Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 16
(1897)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
f. Van der manen zeden.Zoo zou ik het gedicht willen noemen (zie vs. 25), waarmede op fol. XIII en XIV de kalender gesloten wordt. Behalve voor onze taalkennis, is het ook een niet onbelangrijke bijdrage tot de kennis van het geestelijk leven onzer voorouders. Want al vinden we hier en daar verspreid een aantal mededeelingen omtrent den invloed der planeten en van de maan in het bijzonder, en andere zoo groote verzameling van raadgevingen, en daaronder zoo vermakelijke, zal niet gemakkelijk te vinden zijn. Mij althans is, hoe ik er ook naar gezocht heb, geen onder de oogen gekomen. Evenmin heb ik onder de gedrukte overblijfselen van onze Dietsche letterkunde iets kunnen vinden, dat met dit gedicht samenhangt. Eene mededeeling echter van Soltau in Mone's Anzeiger IV, 203 deed mij vermoeden, dat het daar vermelde Wolfenbutteler Hs. (18. 2 Aug. 4to, Codex Guelferbytanus) wel iets dergelijks kon bevatten. Het reglement van die bibliotheek maakte het wel onmogelijk, dat ik het Hs. zelf ten gebruike kon bekomen, maar door de vriendelijke tusschenkomst van den bibliothecaris, prof. dr. O. von Heinemann, kreeg ik een keurig afschrift van dat gedeelte van het Hs., dat ik noodig had. Het tweede gedeelte van dit Hs. bevat een uittreksel uit een Latijnschen ComputusGa naar voetnoot1). Tusschen de verschillende gedeelten daarvan vindt men: 1o. een Mnl. cisiojanus, voorafgegaan van | |
[pagina 130]
| |
eene uitlegging in verzen, waarvan de schrijver zich Clayskyn noemt, 2o. vs. 1-1160 van de door Clarisse uitgegeven Natuurkunde van het Geheel-al. Maar bovendien is in dit laatste werk na vs. 1012 de proloog ingelascht van het hier uitgegeven gedicht, terwijl verder bij ieder teeken na de verzen van de Natuurkunde die van ons gedicht zijn opgenomen. Waar de laatste beginnen, staat steeds een aandachtsteeken. Wij bezitten dus van ons gedicht 2 Hss., die ik G. (het Groningsche) en W. (het Wolfenbuttelsche) zal noemen. G. bevat een zuiverder tekst dan W., waarom ik dan ook den eersten uitgeef en de varianten uit W. aan den voet der bladzijde aanteeken. Veel belangrijks leveren ze wel niet op, voor het meerendeel gewone spellingverschillen, maar toch heb ik gemeend ze volledig te moeten mededeelen. In G. staat boven iedere afdeeling met rooden inkt de naam van het teeken, in W. telkens eene teekening. Hoofdletters heeft G. alleen aan het begin van elke afdeeling, W. aan het begin van iederen regel. Interpunctie ontbreekt in W. (of in mijn afschrift), in G. staan hier en daar punten, vooral tusschen nevengeschikte zindeelen en voor ende. Veranderingen in den tekst van G. heb ik niet gemaakt: het normaliseeren van spelling of buigingsvormen, dat bij grootere werken al zijne bedenkelijke zijde heeft, wordt bij kleinere louter willekeur. De varianten zijn dus alle uit W. Een enkele maal scheen mij eene kleine opheldering niet overbodig, terwijl ik ook hier en daar de aandacht meende te moeten vestigen op een minder algemeen woord of eene zeldzamere beteekenis.
Ga naar margenoot+Nuttelic eest in minen wane
Die conste te weten, hoe die mane
Die tekene loept elc maenscijn dore.
Ende want die mane hadde den core
5[regelnummer]
Ons telopen alrenaest
| |
[pagina 131]
| |
Haren loep met groter haest,
Gaf hur God van hemelrike
Te regeren ewelike
Die werelt ende dat daer in was
10[regelnummer]
Ende wesen zal, alsict las
In enen boeke die was fijn.
In duutsche maectic dat latijn
Ende vant daer in, dat zijt nochtan
Niet allene ghedoen en can,
15[regelnummer]
Mer ander planeten helpen haer
Ende letten zommels ouerwaer.
Mer die werelt in tghemene
Ontfincsi daer van Gode allene
Vor alle die ander te bestieren.
20[regelnummer]
Menschen voghelen ende dieren
Nature te gheuen ende wesen,
Ende vele mere alswijt lesen,
Heeft si van Gode dus ontfaen.
Hier om zo wil ic ane vaen
25[regelnummer]
Hier een dicht van haren zeden,
Des mi een vrient heeft ghebeden,
Daermen inne bekennen mach
Wat goet is doen op elken dach
Of quaet, of laten, of beghinnen,
30[regelnummer]
Wiesinen verliesen mach of winnen,
Hoet weder is of hoe tsal keren.
Beghinne wi inden name ons heren.
AriesGa naar voetnoot1).
Ga naar margenoot+Als in ariete is die mane,
Zo eest goet in minen wane,
35[regelnummer]
Wech ten oesten wart bestaen,
| |
[pagina 132]
| |
Die met comenscap ommegaen;
Want ic weet wel dat hi wint,
Die derwart zinen wech beghint.
Met viere eest dan werken goet
40[regelnummer]
Dinc, dat daer mede werden moet.
Die laten wil of gaen in bade,
Rade ict wel, heeft hijs stade,
Dat hijs besta, wil hi winnen.
Hets harde goet oec dan beghinnen,
45[regelnummer]
Wat haestelic wil zijn ghemaect.
Oec wit dat dan dweͣder spaectGa naar voetnoot1).
Hets quaet dan hoefde dwaen of netten
Ende in den hals ventosenGa naar voetnoot2) zetten,
Ga naar margenoot+BloedenGa naar voetnoot3) ter nese, hilec leiden,
50[regelnummer]
Huse te maken, castele bereiden,
Eens anders mans heerscap ingaen,
Vut carker lopen, wijch bestaen,
Carten maken of briene scriuen,
Die op goet sprekende bliuen;
55[regelnummer]
Noch ghenen raet en zalmen ruren
Op dinghe, die langhe willen duren.
Die dan oec name medicine,
Ga naar margenoot+Hi keredze met groter pine.
Taurus.
Ga naar margenoot+Taurus is dat ander teken
60[regelnummer]
Der manen, scriuic hier den leken.
Zo wanneer datsi daer ingaet,
Die dan doen wil minen raet,
| |
[pagina 133]
| |
Zal zayen houe ende oec zetten
Wijngart zonder enich letten;
65[regelnummer]
Want hi zal in corten uren
Wassen ende langhe duren.
Castele ende huse eest dan goet
Funderen, ende dat duren moet.
Hilec zalmen dan bestaen.
70[regelnummer]
Oec waenic in minen waen,
Datmen medicine zal helenGa naar voetnoot1)
Des menschen halze ende der kelen.
Wighe bestaen is onspoet,
Ende wat met haeste wesen moet.
75[regelnummer]
Bi der erden is die wint;
Die wolken lopen als onsint
Zonder reghen in der locht;
Zomwijl hebwi den neuel uocht.
Gemini.
Ga naar margenoot+In geminis eest goet beghinnen,
80[regelnummer]
Die vrienscap maken wil of minnen,
Pays oec maken onder viande,
Beghinnen wijch in elken lande;
Poysoen ende medicine
Machmen nemen zonder pine.
85[regelnummer]
Mer want die aerm in desen tiden
Mach qualec enich quetsen liden,
Radic dwasen na den vroeden,
Datsi hem van laten hoeden
Ga naar margenoot+Ende hoeden zelken wederstoet,
90[regelnummer]
Daer mach comen af die doet.
| |
[pagina 134]
| |
Naghele eest dan corten quaet.
Uut hauenen uaren is mijn raet,
Mer enighen andren wech beghinnen,
Radic niemen die wel winnen;
95[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want hi werdt anderwerf begonnen.
Oec scriuen die de waerheit connen,
Zo waer dan sterft man of wijf,
Dat daer een ander scier zijn lijf
Laten zal, zo waer dat es.
100[regelnummer]
Ende die gheneest, zijt zeker des,
In desen teken, dat hi te dale
Zal uallen in ene meerre quale.
Die oec breect vut yseren banden,
Hi werdt gheuaen met groten scanden.
Cancer.
105[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alze die mane in cancro
Gaet, die wil wesen vro
Ende daer af wil hebben zeghe
Van comenscapen of van weghe,
Hi moet gaen ten noerden waert.
110[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hets goet dan uechten dies begaert,
Ende wat dinghe dat men wil visieren
In dat water, zal wel tieren.
Hets medicine dan nemen goet.
Zi scriuen die des wel zijn vroet,
115[regelnummer]
Datmen nochtan der borst niet
Cureren zal hur verdriet.
Het is oec quaet dan huse maken
| |
[pagina 135]
| |
Of funderen, wantsi lakenGa naar voetnoot1).
Oec zo radic opembare,
120[regelnummer]
Datter niemant in en uare
Of ga besitten enich goet,
Dat iemans was die hem bestoet,
Of eens anders wie hi zi.
Oec eest quaet maken dinghe, die ghi
125[regelnummer]
Bi viere wilt maken of langhe duren.
Hets cout ende nat dan van naturen.
Leo.
Ga naar margenoot+Zo wanneer wi die mane zien keren
In leone, eest goet heren
Spreken opembaer ende stille.
130[regelnummer]
Die met viere oec werken wille,
Zal hebben spoet in desen tiden.
Zo wie oec wil met haeste liden
Enech werc, hets wel mijn raet,
Dat hijs besta in desen graet.
135[regelnummer]
Huse eest goet ende castele
Funderen. Ende die gout heeft vele,
Dat hi versmeden wil, beghinne.
Hets oec dan goet na minen zinne
Ghele cleder eerst aendoenGa naar voetnoot2).
140[regelnummer]
Mer hets dan een quaet cisoen,
| |
[pagina 136]
| |
Ga naar margenoot+Enen langhen wech bestriden,
Of oec langhe cledre sniden.
Ic wil oec datmen medicine hoede,
Want menze keert dan met bloede:
145[regelnummer]
Dat herte, leuer ende maghe
En gheͣrt gheenre cure in desen daghe,
Noch des menschen inghewant.
Oec zo eest mi wel becant,
Dattie tijt is heet ende droghe.
150[regelnummer]
Zommewijl gaet die mane zo hoghe
In desen teken, dattie sterren
Des climmens hem een luttel erren
Ende climmen mede na horen zeden;
Des hebwi neuel hier beneden.
Virgo.
155[regelnummer]
Ga naar margenoot+In virgine is hur nature
Droghe ende cout nader scrifture.
Hets dan goet zayen, grauen hove.
Oec zo wit, dat ic dan loue
Te planten wijngart ende bome;
160[regelnummer]
En spreke des niet ute enghen drome.
Hets oec goet ghescutte maken
Ende daertoe alle zaken,
Diemen van erden maken wille.
Oee zoudic node zwighen stille:
165[regelnummer]
In geminis, pisces ende in desen
Ende scorpione, als wijt lesen,
Machmen alle dinghe beghinnen,
Daermen dobbel aen wil winnen.
Mer hets quaet dan ene maghet truwen;
| |
[pagina 137]
| |
170[regelnummer]
Ghene weduwe zalmen scuwenGa naar voetnoot1).
Int noerden scuwe dan alle zaken.
Hets quaet met viere dan iet maken.
Oec en neme ghene medicine,
Want die tijt pleecht dan te zine
175[regelnummer]
Cout ende droghe van naturen.
Die wolken pleghen dan te ruren
Zonder water in der locht
Ende oec eest weder zomwijl vocht.
Libra.
Ga naar margenoot+Wanneer zi es in libra,
180[regelnummer]
Zo eest als ic mi versta,
Wech beghinnen goet int westen.
Dien wech houdic vor den besten,
Ga naar margenoot+Diemen dan beghinnen mach,
Alzo alsict ghescreuen zach,
185[regelnummer]
Wie comenscape dan driuen wille.
Oec zoudics node zwighen stille:
Ga naar margenoot+Hets dan goet die ader laten.
Wie dinc beghint, het sal hem baten,
Dat haestelijc wil zijn ghemaect.
190[regelnummer]
Oec weetic wel dat dan misraec,
Watmen van erden dan wil werken.
Ghescreven vant ic oec van clerken,
Dattie ghene wel slacht den dwasen,
Die den nieren of der blasen
195[regelnummer]
In desen tiden doet medicine.
Die tijt pleecht oec dan te zine
| |
[pagina 138]
| |
Heet ende nat, wel ghemoetGa naar voetnoot1).
Hets dan uut hauenen varen goet.
Scorpio.
Ga naar margenoot+Als zi es in den scorpioen,
200[regelnummer]
En weet ic niet wat goet is doen;
Want dit teken heet haer stal,
Daer zi in heeft ongheual.
Nochtan eest dan goet ontfaen
Medicine in minen waen.
205[regelnummer]
In erden eest dan pinen quaet.
Oec zo dunket mi goet raet,
Ga naar margenoot+Dat hem elc hoede dan
Te climmen, want waer enich man,
Die berghe of bome dan op clomme,
210[regelnummer]
Ic ducht hem droefheit quaem daeromme.
Der scamelheit en zalmen niet
Doen medicine, wats ghesciet.
Oec leestmen in der scrifturen,
Dat cout ende nat is van naturen.
Sagittarius.
215[regelnummer]
Ga naar margenoot+Sagittarius hierna steet,
In zire naturen droghe ende heet.
Als die mane coemt daer in,
Goet dunket mi in minen zin,
Onder viande vrienscap maken,
220[regelnummer]
Of die gerechte minne doet waken
Vergaderen, als ict bezach.
Oec eest goet op elken dach
Van desen teken die ader laten.
| |
[pagina 139]
| |
Die dan baedt, het zal hem baten.
225[regelnummer]
Wie hem in comenscap ghenaert,
Make zinen wech ten oesten waert.
Met vure eest dan werken goet.
Ghelt te slaen dan heeftmen spoet.
Oec eest goet dan wijch bestaen;
230[regelnummer]
Mer het sal te niewete gaen,
Watmen werct int water dan.
Oec zo rade ic elken man,
Ga naar margenoot+Dat hi der erden werc dan niet
En besta, wats ghesciet;
235[regelnummer]
Ende ic zoude mi sijns ontsien,
Die medicine dade den dien.
Hets droghe ende heet scriuic den leken,
Want uten oesten springt dit teken.
Capricornus.
Ga naar margenoot+Capricornus, als ict vant,
240[regelnummer]
Is cout ende droghe. Wie dan lant
Of hoeue spaedt of dan wil zayen,
Ic hoep dat hi ghewin zal mayen.
Bome ende wijngaerde zalmen zetten
In desen teken zonder letten.
245[regelnummer]
Die werct in derde, jc waen hi wint.
Ende die oec zinen wech beghint
Int suden, eest met comenscapen
Of anders, scriuen ons die papen,
Winninghe zal hem daer af comen.
250[regelnummer]
Oec weet ic wel, het sal hem vromen,
Die hem in zulke werke gheueertGa naar voetnoot1),
Dat enen corten einde begheert.
| |
[pagina 140]
| |
Ende hets quaet nemen enech wijf.
Die oec begonne strijt of kijf,
255[regelnummer]
Of enech heet werc dan vercore,
Ic weet wel dat hi verlore.
In rade te laten ghenen man,
Noch medicine te nemen dan;
Die knien en cureer oec niet
260[regelnummer]
In desen tiden hur verdriet.
Hets cout ende droghe van naturen
Ende die wijnt die pleecht te duren
Aen der erden alomtrent.
Die wolken an dat firmament
265[regelnummer]
Zonder water zietmen weinden,
Die ons dicwijl neuel zeinden.
Aquarius.
Ga naar margenoot+Aquarius heit huse beghinnen
Te funderen, die wil winnen
Of daer in uaren. Oec eest goet
270[regelnummer]
Dan hilec doen, of laten bloet.
Oec zo is die tijt dan waert
Dinghe beghinnen, dat begaert
Langhe te duren; mer men zal
In deser tijt gheen ongheual,
275[regelnummer]
Datten benen hoert, cureren.
Een ander dinc wil ic v leren,
Dies ic mi hebbe nu bedacht:
Wat haestelic wil zijn ghewracht,
Ga naar margenoot+Noch langhen wech en zalmen niet
280[regelnummer]
Bestaen, wat dijns lijfs ghesciet.
Nature is dan heet ende nat;
Astromine scriuen dat,
Dat dan vut hauenen is goet varen,
| |
[pagina 141]
| |
Want van ghewoenten pleecht teharenGa naar voetnoot1).
Pisces.
285[regelnummer]
Ga naar margenoot+Pisces hebben hoer cysoen,
Al zulc, dat dan goet is doen
Hilec ende vrienscap maken,
Ziluer smeden zonder laken.
Ga naar margenoot+Ghescutte maken eest oec goet
290[regelnummer]
Ende wat met water werden moet.
Int water eest oec, scrijftmen plaen,
Ten norden wart goet wech bestaen.
Medicine eest nemen goet.
Comenscap zal hebben spoet.
295[regelnummer]
Ende oec daermen wil aen winnen,
Zalmen in deser tijt beghinnen.
Mer hoetti dan van allen boetenGa naar voetnoot2)
Den teen te doen ende den voeten.
Hets met viere dan werken quaet.
300[regelnummer]
Die tijt ende der naturen staet
Zie ic staen in Goods ghewout,
Ghelijc den visch nat ende coutGa naar voetnoot3).
p. leendertz jr. |
|