Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 8
(1888)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 260]
| |
Trawant.Wanneer een zelfde woord gebruikt wordt bij zeer verschillende Europeesche volken, dan is het nogal dikwijls mogelijk bij benadering althans te bepalen, waar zijn vaderland moet worden gezocht. Meer nog dan de vorm, wijst de beteekenis ons den weg. Tallooze voortbrengselen van kunst en natuur zijn door het eene volk van het andere overgenomen, doch blijven herinneren aan hun oorsprong. Wie van eene welbekende bloem kent de namen tulp, tulipe, tulipan, tulipano, en in het Grieksch en Latijn geen spoor daarvan ontdekt, zal aanstonds denken aan het Oosten; wie met vormen als calèche en cravache niets weet te beginnen, zal gaan zoeken in de talen van Slavische of Turksche volken. Doch soms geraakt men het spoor bijster, en dit is het geval bij het hierboven genoemde trawant. Vreemde woorden pleegt men te verminken, en zij hebben daardoor in eene zelfde taal vaak meer dan ééne gedaante. Nevens trawant staan de bij Plantijn en Kiliaan bewaarde vormen travant, drabant, dravant, trouwant, trauwant. Bij de twee laatstgenoemde moet de volksetymologie in rekening worden gebracht, vooreerst de gedachte aan trouw, die bij een woord dat lijfwacht beteekende, allicht kon opkomen, en ook verwarring met truwant, landlooper, tafelschuimer, dat aan fr. truand is ontleend (zie Kiliaan). In het Fransch was traban al vroeg in gebruik; bij Roquefort staat (2, 641): Trabans, soldats armés de hallebardes. Men gevoelde evenwel dat het van elders kwam; La Curne vertaalt het met soldat suisse ou allemand, en de Dictionnaire de l'Académie heeft: ‘Mot qui, en allemand, signifie Garde, et qu'on a quelquefois employé pour désigner des militaires armés de hallebardes, et chargés d'un service particulier.’ Halma geeft deze verklaring: ‘Nom de certains soldats ou sousofficiers dans la compagnie des Cent Suisses à la Cour de France.’ In het Italiaansch is trabante niet volstrekt onbekend, Littré vermeldt het b.v., maar in de woordenboeken vindt men het bijna nooit | |
[pagina 261]
| |
opgegeven: fr. traban wordt gewoonlijk vertaald met lanzo o soldato nella Guardia Imperiale in Germania; ook Diez vermeldt het niet. Alvorens het woord in nog andere talen te zoeken, kan men zeggen dat de Franschen, Italianen en Nederlanders hunne vormen uit Duitschland hebben gekregen, en in het Hoog- en Nederduitsch bestond drabant, trabant dan ook in de middeleeuwen.Ga naar voetnoot1) In het Romaansch moet de etymologie dus stellig niet worden gezocht, en de vraag van Littré: ‘le traban serait-il le porteur d'une trabe, bâton de bannière?’ kan men gerust ontkennend beantwoorden. In de jongste uitgave van Kluge's woordenboek wordt eene reeds lang bestaande en zeer eenvoudige verklaring gehandhaafd: ‘mit roman. partizipialbildung ist nhd. Trabant aus traben abgeleitet.’ Terstond overtuigend is die verklaring niet; noch de wijze van afleiding, noch de beteekenis van het grondwoord maken haar waarschijnlijk. Het achterv. ant dient wel om van vreemde, Romaansche ww. nieuwe substantiva af te leiden (verg. b.v. speculant, bij ons gevormd van speculeeren, naast fr. spéculateur en derg.), maar bij zuiver inheemsche woorden pleegt het niet te worden gebruikt. Diez maakt van de verklaring uit traben dan ook slechts aarzelend gewag, en Grimm zegt (Gramm2. 2, 325): ‘nhd. trabant scheint fremd.’ Eene geheel andere gissing werd in 1865 uitgesproken door Dr. E.R. Rösler, in zijn opstel ‘Die griechischen und türkischen Bestandtheile im Romänischen.’Ga naar voetnoot2) In het Rumeensch, dat zooveel uit het Turksch heeft overgenomen, hield hij ook dorobant (nevens daraban, doroban) voor hetzelfde als derbân, dat door het Turksch aan het Perzisch is ontleend, en, bij Zenker althans, alleen portier beteekent. Uit het Turksch, meende Rösler, is het woord in de Oost-Europeesche talen, en vandaar westwaarts doorgedrongen. Die verklaring ontving den krachtigsten steun dien haar uitvinder kon verlangen, dien van Miklosich. | |
[pagina 262]
| |
Doch deze heeft de stelling alleen overgenomen, geen nader bewijs heeft hij er aan toegevoegdGa naar voetnoot1); en als men tracht zich van hare juistheid nauwere rekenschap te geven, dan wordt men toch niet volkomen gerustgesteld, ondanks het gezag van zulk een meester. In de beteekenis van het Turksche woord is geen bezwaar gelegen: een woord dat eigenlijk portier aanduidde, kon, elders overgenomen, licht voor hellebardier, lijfwacht worden gebruikt. Maar kan het Rumeensch zijn vorm niet uit eene Europeesche taal hebben gekregen? Dit wordt beweerd door de Cihac, die het Rumeensche daraban ontleend acht aan het Hongaarsch, waar het luidt darabant.Ga naar voetnoot2) Ook hij laat het bij de bewering, doch ook wie van zich zelf erkennen moet dat hij een vreemdeling is in het Hongaarsch, kan toch gemakkelijk eenigen steun vinden voor deze opvatting. Een welbekend, echt Slavisch woord voor een stukje van iets, ook schroot, gruis, scherven en derg. is drobῐ of drob, dat in het Rumeensch in dien zelfden vorm is overgenomen. De Hongaarsche woordenboeken vermelden in dien zin darab, dat toch wel geen ander woord kan zijn dan het Slavische drob, gewijzigd naar eene behoefte van de Hongaarsche uitspraak. Is dit het geval, dan kan ook hong. darabant allicht zijn ontleend aan eene taal die drabant kende, zooals b.v. het Poolsch of het Boheemsch, en dan zou daraban in het Rumeensch uit het Westen in plaats van uit het Oosten moeten gekomen zijn. Is drabant dan uit het Slavisch op te helderen? Ware dit mogelijk, dan zou Miklosich het zonder twijfel reeds lang hebben gedaan. Neen, drabant heeft, in zijn geheel genomen, niet het voorkomen van een Slavisch woord; is de tweede lettergreep niet door derbân te verklaren, dan kan -ant niet anders zijn dan de gewone Romaansche uitgang: drabant in het Poolsch en Boheemsch is stellig van Duitschen oorsprong, en uit Duitschland moeten alle vormen zijn gekomen die in de verschillende talen van Europa worden gevonden. | |
[pagina 263]
| |
Toch heeft het Slavisch een woord, dat ernstige overweging verdient, nl. drab, dat althans in het Poolsch en Boheemsch voorkomt, en welks etymologie niet bekend is, maar dat in elk geval niet eene verkorting van drabant kan wezen. Voor poolsch drab, boh. dráb worden te zamen deze beteekenissen opgegeven: infanterist, gendarme, slotbewaarder, heyduk, landlooper, boerenpummel, pion in het schaakspel. Die reeks van begrippen komt geheel of gedeeltelijk ook voor bij geheel andere woorden. Mhd. vende b.v. is: jonge man, voetganger, soldaat te voet, pion; it. fante, fr. fantassin en de daarmede gelijkstaande vormen drukken eigenlijk uit: een jonge borst, een kerel. Andere beteekenissen komen meer uit bij heyduk, in het Turksch hajdud, dat oorspronkelijk de naam is voor zekere soort van Hongaarsche infanteristen, en dat in de verschillende talen, waarin het is overgenomen, ook wordt gebruikt voor: struikroover, lijfknecht, diender enz.; met kozak is het bijna evenzoo. Met dit drab heeft drabant groote gelijkenis in vorm en beteekenis; Lexer verklaart drabant met fusssoldat, vuozgengel, en het had dus oudtijds een ruimer begrip dan dat van lijfwacht. Zou de drabant niet een Duitsche heyduk wezen: eigenlijk een voetknecht, een huurling van de eene of andere vreemde nationaliteit, die, juist als vreemdeling, als ‘Zwitser’, voor lijfwacht werd gebruikt? En indien, wat zeker is, het Slavische drab niet uit drabant kan zijn ontstaan, kan het dan niet omgekeerd tot het ontstaan van drabant hebben aanleiding gegeven? Men kan hiertegen aanvoeren, dat dit drab of trab op zich zelf in het Duitsch niet bekend is; immers uit drabeknecht, dat bij Lexer éénmaal voorkomt in den zin van trabant, mag men niet te veel afleiden: het is daar figuurlijk, dichterlijk gebruikt, en misschien gevormd naar analogie van drabehunt (zie Weinhold, Mhd. Gr. bl. 243). Men zou moeten aannemen, dat drab, overgenomen in het Duitsch, werd voorzien van het overbodige achtervoegsel ant. Dit schijnt zonderling, doch is het in het Romaansch anders gegaan met admiraal en de daarmede | |
[pagina 264]
| |
verwante vormen? Er wordt onder de geleerden niet meer aan getwijfeld, dat dit woord is arab. amīr, verlengd met allerlei Romaansche suffixen, al, aut, ant enz., waardoor het in uiterlijk voorkomen aan andere woorden van soortgelijke beteekenis werd gelijkgemaakt: van amīr zonder eenig suffix is niets te bespeuren. Kan ook drab niet op dergelijke wijze zijn vervormd tot drabant, waardoor dit overeenkwam met woorden als b.v. wîgant en vooral sarjant? Ware drab een Duitsch woord, dat men volkomen begreep, dan zou zulk eene verlenging hoogst onwaarschijnlijk wezen, maar bij uitheemsche vormen wordt de regelmatigheid der afleiding niet meer streng in het oog gehouden.
a. kluyver. |
|