Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 10
(1891)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
Juchtleer.Het juchtleer komt, met zijn naam, uit Rusland; en de etymologie van jucht is waarschijnlijk reeds vroegtijdig in het Russisch gevonden, althans in een Nederlandsch boekje over de leerlooierij van 1789 staat: ‘De naam Jugt (eigenlijk Juft) ... betekend een paar, vermits bij de bereiding altoos twee huiden worden te zaamen genaaid.’ Dit bericht, op zich zelf niet ongeloofelijk, komt overeen met wat men leest in jongere werken. De twee aan elkander genaaide huiden vormen een zak, waarin men de roode vloeistof giet, wier kleur het leder ten slotte aanneemt. In den laatsten tijd echter is men bij het verven ook eene andere methode gaan volgen.Ga naar voetnoot1) Wat sinds lang bekend is, vindt men in alle woordenboeken: overal staat te lezen, dat jucht afkomstig is van het Russische yuftĭ dat paar beteekent. Men acht daarmede de zaak afgedaan, en in zekeren zin te recht. Doch wie van het Russisch eenige kennis heeft, kan zich niet onthouden van de opmerking dat yuftĭ voor het begrip paar toch een allesbehalve gewone term is; en wat hem nog meer treft is de vorm zelf, die geenszins het voorkomen heeft van Slavisch te zijn. Raadpleegt hij het Etymologisch Woordenboek van Miklosich, dan vindt hij tot zijn leedwezen niets meer dan hij reeds bij Grimm en anderen heeft gelezen: yuftĭ wordt door Miklosich in 't geheel niet verklaard. Het Russisch heeft twee vormen: yuftĭ en yuchtĭ, maar geen van beide kan oorspronkelijk Slavisch wezen. Uit idg. pt wordt in het Germaansch ft, maar in het Slavisch t, b.v. in netijĭ, neef, gr. ἀνεψιός. Uit idg. kt ontstaat in het Slavisch niet cht, maar št, b.v. in noštĭ, nacht. Bij Dahl vindt men behalve yuchtĭ ook yuchta, dat de verklaring van het woord evenmin kan geven, en verder nog yuchotĭ, waaruit echter in het Russisch evenmin yuchtĭ kan worden als b.v. uit lokotĭ de tweede | |
[pagina 145]
| |
o kan wegvallen. Er blijft dus geen andere onderstelling over dan deze, dat de naam van het cuir de Russie evenmin Russisch is als Hollandsch, te meer daar yuchtĭ ook in het Russisch betrekkelijk jong moet zijn; in het Oudslavisch althans komt het niet voor, gelijk men wel kon vermoeden. In het zoo uitvoerige woordenboek van Dahl worden van deze vormen twee beteekenissen opgegeven, vooreerst die van juchtleer, en ten tweede die van ‘de drie akkers waartoe een stuk land achtereenvolgens wordt gebruikt,’ en waarvan de eerste bezaaid wordt met winterkoren, de tweede met zomerkoren, en de derde braak ligt; de drie akkers derhalve, bij de zoogenaamde dreifelderwirthschaft in gebruik.Ga naar voetnoot1) Hier is yuchtĭ dus, zij het ook niet een paar, dan toch een stel van bij elkander behoorende zaken. Aangenomen echter, op gezag van Miklosich, dat de oudere beteekenis inderdaad was paar, dan is de vraag: vanwaar kan het Russisch dien vorm hebben gekregen? Het begrip paar en een vorm als yuchti doen te zamen onmiddellijk denken aan een Indogermaanschen vorm als yukti of yukta, en wegens de cht schijnt de eene of andere Iraansche taal hier in 't bijzonder in aanmerking te komen. In het Skr. heeft yukta als substantivum de beteekenis van een span, in de Avesta komt yuchta, naar het schijnt, alleen voor als adjectivum. - Gesteld dat yuchtĭ of yuftĭ inderdaad uit het jongere Iraansch afkomstig is, dan zal ieder terstond vragen, of yuftĭ eigenlijk Perzisch kan wezen. Maar voor het latere Perzisch geldt als regel, dat eene oorspronkelijke y aan het begin van een woord overgaat in de palatale media j; vandaar javân, jong, jav, gerstekorrel, jug, juk. Voor idg. yukta zou men verwachten jucht, doch men vindt in plaats daarvan juft: die overgang van cht tot ft schijnt in het Perzisch anders zoogoed als niet voor te komen.Ga naar voetnoot2) In de literatuur beteekent juft voornamelijk iemand die met een ander een paar uitmaakt, derhalve | |
[pagina 146]
| |
een gezel, een gade (zie het woordenboek van Vullers), doch men kan ook overal de beteekenis paar, span vermeld vinden, en dat wel als eene zeer gewone. De j als beginletter is niet alleen te vinden in den vorm der algemeene schrijftaal, maar ook in de dialecten, althans in eenige waaromtrent men is ingelichtGa naar voetnoot1). Het beste is men bekend met het Kurdisch; in het woordenboek van Jaba-Justi wordt djot opgegeven in den zin van paire, couple, jumeaux. Doch Justi vermeldt in zijne Kurdische Grammatik ook cukht in denzelfden zin; hier is dus de oorspronkelijke cht bewaard, maar de palatale media is in de tenuis overgegaan, iets dat ook elders gebeurt, en dat waarschijnlijk ook zou hebben plaats gehad, indien de Perzische vorm juft in het Russisch was overgenomen, te meer daar het Russisch de palatale media j niet bezit: zoo is b.v. russ. čemodán, koffer, voortgekomen uit een oosterschen vorm met jGa naar voetnoot2). Men kan het zoogoed als zeker achten dat uit perz. juft niet russ. yuftĭ kon worden. Het schijnt echter, dat de hierboven uit Darmesteter aangehaalde regel niet absoluut is, althans er bestaat ook in het Perzisch ten minste één woord, waarbij de y aan het begin niet in j is overgegaan. Bij Vullers wordt jug vertaald met lignum quod collo bovis aratoris alligari solet, maar yug met jugum, en dit laatste moet blijkens verschillende woordenboeken een gewone term zijn. Doch misschien is yug een niet zuiver Perzische vorm, ontleend aan talen waarin de y altijd y bleef. Zulk eene taal moet b.v. het Ossetisch zijn, daarin althans beantwoordt aan Skr. yava niet jav, maar yau, yevGa naar voetnoot3). De onderstelling kan niet gewaagd zijn, dat de naam van het juchtleer een Iraansch woord is, niet ontleend aan het eigenlijke Nieuwperzisch, maar aan eene taal waarin de oorspronkelijke beginletter y onveranderd bleef. Indien de overgang van cht tot ft in perz. juft als eene bijzonderheid moet worden beschouwd, | |
[pagina 147]
| |
dan is er eenige kans dat in het Russisch de vorm yuchtĭ ouder is dan yuftĭ. Maar zou dan in het Russisch zelf in het overgenomen woord ft zijn kunnen ontstaan uit cht? Men denkt bij die vraag onwillekeurig aan eene andere soort van leder, die in het Russisch heet safijan, en waarvan de oorspronkelijke oostersche naam luidt sachtiân, waaruit in sommige Europeesche talen saftian is gemaaktGa naar voetnoot1). Doch gesteld dat russ. yuchtĭ, yuftĭ inderdaad een Indogermaanschen vorm yukti of yukta vertegenwoordigt, dan zal het nog wel onmogelijk zijn te beslissen, in welk taalgebied van Azië of Europa de cht in ft is overgegaan. Nog één punt moet worden opgehelderd. De Russische vorm yuchtĭ levert eenig bezwaar op wat de eindletter betreft. Deze klinkt wel niet als eene eigenlijke i, maar zij herinnert toch, naar het schijnt, aan een vorm die wel op eene i uitging; is dan de oorspronkelijke Indogermaansche vorm yukti? Dat is niet zeer aannemelijk, want in het Skr. b.v. heeft yukti altijd of bijna altijd eene abstracte beteekenis; veel liever zou men yukta als grondwoord onderstellen; maar hoe is men dan in het Russisch gekomen tot yuchtĭ? - In de boven aangehaalde plaats uit een werk van 1789 zijn met opzet enkele woorden weggelaten, er staat: ‘De naam Jugt (eigenlijk Juft), of, in het eenvoudige Jufti, betekend een paar.’ De schrijver, waarschijnlijk evenmin als zijn zegsman een taalgeleerde, moet hebben vernomen dat de vorm op i dient ter aanduiding van ‘het eenvoudige’, - en een dergelijke uitgang i is wederom bekend uit het Perzisch, niet uit het Russisch. Zou men derhalve in de ĭ van yuchtĭ almede een bewijs mogen zien van Iraansche afkomst? De grondvorm zou dan kunnen wezen yucht (uit idg. yukta), vermeerderd met het lidwoord van eenheid: eene in het Perzisch althans zeer gebruikelijke verbinding. Deze laatste redeneering echter steunt niet op goeden grond. De schrijver van het bovengenoemde Hollandsche werk heeft, | |
[pagina 148]
| |
zooals hij zelf vermeldt, ook Duitsche boeken geraadpleegd, waaronder die van Beckmann, een hoogleeraar te Göttingen. In diens Anleitung zur Technologie, waarvan ik den vijfden druk (ao. 1802) heb kunnen inzien, staat eene verhandeling over de leerlooierij, en eene uitweiding over den naam jucht komt hier voor in een gedeelte, dat blijkbaar letterlijk in het Hollandsche werk is vertaald. In den Duitschen tekst leest men: ‘Der Namen Juft, oder in der vielfachen Zahl, Iufti, bedeutet ein Paar, weil bey der Zurichtung allemal zwey Häute zusammen genähet werden’. Wat hieraan voorafgaat en wat er op volgt staat evenzoo in den Hollandschen tekst, en dus kan men er niet aan twijfelen of deze laatste is hier eene vertaling. Wat de hoogleeraar zegt is waar: het meervoud van russ. yuftĭ is yufti: hoe komt de Hollander er toe te spreken van het eenvoudige en niet van het meervoudige? Men kan daarnaar gissen, - waarschijnlijk heeft hij yuftĭ verward met yufti -, in elk geval kunnen zijne woorden voor de bewijsvoering geen dienst doen.
a. kluyver. |
|