |
20 | Heurnii (Ioh.) Opera 2 vol. Lugd.-Batav. 1609. |
21 | Angeluti Ars Medica, Venetiis 1588. |
22 | Salae (Angel.) Opera Med. Chymica, Francofurti 1647. |
23 | Michels Pacheri (Steph.) Pinax Microcosmographicus, Tirol 1614. Item Laurenbergi (Petri) Anatomia, Graec.-lat. Lugd.-Bat. 1618. |
24 | Alpini (Prosperi) de Plantis Aegypti, Venet. 1592. |
25 | à Castro de Morbis Mulierum, Hamb. |
26 | à Medicus Politicus, ibidem. |
27 | Fonseca (Rodia) in Aphorismos Hipporat-Venet. |
28 | Fonseca De Febribus, ibidem. |
29 | Fontani (Nicol.) Observationes, Amst. 1641. |
30 | Donati Anthoni Medicina Practica, Venet. 1597. |
31 | Boccangelinus (Nicol.) de Febribus &c. |
Libri medici.
In Octavo.
1 | Ferneli Opera 2 vol Lugd.-Batav. |
2 | Ferneli Consilia, Parisiis. |
3 | Ferneli Idem. |
4 | Fonseca Consultationes Medicae. |
5 | Riolani Opera Medica, Parisiis. |
6 | Ferneli Praelectiones Physiolog. ibidem. |
7 | Ferneli Anatomia, ibidem. |
8 | Ferneli Ars bene Medendi, ibidem. |
9 | Hier, Fabritii de Aquapendente. Opera Chrirurgica. |
10 | Aegineti (Pauli). Opera. Lugd. 1489. |
11 | Riveri Praxis Medica. |
12 | Ferneli Observationes Medicinae. |
13 | Pulverini Medicina Practica. editio Blasii. |
14 | Liddeli ars Medica. |
15 | Ferneli De Febribus. |
16 | Reusnerus de Febribus. |
17 | Helmontii Opuscula Medica. |
18 | Bartholini Anatomia Lugd.-Batav. |
19 | Mercurialis de Compositione Medicamentis. |
20 | Bauhini (Casp.) Theatrum Anatomicum. |
21 | Ferneli Appendix ad Theat. Anatomicum. |
22 | Heurnii Institutiones Medicae. |
23 | Crollii Basilica Chymica. |
24 | Quercitani Pharmacopaeia. |
25 | Van der Linden de Scriptis Medicis. |
26 | Tulpii Observationes Medicae. |
27 | Ferneli Idem. |
28 | Senguerdii Physica. |
29 | Plateri Obseruationes. |
30 | Foresti Opera 7 vol. Francofurti. |
31 | Cratonis Consilia 5 vol. Francoforti. |
32 | Weckerus de Seeretis. |
33 | Hollerus in Aphorismos Hippocratis. |
34 | Quercitani Pharmacopaeia. |
35 | Dodonaei Observationes Medin. item Praxis Medica. |
36 | Riolanii Asteologia. |
37 | Hartmanni Praxis Chymiatrica. |
38 | Marquardi Practica Theoretica. |
39 | Dodonaei Praxis Medica. |
40 | Quercetani Diateticon Polyhist. |
41 | Praevotii Medicina Pauperum. |
42 | Fabricii ab Aquapendente Pentateuchos Chirurgicum. |
43 | Mesuae de re Medica. |
44 | Septalii Animadversiones. |
45 | Paracelsii Labyrinthus Med. |
46 | Pavi Hortus Public. Acad. Lugd.-Batav. |
47 | Catonis de Rei Rustica Notis Meursi. |
48 | Lubberi Epitome. Philosoph. Natur. |
49 | Riolani Compendia Universae Medicinae. |
50 | Breuelii Praxis Medicinae. |
Libri medici.
In 12 et 16.
1 | Musae Examen de Tinctuum, Pulverum, &c. |
2 | Amats Lusitani Centuriae 3 et 4. |
3 | Fuchsius de Curandi Ratione Lib. |
4 | Discoridis de Materia Medica. |
5 | Rondeletii Dispensatorium. |
6 | Faventini Empirica. |
7 | Caesalpini Ars Medica. 3 vol. Romae 1603. |
8 | Schola Salernitana. |
9 | Valerius Cordis Dispensatorium. |
10 | Tralliani Medicina. |
11 | Musae Exemanen & Galeni ars Medicinalis. |
12 | Weckeri Practica Medicinae Generalis. |
13 | Fontani Resp. & Curation. Medicin. |
14 | Heurnii Institutiones Medicinae. |
15 | Marinelli Pharmacopaeia Veneta. |
16 | Jonstoni Idea Virivers. Med. Practicae. |
17 | Hofmanni Animadversiones, etc. |
18 | Hofmanni De Usu lienis & Cerebri, &c. |
19 | Stulli Medendi Practica General. |
20 | Geleni Opera Omnia 16. voll. Lugd. 1561. |
21 | Geleni Idem 26 vol. Ibidem 1573. |
22 | Amati Lusitani Centuriae. |
23 | Bontius de Medicina Indorum. |
Libri miscellanaei.
In Folio.
1 | Aristotelis Opera Graec.-lat. 2 vol. Parisiis 1529. |
2 | Salmasius (Claud.) in Solinum 2 vol. ibidem 1629. |
3 | Platonis Opera Graec.-lat. Interp. Mars Finici Lugd. 1590. |
4 | Thuani (Iacob Aug.) Historia sui Tempor: 4 vol. Genevae 1626. |
5 | Senecae Opera cum Notis Lipsii, Antwerp. 1605. |
6 | Barlaei (Casp.) res gestae sub. C. Mauritio in Brasilia, Amstel. 1647. |
7 | Fabricii (Georg.) Saxoniae Illustratae, Lipsiae 1606. |
8 | Horatii Opera Chabotii, Basileae 1615. |
9 | Carionis Chronicon, Wittenb. 1580. |
10 | Virgilii Opera cum notis variorum, Basil. 1586. |
11 | Cuspinianus (Ioh.) de Caesaribus & Imperat. Rom. Francofurti 1601. |
12 | Titii Livii Historia Romana cum diversor: Annotat: ibidem 1580. |
13 | Scapulae (Ioh.) Lexicon, Basil. |
14 | Harrioti & Walteri Descriptio Americanae cum figuris aeneis, Francof. 1590. |
15 | Taciti Opera Lipsii. |
16 | Calepinus XI Linguarum, Basil. 1605. |
17 | Jonstonii (Rob.) Historia Brittanic, Amst. 1655. |
18 | Munsteri (Sebast.) Cosmographia, Basil. 1552. |
19 | Divi Hieronymi Opera Omnia 5 vol. ibidem 1526. |
20 | Grotius (Hugo) de Jure belli ac Pacis Amst. 1631. |
21 | Gliscentii (Tabii) Philosophia Venetiis 1594. |
22 | Boëtii Opera Omnia 2 vol. Basil. 1570. |
23 | Becani (Ioh. Goropii) Opera, Antwerp. 1580. |
24 | Reidani (Everh.) Annales Belgarum, Lugd. 1633. |
25 | Strada de Bello Belgico, Romae 1640. |
26 | Pontani (Ioh. Isaci) Historiae Gelricae, Amst. 1639. |
27 | Langii (Ioseph.) Polyanthaea, Argent. 1617. |
28 | Aenaeis virgiliana cum honorati comment. cum figuris, Lugd. 1529. |
29 | Petri de Crescentiis in commodum ruralium cum figuris. |
Libri miscellanaei.
In Quarto.
1 | Rosinus (Ioh.) de Antiquitatis Romanis, Genevae. |
2 | Schotti (And.) de Antiquitati Romanis, Coloniae, 1619. |
3 | Praedamitae, 1655. |
4 | Euripidis Tragoediae Graeco-latin. canteri & alia, 2 volum. apud Stephanum, 1607. |
5 | Taciti Opera Pichenam, Francoforti 1607. |
6 | Brissonius de jure Civili Antiquitat. & ad legum Juliam de Adulteriis, Lugd. 1558. |
7 | Ciceronis Opera Lambini, ibidem 1588. |
8 | Metii Arithmetica. |
9 | Dousae (Iani) Bataviae Holland. Annales. Lugd. Batavorum 1601. |
10 | Vossii (Matth.) Annales, Amst. |
11 | Thuani Index, Genevae 1634. |
12 | Aldi Manutii Phrases. |
13 | Grotii (Hug,) Tragoedia Sophompaneas, Amst. |
14 | Horatius Lambini, Francofurti 1596. |
15 | Virgili Opera Melanthonis. |
Libri miscellanaei.
In Octavo.
1 | Dallaei Apologia Adversus Spanhemium 2 vol. |
2 | Junii Nomenclator octo linguis. |
3 | Alexander ab Alexandro dies Geniales. |
4 | Apulei Opera Beroaldi 3 vol. Basileae. |
5 | Pomponius Mela de situ orbis. |
6 | Luciani Opera Graec-lat cum Annotat. 4 vol. Basileae. |
7 | Justiniani Institutiones juris. |
8 | Erasmi Apophtegmata. |
9 | Erasmi Idem. |
10 | Dictionarium Kiliani belgico latinum. |
11 | Lessius quae fides & Relegio sit capessenda. |
12 | Barlandi (Hadriani) Hollandiae comitum Hist. & Icones, item Utrajectensium Episcop. Catalogus res gestae, Francofurti. |
13 | Apollonii Grallae contra Vedelius de Episcopatu Constantini Magni. |
14 | Sallustius Opera Thysii & aliorum. |
15 | Sulpici Severi Opera variorum Notis. |
16 | Rulandi Dictionarium Graec,-lat. 2 vol. |
17 | Macrobii Opera cum notis Pontani, Lugd.-batav. |
18 | Pindari Poëtae Opera Graec.-lat. cum annot., Tiguri 1560. |
19 | Apollonii Rhodi Argonauticon Graec.-lat. cum annot. |
20 | Natalis Comitis Mythologiae. |
21 | Erasmi Moriae Encomium. |
22 | Sphero de Sacrabosco. |
23 | Sulpitius Severus. |
24 | Hessels in Symbol. Apost. |
25 | Hugenii Momenta Desolteria. |
26 | Horatius Bond. |
Libri miscellanaei.
In 12. et 16.
1 | De Rebus Montis rasarum in Scotia gestis Hist. |
2 | Strada de bello belgico 2 vol. |
3 | Des Cartes Epistola ad Voetium. |
4 | Barlaei Orationes. |
5 | Catechesis Religiones Christianae. |
6 | Corvinus ad Digesta. |
7 | Corvinus Jus Canonicum. |
8 | Corvinus Jurisprudentia Romana. |
9 | Corvinus Erotemata. |
10 | Corvinus De verborum significatione. |
11 | Junii Nomenclator. |
12 | Ciceronis Tusculane Quaestiae. |
13 | Officium Beatae M. Virginis. |
14 | Officium Idem. |
15 | Clapmarius de Arcanis Rerum publicarum. |
16 | Martialis. |
17 | Lucanus. |
18 | Claudianus. |
19 | Terentius. |
20 | Prudentius. |
21 | Catullus, tibullus, propertius. |
22 | Horatius. |
23 | Juvenalis. |
24 | Lucretius. |
25 | Oweanii Epigrammata. |
26 | Silius Italicus. |
27 | Plautus. |
28 | Ausonius. |
29 | Erasmi Colloquia. |
30 | Institutiones Juris Rubro Nigri. |
31 | Justinus. |
32 | Senecae Tragediae. |
33 | Curtius. |
34 | Caesar Commentar. |
35 | Valerius Maximus. |
36 | Kempis de Imitatione Christi. |
37 | Apulaeus. |
38 | Florus. |
39 | Epicteti Enchiridion. |
40 | Salustius. |
41 | Boëtius de Consolatione Philosoph. |
42 | Tacitus. |
43 | Virgilius. |
44 | Virgilius Idem. |
45 | Ovidii Opera. |
46 | Suetonius. |
47 | Respublica varia 49 Volumina. |
48 | Cluveri Introductio. |
49 | Historiae Rom. Epitome. |
50 | Moris Utopia. |
51 | Plautus. |
Libri Gallici et Italici.
In Folio.
1 | La Bible d'une fort belle lettre, Genevae 1588. |
2 | Dei Discorsi de M. Pietro And. Mattioli nelle sei libri de Dioscoride, 2 vol. in Venetiae 1604. |
3 | Ouvres de Plutarque 2 vol. à Genevae 1613. |
4 | Prosopographiae ou descript., des hommes illustres, par Antoine de Verdier, en trois tomes, à Lyon 1603. |
5 | Les Recherches de la France d'Estienne Pasquier, à Paris 1621. |
6 | Les Essais de Montaigne, à Paris 1595. |
7 | Les Histoire de Sleidan, 1599. |
8 | l'Entrée de la Reyde Mere, dans les villes des pais bas, à Anvers 1632. |
Libri Gallici et Italici.
In quarto.
1 | Mythologie ou Explication des Fables, par de Noël de Comte, à Lyon, 1604. |
2 | Discours de la Religion des Anciens Romains par du Choul. à Lyon 1577. |
3 | Iconologia di Ripa, in Padera 1618. |
4 | Iconologia Idem, in Roma 1603. |
Libri Gallici et Italici.
In Octavo.
1 | L'Amendement de vie par Jean Taffin, en Amst. 1594. |
2 | Taffin sur Apocalipse, Flessigne 1609. |
3 | Dictionaire Francois & Italie par canal, à Paris. |
4 | Dictionaire Italiano è Francese, par Canale. |
5 | Roland Furieux. |
6 | Le Cabinet Satirique. |
7 | l'Academie Francoise en 3 vol. |
8 | Voyage de Francois Pirard. aux Indes Orientales, à Paris. |
9 | l'Estime Excellens Discours. |
10 | Le Prince de Balzac. |
11 | Recueil des choses Memorables de l'an 1576. Jusques à l'an 1598 en 6 vol. |
12 | Recueil des pieces plus curieuses de Monsieur de Luyne. |
13 | Les Ouvres de Seneque en 3 vol. |
14 | Il Nuovo Testamento en Geneve 1596. |
15 | Catharini Dulcis Schola Italica Francofurti. |
16 | Historia delle Guerra della Germania inferiore de Conestaggio. |
17 | Orlando Fureoso. |
18 | Oevres de Rabelais. |
19 | Les Avantures de lidior. |
20 | La Contre-lesine ou Compagnie de la Marmete Grasse. |
21 | Des Serees de Bouchet. |
Nederduytsche boecken.
In Folio.
1 | Atlas ofte Tonneel der Aerdbodems, in 6 deelen, by Johan Blauw. |
2 | Herbarins Dodonaei, Leyden 1608. |
3 | Willem van Gouthovens Chronijck van Hollandt, Zeelant en Westvrieslandt, 's Gravenhage 1636 fijn papier. |
4 | Carionis Chronicon, in 2 deelen, Arnhem 1629. |
5 | Nederlantsche Oorlogen door P. Bor, in 6 deelen, Amsterdam 1621. |
6 | Uttenbogaerts Kerckelijke Historien, Rotterdam, fijn papier. |
7 | Triglandi Kerckelijcke Historien, Leyden 1650. |
8 | Cornherts Wercken, in 3 deelen, Amsterdam 1630. |
9 | Erasmi Paraphrasis over 't Nieuwe Testament, Amsterdam 1639. |
10 | Bybel Nederduyts, 's Gravenhage 1595. |
11 | Flavius Josephus Historien der Joden, Leyden 1602. |
12 | Paulus Jovius Historien, Amsterdam 1604. |
13 | Eusebius Kerckelijcke Historien, Dordrecht 1600. |
14 | Jan Huygen van Linschoten, Reysen naer Oostindien, Amsterdam 1614. |
15 | Jan de Laat, beschrijvinge van Westindien, Leyden 1630. |
16 | Historisch verhael der Remonstranten, van de jaren 1618 en 1619. |
17 | Reyd Nederlantsche Historien, Amsterdam 1649. |
18 | Meteren Nederlantsche Historien, Delft 1599. |
19 | Augustinus van de stadt Godts, Amsterdam 1646. |
20 | Titus Livius Romeynsche Historien, Amsterdam 1635. |
21 | Gouthoven Chronijck van Hollant, Zeelant en Westvrieslant, 's Gravenhage 1636. |
22 | Hóófs Nederlandsche Historien, met het vervolgh, 2 deelen, Amsterdam. |
23 | Hóófs Hendrik de Gróte, Amsterdam 1626. |
24 | Veldtbouw ofte Lantwinninge de Stevin. |
25 | Bocks Krauter buch, zu Strasburg 1551 |
26 | Hugens Formulaar-buch, Tubingen 1548, |
27 | Kunst der Chirurgie, Antwerpen 1533. |
28 | Justificatie van de Acte van Seclusie, van den Prins van Orangie. |
29 | Bullingeri Haus-Postill. |
Nederduytsche boecken.
In Quarto.
1 | Lieve van Aitzma Historien van Saken van Staet en Oorlog in de Nederlanden, in 9 Deelen, 's Gravenhage. |
2 | Ioh. Calivinus 40 Predicatien over Iob, Amsterdam. |
3 | Grotii Verantwoordinge van de Wettelijcke Regeringe van Hollant. |
4 | Verheydens Afbeeldingen der doorluchtige Mannen, die den Antichrist bestreden hebben, 's Gravenhagen 1603. |
5 | 't Landts Recht van Over-Yssel. |
6 | Graswinckel wel-levens wetenschap en wijsheyt. |
7 | Uytenbogaarts Leven en Kerckelijcke Bedieninge. |
8 | Episcopi Antwoort op de Proeve van A. Heydanus, Rotterd. |
9 | Grotii Verantwoording. |
10 | Virgilius door Vondel vertaelt, Amsterd. |
11 | Duinglo Vredens Predicatie, Amsterd. |
12 | Camphuysens verscheyden Theologische Wercken, Amsterd. |
13 | Hoofts Hendrik de Gróóte, Amsterd. 1638. |
14 | De Arabische Alkoran. |
15 | Baudarti Gedenckweerdige Spreucken. |
16 | Episcopius tegens Wadingeum. |
17 | Uytenbogaerts Leven en Kerckelijcke Bedieninge. |
18 | Suetonius van 't leven der Roomsche Keyseren, Amsterd. |
19 | Iconologia of Uytbeeldinge des Verstants, de Cesare Ripa, Amst. |
20 | 't Leven en Doot van Iohan van Oldenbarnevelt 1648. |
21 | d'Onstelde Leeuw, door D.P. Pers, Amst. |
22 | Verscheyden Tractaten, ontrent 't jaar 1618. |
23 | Poppi Enge Poorte, Gouda 1616. |
In Octavo.
1 | Kilianus Duytse en Latijnsche Dictionarum, 2 Voll. |
2 | Verhaal-boeck van den Card. Bentivoglio. |
3 | Camphuysen Theologise Wercken, 2de Stuck. |
4 | Sems en Dou Practijke der Landmetens. |
5 | Beverwijks Heel-konst, |
6 | Beverwijks Schat der Gesontheyt |
7 | Beverwijks Idem. |
8 | Strada Nederlantse Historien, Eerste Deel. |
9 | Spiegels Hart-Spiegel, en Epictetus handboecxken. |
10 | Konincklijcke Verdeding voor (Carel) de (1). [Hier zijn twee leemten]. |
11 | Hamer Toetsteen der Waerheyts. |
12 | Heermans Gulde Annotatien. |
13 | Slatii Wel-biddens Onderwijs. |
14 | Tengnagels Verwoestinge der Stadt Naarden. |
15 | Bernard. vide Ultra Lutherum. |
16 | Herodianus Historie |
17 | Beverwijcks Inleydinge tot de Hollantse Geneesmiddelen. |
18 | Bezae van 't Ketterdooden. |
19 | Alardi Catechismus. |
20 | Remonstrantsche Catechismus. |
21 | Grevinchovius tegens Costerus. |
22 | Polydori Virgilii ofte vinder der Consten. |
23 | Mathieu van Hendrick de Vierde. |
24 | Herodianus Historien |
25 | Hoofts-verheffinge van 't Huys de Medicis. |
26 | Curtius van de Daden van Alexander de Groote. |
27 | Bernardi Handtboexken. |
28 | Herstelde Leeuw. |
29 | Goethals van 't Overlijden van Prins Hendrik. |
Een schoone Boecke-kas.
Eenige Packetten.
- voetnoot1)
- Men denke hier b.v. aan de Vondeltentoonstelling in 1879 te Amsterdam gehouden - Ungers Bibliographie van Vondels werken - de Bilderdijkiana in de Univ. Bibl. te Amsterdam.
- voetnoot2)
- Wel is waar bestaat voor Vondel geene volledige (contemporaire) uitgave, in dien zin, dat al zijne werken bij zijn leven of kort na zijn' dood te gelijker tijd en in gelijk formaat gedrukt zijn, maar toch verkrijgt men die, wanneer men de verschillende bundels poëzie (ook de hekeldichten), tooneelstukken, enz. te zamen voegt, C.'s gedichten en tooneelstukken zijn indertijd nooit bijeengebracht. Vandaar ook, dat men wel stukken aan hem toegeschreven heeft, die zeker of zeer waarschijnlijk niet van hem zijn. Men zie Kollewijns uitgave blz. XV, 73, 491, 617. In het door Bredero uitgegeven liederboek ‘Apollo’ van 1615 zijn waarschijnlijk wel meer gedichten van Coster dan de twee, die onderteekend zijn en de andere drie, later in zijne tooneelstukken opgenomen.
- voetnoot1)
- Dr. R.A. Kollewijn, Samuel Costers werken, Haarlem 1883. Deze editie bevat o.a. een veertiental gedichten, geschreven tusschen 1609 en 1658. Hiervan is één waarschijnlijk niet eens van C. Eén gedicht is niet door K. opgenomen (Unger, Ned. Spectator 1883). Bezwaarlijk is het te gelooven, dat hier alle losse verzen van den schrijver vereenigd zouden zijn. Redelijkerwijs gesproken kan er toch niet meer dan een klein gedeelte bijeen zijn.
- voetnoot2)
- Unger: Vondels werken, deel 1641-1642 blz 2.
- voetnoot3)
- Alle de gedichten van .... Jan Vos, Amsterdam 1662, blz. 172.
- voetnoot4)
- Blz. 28 der gedichten achter diens ‘lantspel’: De getrouwe herderin, Amsterdam 1658. Zie dit gedicht ook bij Kollewijn, t.a.p. blz. XI, waar het naar een M.S. in eene verameling van C.'s werken, toebehoorende aan de Maatsch. van Lett. is afgedrukt De onderteekening (S.I. 28), in dat werk is dus duidelijk.
- voetnoot1)
- Men zal zijn' naam dan ook niet vinden in Roukema's Naam-Boek der beroemde Genees- en Heelmeesters van alle Eeuwen. Amsterdam, 1706, waarin toch verscheidene tijdgenooten opgenomen zijn.
- voetnoot1)
- Resol. Oud-Raad II, fo 142 v80, 6 April 1662. Daar deze aanteekening, voorzoover ik weet, nog nooit in haar geheel afgedrukt werd en toch merkwaardig genoeg is, volgt ze hier: Opt versoeck van Samuel Coster nu int vyftichste iaer doctor vant Gasthuys ten eynde hij mocht emeritus verclaert worden, met presentatie uyt sijn tractement D. Deyman toe te laeten coomen hondert ryxdaelders, mits daer voor het gasthuys alleen waarneemende, waerop sijnde gedelibereert is goetgevonden aen Dr. Coster sijn versoeck toe te staen, als mede dat Dr. Deyman het gasthuys alleen sal waerneemen en daer vooren booven de 100 ryxdaelders uyt het tractement van Dr. Coster, noch sal genieten twee honderd vyftich gl. geduerende het leven van gemelte Coster wel(ck) geldt aen gemelte Dr. Deyman betaelt sal worden bij de Regenten vant Gasthuis.
- voetnoot2)
- Naar mij toeschijnt is hij in een der dorpen om Amsterdam in alle stilte begraven. In de begrafenisboeken op het Archief dezer stad is ten minste zijn naam niet te vinden.
- voetnoot1)
- Dr. Kollewijn, Samuel Costers Polyxena. (Bibliotheek van ‘Noord en Zuid’ IX, blz. 27 en vgl.): Meer nog dan aan het genoemde Latijnsche werk (Seneca's Troades) heeft Coster, zooals wij zullen aantoonen, aan de Hekabe van Euripides gedacht. (Geciteerd in Jonckbloet's Ned. Letterk. 4e dr. deel III, blz. 241).
- voetnoot2)
- Zwolsche Herdrukken, IX-XI, blz, VIII-XIX.
- voetnoot3)
- Jonckbloet, t.a.p. blz. 167, wijst op eene Nederlandsche vertaling, te Antwerpen in 1615 verschenen, waarin slechts de 23 eerste zangen voorkomen.
- voetnoot1)
- Uit de twee verschillende drukken, die hiervan tot ons gekomen zijn, mag men opmaken, dat het hier en daar zeer scherp gedicht indertijd veel opgang gemaakt heeft.
- voetnoot2)
- De priester Euripylus, (= wijde poort) is volgens de pamfletschrijvers uit dien tijd niemand anders dan Triglandius, die het werk van Ed. Poppius bestreden heeft. Zie hierover Kollewijn, Costers werken blz. 633.
- voetnoot1)
- Zie Kollewijns uitgave, blz. 614.
- voetnoot2)
- Men denke aan de opening der ‘Duitsche Academie.’
- voetnoot3)
- De talrijke drukfouten en onnauwkeurigheden stelle men op rekening van de geringe zorg aan den oorspronkelijken catalogus besteed.
- voetnoot(1)
- Het cijfer is met schrijfinkt ingevuld.