Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 1
(1881)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– AuteursrechtvrijGenezen.Een ieder weet dat genezen (transitief) en heelen synoniem zijn. In 't Gotisch is ganisan uitsluitend intransitief, terwijl als transitief optreedt het zoogenaamde causatief nasjan. Het eerste strekt ter vertolking van σώζεσϑαι, 't laatste van σώζειν. Dat de Goten den Heiland nasjands noemen, terwijl andere Germanen hēliand, hēland; hôelend; heiland kozen, is licht verklaarbaar en tegelijk een bewijs dat zoowel in nasjan als in hailjan en overeenkomstige vormen de begrippen van heelen, redden, lagen opgesloten. Niemand heeft trouwens hieraan getwijfeld. Het werkwoord welks Germaansche vorm nesan is, komt etymologisch volkomen overeen met Oudindisch násate, dat ‘samenkomen, zich vereenigen met’ beteekent. Het regeert den accusatief, evenals in menig geval 't Latijnsche convenire, waarmede nasate in beteekenis overeenstemt. Zonder merkbaar verschil van opvatting wordt sán-nasate gebruikt en wel met den instrumentaal; ook dit zou men in 't Latijn met convenire, vooral in den zin van ‘zich koppelen’ kunnen vertalen. In nas moet dus 't begrip liggen van eene vereeniging, en wat is heelheid anders dan eene eenheid der bestanddeelen? Wij zouden dus reeds op grond van 't voormelde recht hebben om ganisan met nasate of nog nauwkeuriger met sannasate te vereenzelvigen. Maar wij willen nog verder gaan en pogen te betoogen dat nasate, althans in afleidingen, ook den zin van | |
[pagina 38]
| |
genezen (intr.) moet gehad hebben. Een rechtstreeksch bewijs ontbreekt; daarom zullen wij het beoogde doel zijdelings moeten bereiken. Een der namen van de Açwins in 't Indisch is nâ'satya, een woord handtastelijk afgeleid van nasati, evenals âditya van aditi, en alleen dáárom niet herkend, omdat dit nasati toevallig verloren is gegaan. Nasati is gevormd van nas, op volkomen gelijke wijze als bijv. wasatí, verblijf, woning, van was, wásati, logeeren, enz. Eén van de beteekenissen van nasati moet geweest zijn: genezing. Zulks mag men met goeden grond opmaken uit het feit dat de Nâsatya's zijn: de goddelijke geneesheeren. Vergelijkt men deze uitkomst met de gegevens omtrent nesan in de Germaansche talen, dan kan ze slechts bevestigd worden. Het naamwoord nasati moet in de eerste plaats beteekend hebben: vereenigingspunt, voeg, verbinding, of met een Sanskrit. woord: sandhi, of ook wel sandhâna. De drie sandhi's der zon in haren jaarlijkschen loop zijn: nachteveningspunt der lente, zonnestand op 21 Juni en herfstnachteveningspunt. De Açwins, of Nâsatya's, zijn twee sterren in den Ram, die gedurende een bepaald tijdperk - laten wij zeggen: 't Wedisch tijdperk - bij den aanvang des jaars om 21 Maart aan den oostelijken gezichteinder zichtbaar waren bij 't morgengrauwen vóór zonsopgang. Daarom heeten zij de voorgangers van Zijne Majesteit, die weldra in allen luister Zijne regeering zal aanvaarden. Na drie maanden vertoonden zij zich na zonsondergang ongeveer in den meridiaan, want het verschil in lengte tusschen hen en de zon was dan ± 90 graad. Na nog eens drie maanden, dus bij de nachtevening van den herfst, zag men de Açwins kort vóór zonsopgang aan de westerkim. Zij worden derhalve in mythologisch-rnetorischen stijl, geboren - want geboren worden is te voorschijn komen - op de 3 Sandhi's, de 3 Nasati's der Zon. zijn dus de kinderen van den Sandhi, van de Nasati, en heeten daarom Nâsatya. Nu zou men kunnen beweren dat reeds 't begrip sandhi licht tot den mythe van 't geneesheerschap | |
[pagina 39]
| |
der Açwins aanleiding kon geven, en als het gansche woord nâsatya en 't Germaansche genezen niet bestonden, zou men ongetwijfeld aan het begrip genoeg hebben, maar nog veel gemakkelijker is die mythe te verklaren, indien èn 't begrip èn 't woord zelf aanwezig warenGa naar voetnoot1). |
|