Voor inbinden en herstelling werd verder vereischte zorg gedragen.
De handschriften werden overgebracht naar de kamer van den bibliothecaris, de wiegedrukken naar de gerasterde kasten op de leeszaal. De gangkasten namen in zich op wat de Bibliotheek bezit aan tijdschriften en vervolgwerken; de medische folianten in perkamenten band moesten daarom verhuizen naar de leeszaal, waar zij in de oude omgeving ook beter doen.
Voor meerdere bergruimten werden op de boekzaal 6 zijkastjes aangetimmerd.
Brandbluschmiddelen. - De brandbluschmiddelen werden vermeerderd met een extincteur op de gang, die er ook vroeger gestaan heeft. Zij werden verder geïnspekteerd, en de brandslangen daarna beproefd en, waar noodig, hersteld. Het komt mij wenschelijk voor, dat het personeel der Bibliotheek zich althans eenmaal per jaar in de praktijk van de aanwezige brandbluschmiddelen oefene en zich vertrouwd make met de behandeling van slangen en kranen met name.
Financiën. - Op de vergrooting voor 1903 werd voor den bibliothecaris een jaarwedde van ƒ 1500 uitgetrokken, Het traktement van den amanuensis werd van ƒ 900 gebracht op het maximum (ƒ 1000) en dat van den klerk met ƒ 50 verhoogd tot ƒ 400. De totaal-som bij genoemde begrooting voor de Stads-bibliotheek bedroeg hierdoor ƒ 4810 tegen ƒ 3460 in 1902.
Aanwinsten. - De Bibliotheek werd vermeerderd met 629 journaalnummers (843 in 1902) van aankoop en schenking. Van dit laatste noem ik in het bijzonder het legaat van wijlen den heer J. Spaan Sr., dat door bemiddeling van diens zoon, den heer G. Spaan, aan de Bibliotheek geschonken werd. De heer Spaan was, zoo men weet, hoofd van de kostelooze school D alhier, en had steeds groote belangstelling in alles wat het Haarlemsch onderwijs betreft. De vrucht van zijn onderzoeken en verzamelen op dit gebied nu - grootendeels eigenhandig geschreven verhandelingen over 24 hoofdonderwerpen - had hij na zijn dood toegedacht aan de Stads-bibliotheek van Haarlem, die daardoor nu in het bezit is gekomen van een handschrift, dat in 72 cahiers over onderwerpen van Haarlemsch belang voorlicht.
Een andere schenking, die van de dames Winkler te Overveen, bestond uit ruim 80 werken en verhandelingen van de hand van haren vader wijlen Dr. T.C. Winkler, conservator van Teyler's Museum. Het zijn grootendeels populair-wetenschappelijke geschriften op het gebied der plantkunde, geologie, dierkunde, natuurkunde, en vullen op welkome wijze aan wat de Bibliotheek reeds van dezen verdienstelijken Haarlemmer bezat.
Door aankoop werd de handschriftenverzameling vermeerderd met een Dietsch manuscript, dat toebehoord heeft aan het klooster Nazareth te Beverwijk, en geschreven is eenige jaren nadat de Haarlemsche St. -Jansheeren het patronaat over de kerk te Beverwijk verworven hadden. Het is een perkamenten handschrift op 2 kolommen geschreven, 116 bladen 4o groot, en bevat een overzetting van Gerard Zerbolt's Liber de Spiritualibus ascensionibus. Voor zoo ver mij bekend, zijn er in Nederland buiten het Haarlemsche, nog 3 andere Middelnederlandsche handschriften van deze christelijke beoefeningsleer over: in de Amsterdamsche Universiteits-Bibliotheek (geschreven in 1414) in de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer en ter Koninklijke Bibliotheek (dat in 1445 vervaardigd werd). Hier beghinnet een deuoet boecskijn van gheesteliker opclymminghe (p. 115 recto:) Hier is nu dat eynde dies devoten boecskijn van gheesteliken opclymminghen Ende heeft ghescreuen ende gheeyndet bider kuipen ons heren ihu christi sybrich willem enghels dochter een arm susterkijn wonende in Beuerwijc mitten regulierissen Int iaer ons heren MCCCCXLVI. bid voer haer om goeds willen. Des is god ghelouet nu ende in ewicheit amen. (in fine p. 116 recto:) Dit boec hoert totten regulierissen in beuerwijc.