Grande.
Eerst nadat ik het voortreffelijk opstel van De Vries over granje tot een woordenboeksartikel had verwerkt is mij ter oore gekomen dat een der daarin genoemde bijvormen, t.w. grande, nog heden te Leiden van algemeene bekendheid en in bloeiend gebruik is. ‘Hij kon zijn grande (ook wel gerande) niet halen’ zegt men hier van iemand die - door toorn of drift overstuur - zijn moed niet te koelen, zijn wraaklust niet bot te vieren weet. Men brenge dus dit bewijs uit de levende taal op zijn hoefslag onder de in het Woordenboek (Deel 5, 570) vermelde beteekenis: ‘den lust om zich te wreken bevredigen’, het bijbelsche: ‘zijn lust aan zijne haters zien’.
Leiden, Juli 1893.
a. beets.