Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang 2
(1904)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||
KroniekMededeelingen over bibliothekenAntwerpen. - Stadsbibliotheek. -In het jaar 1903 werd de leeszaal door 11703 personen bezocht, waarvan 10811 inzage namen van 11724 werken in 28070 deelen; aan de 892 andere werden 1122 werken in 1571 deelen uitgeleend. Te zanten 12846 werken in 29641 deelen. Van de 862 personen die de bijzondere toelating om boeken te ontleenen bezitten, hebben 156 hiervan gebruik gemaakt. De gelezen werken laten zich als volgt verdeelen:
Er kwamen dus 962 bezoekers meer dan in 1902, die een grooter verscheidenheid boeken geraadpleegd hebben dan tijdens dat jaar. Het verschil is 708 werken meer. De Antwerpsche Stadsbibliotheek heeft ten behoeve harer lezers laten drukken een Systematische Lijst der aanwinsten gedurende het jaar 1903. De werken werden gerangschikt onder de hoofdrubrieken van den catalogus der Bibliotheek, zoodat men zich in een oogwenk kan vergewissen omtrent hetgeen in ieder vak door het bibliotheekbestuur in het afgeloopen jaar aangekocht werd. Onder de voornaamste aanwinsten wijzen wij vooral op de eerste aflevering van het Breviarium Grimani, de kostbare facsimile-uitgave van het beroemde handschrift met miniaturen berustende in de Bibliotheca Marciana te Venetië. Aan werken over schilderkunst werden verscheidene belangrijke aankoopen gedaan; zoo: Eastlake. Pictures in the National Gallery. - Bredius. Chefs-d'oeuvres du Musée royal d'Amsterdam. Beide voortreffelijk geïllustreerde werken volledigen de verzameling der voornaamste galerieën van Europa, reeds in de boekerij aanwezig. Verder bekende nieuwe uitgaven: Friedländer. Meisterwerke der niederländischen Malerei des xv. und xvi. Jahrhunderts auf der Ausstellung zu Brügge, 1902. - Helbig. La peinture au pays de Liège. - Dülberg. Frühholländer. I. Cornelis Engelbertszoon und Lucas van Leyden. - Pol de Mont. L'évolution de la peinture néerlandaise aux xiiie, xive et xve siècles et l'exposition de Bruges. - Bryan. Dictionary of painters and engravers, enz. Belangrijk mogen ook de volgende letterkundige aanwinsten genoemd worden: de volledige werken van Tolstoï (de nieuwe Fransche vertaling), werken van E. en J. de Goncourt, van H. de Bornier, E. Legouvé, William Black, enz. Van George Sand: Histoire de ma vie, enz. De practische philosophie der nieuwere Amerikanen wordt o.a. vertegenwoordigd door de onlangs verschenen werken van Carnegie en President Roosevelt. Voor aardrijkskunde en geschiedenis vermelden wij enkel: Elisée Reclus. L'Afrique australe. - de Segonzac. Voyage au Maroc. - Van der Smissen. Souvenirs du | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||
Mexique. - Ruelens en anderen. Atlas des villes de Belgique au xvie siècle (100 plans du géographe Jacques de Deventer). - Werken over Finland; - het bekende boekje van Prof. Delitzsch; Babel und Bibel, - eindelijk het voor onze handelsstad zoo merkwaardige: Guillaume. L'Escaut depuis 1830. Tot dezelfde richting behoort: Wiedenfeld. Die nordwesteuropäischen Welthäfen in ihrer Verkehr- und Handelsbedeutung. Wij besluiten met de opgave van eenige der voornaamste tijdschriften, waarop thans ingeschreven werd, en die de aanwezige reeks gelukkig vermeerderen: The Burlington Magazine. - Review of reviews. - Nineteenth Century and after. Die neue Rundschau. - Bühne und Welt. - Zentralblatt für Bibliothekswesen. - Deutsche Litteraturzeitung. La Renaissance latine. - Revue de l'instruction publique en Belgique. - Le Théâtre. - La Revue (ancienne Revue des Revues). Vlaanderen. - Groot Nederland. - Taal en Letteren, enz. enz. Over 't geheel werd de verzameling der Stadsbibliotheek in 1903 met ruim 900 werken verrijkt, die samen meer dan 1500 boekdeelen uitmaken. De lijst der aanwinsten, een boekje van een 60 tal bladzijden, is in de Stadsbibliotheek tegen fr. 0.30 verkrijgbaar gesteld. | |||||||||||||||||||||||||||
Brussel. - Koninklijke Bibliotheek -Het Brusselsch dagblad Le XXe Siècle (nr 120 van 29 April 1904) bevat opzienbarende mededeelingen omtrent diefstallen van kostbare en zeldzame werken die sedert ruim een jaar in de Koninklijke Bibliotheek zouden gepleegd zijn. Een boekhandelaar te Munchen wien de ontvreemde werken zouden te koop geboden zijn, zou het feit ter kennis van de administratie gebracht hebben. Het blad voegt er bij dat de administratie ‘n'est pas en l'occurrence à l'abri de tout reproche. Il résulte de nos renseignements que le service de surveillance est, en général, mal fait’. Dat het bestuur hierin een verwijt zou treffen, kunnen wij niet inzien, en wij kunnen ons vooral niet aansluiten bij de beschouwingen van het blad omtrent de aansprakelijkheid van het hoofd der inrichting. 't Is de door de reglementen opgelegde methode die schuld heeft, en wie ook de conservator zij, zoolang die methode gevolgd wordt, zullen ontvreemdingen mogelijk blijken. Ziehier hoe men in de leeszaal der K.B. te werk gaat. De bezoeker schrijft op een bulletijn ad hoc den titel van het door hem verlangde boek en overhandigt dat bulletijn, behoorlijk geteekend en gedateerd, aan een der beambten van het toezicht. Als hem dan het gewenschte werk door een der boden gebracht wordt, plaatst hij zijn paraaf op den rand van het bulletijn, tot bewijs dat het boek hem werd medegedeeld. Daarmede is het al: heeft de lezer met het boek afgedaan, dan laat hij het eenvoudig liggen daar waar hij aan de leestafel gezeten heeft en een bode komt het later wel weghalen. Die methode is gewis niet omslachtig, wanneer men bedenkt met hoevele formaliteiten de mededeeling van boeken in buitenlandsche bibliotheken gepaard gaat. Of ze ook praktisch zonder gevaar is, is eene andere vraag. Het ligt voor de hand dat, na 's lezers vertrek, een of ander indelicaat tafelbuur allicht het verlaten boek wegmoffelen kan en er zich meê uit de voeten maken. Bij de avondverificatie zal dan wel het ontbreken van het boek worden geconstateerd, maar dat brengt niet veel verder. Het boek is gestolen, maar door wie? De lezer die het bulletijn ingeleverd heeft, zal wel niet kunnen verdacht worden: hij hadde zijn eigen vonnis geteekend, ten ware men reden hadde te denken dat hij een valschen naam opgaf. Maar zoo dit niet geschiedde, op wien kan men, op wien zou men durven de verdenking te doen vallen? Het stelsel is primitief: in kleinere bibliotheken, waar in beperkte localiteiten en bij een gering aantal bezoekers, scherper toezicht kan worden geoefend, heeft het wellicht geene bezwaren; anders is het in de ruime leeszaal der K.B., waar toch wel een 150 lezers plaats vinden en waar de beambten van het toezicht, die aan het uiteinde der zaal gezeten zijn, | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||
onmogelijk de talrijke bezoekers, aan tafel bij tafel, kunnen overzien. Hoe ongaarne wij ook de formaliteiten zouden zien vermenigvuldigen, toch kunnen wij ons niet ontveinzen dat het thans gevolgde stelsel de diefstallen - zoo die werkelijk gepleegd zijnGa naar voetnoot(1), in de hand werkt. Het is te hopen dat de administratie der K.B. er een middel op vinde om voortaan dat gevaar te weren, zonder daarom de soms lastige formaliteiten, die elders worden toegepast, in al hunne strengheid te moeten overnemen. | |||||||||||||||||||||||||||
Keulen. -Onlangs werd door de stedelijke bibliotheek de tweede druk uitgegeven eener brochuur, waarin over die verzameling en over hare administratie wetenswaardige bijzonderheden voorkomen, die we hier ter gerieve onzer lezers resumeeren. Wij bedoelen: Mittheilungen über die Stadtbibliothek in Coeln 1602-1902. Führer für ihre Besucher, von Dr. Adolf Keysser, Direktor der Stadtbibliothek Zweite erweiterte Auflage. - Coeln, Verlag der Du Mont - Schauberg'schen Buchhandlung. 1903. 8o. 28 blz. Dit feestschrift, voor de eerste maal in het licht gebracht den 27n Februari 1902, dag waarop de Keulsche Stadsbibliotheek haar driehonderdjarig bestaan herdacht, wordt, lezen wij in het Vorwort, allen bezoekers der bibliotheek, te zamen met het reglement der inrichting, kosteloos overhandigd. Een maatregel die van gezonde liberaliteit getuigt en die dan ook, zoo op zedelijk als stoffelijk gebied, de beste vruchten heeft gedragen. ‘Jedenfalls hat sie nicht nur eine merkliche Steigerung der Benutzung hervorgerufen, und zu einen glatteren Abwichelung des Geschäftverkehrs beigetragen, sie hat auch eine beträchtlichen Zahl von Büchergaben unzweifelhaft veranlasst’. Als in een groot aantal andere Duitsche steden is ook te Keulen de aanvang van een stedelijk bibliotheekwezen te zoeken in de oprichting eener juridisch-politieke handbibliotheek ten gebruike van den stedelijken raad. ‘Soll verurkündet werden’, zoo luidt een raadsprotokol van 27 Februari 1602, ‘eyn anzahl geldts alle Franckfurter missen zo ingeltung etlicher boicher in jare denen zo kommen zo laissen. die van den hern syndici befellicht, specificierte stuck zo behoiff eine neuwen bibliothece in zogelden. Gestalt dieselbe beharlich zo behoiff des rhaidt bey den archivo uff dem rhaidthuiss moegen verpleiben’. De bestemming dezer Senats- of Syndikatsbibliotheek, zooals zij genoemd werd, was dus scherp afgeteekend en langer dan twee eeuwen bleef hare ontwikkeling in enge banen begrensd. Toch was zij, reeds in het midden der 17e eeuw, tot eene belangrijke verzameling uitgedijd: een inventaris van 1653 en twee supplementen van 1658 en 1659 vermelden 805 nummers aan grootere werken, wel is waar met een bijzonder nummer voor elken afzonderlijken band. Die inventaris werd herhaaldelijk bijgewerkt en in 1824 kon men vaststellen dat 1817 banden - rechts- en staatswetenschap en geschiedenis - aanwezig waren. Tot wijd in de 19e eeuw bleef de verzameling verbonden met het stedelijk archief, aan welks leider opgelegd was den boekenschat volgens vaste regelen te beheeren. Het legaat van den in 1824 overleden kanonik en professor Franz Wallraf, die al zijne collecties ‘zum Nutzen der Kunst und der Wisschenschaft’ aan zijne vaderstad vermaakte, bracht in het wezen der stedelijke boekerij eene gewichtige verandering. Uit dit legaat ontving zij inderdaad niet minder dan 14303 banden, werken op ieder gebied, en zoo werd zij plotseling eene verzameling van algemeene beteekenis. Sedertdien groeide de boekenschat onophoudelijk aan: het stedelijk bestuur, boekenliefhebbers en uitgevers verleenden onafgebroken krachtigen steun; in 1878 was de bibliotheek 35000 banden rijk, en ten huidigen dage is dat getal gestegen tot 175 000. Eerst in 1897 werd de verzameling in een harer waardig gebouw ondergebracht: im Neubau am Gereonskloster. Maar dat gebouw beantwoordt dan ook aan al de eischen van den nieuweren tijd, en er is ruimte genoeg voor 300.000 banden Op de eerste verdieping is het stedelijk archief | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||
geplaatst; in de zalen gelijkvloers de bibliotheek. Het middenpunt vormt de groote leeszaal, rond dewelke gegroepeerd zijn de uitleeningszalen, de kabinetten der beambten, de kleedkamers, alsook een deel der magazijnen, - de andere bevinden zich op de bovenverdiepingen. Uit het dienstreglement der Keulsche bibliotheek zijn in het hier besproken boekje enkele bepalingen overgenomen, waaruit blijkt dat men erop bedacht is geweest de eischen eener geregelde administratie zooveel mogelijk overeen te brengen met het welbegrepen belang der bezoekers. De leeszaal en de uitleeningszalen zijn direkt van den huisvloer te bereiken; de kleedkamers en de patentschriften slechts van uit de leeszaal. De bezichtiging der overige localiteiten en der magazijnen mag alleen in begeleiding van een beambte geschieden. Electrische verlichting kan, naar behoefte, voor de gansche ruimte of voor enkele tafels worden aangebracht. De leeszaal bevat 40 plaatsen, ook eene referaat-bibliotheek waarvan de verschillende wetenschappelijke vakken door kleine gekleurde schilden zijn aangewezen. Eene keuze uit de nieuw aangekochte werken uit de literatuur over vraagstukken van den dag is opgesteld in enkele aan den wand bevestigde rekken: zij kan, evenals de referaat-bibliotheek, zonder eenige formaliteit, door de bezoekers benuttigd worden. Handschriften, ongebonden boeken, prachtwerken, oude en zeldzame drukken, nieuwsbladen, reis en romanliteratuur, kaarten, plans en afbeeldingen, worden niet uitgeleend, maar kunnen in de leeszaal geraadpleegd en, op wensch, ook aan vreemde inrichtingen worden medegedeeld. Alle andere werken worden in den regel voor éene maand uitgeleend aan bewoners van Keulen-stad; aan vreemden voor twee maanden. In de leeszaal wordt inzage gegeven van de catalogi door den beambte die er het toezicht voert; deze verstrekt desgevraagd ook alle andere inlichtingen. De direktor der bibliotheek is ook van 11 tot 12 uur te spreken, ter verkrijging van inlichtingen welke door de beambten van lees- en uitleeningszalen niet kunnen gegeven worden. | |||||||||||||||||||||||||||
Turijn. -De Brand in de ‘Nazionale’ te Turijn. -De Società Bibliografica italiana te Milaan, heeft het volgende rondschrijven verzonden: ‘De brandramp te Turijn vernielde in weinige uren eene der rijkste verzamelingen van gedenkteekenen van kunst en literatuur. De vrijgevigheid van het Vorstenhuis van Savooien, de collectiën door de geduldige vlijt van menig geleerde bijeengebracht, de inlijving der Piemonteesche kloosterbibliotheken, de ruilgeschenken van andere boekerijen, hadden van lieverlede de “Nazionale” te Turijn tot eene bewaarplaats gemaakt van kostbare handschriften, kostbaar om hunne oudheid, hunne zeldzaamheid, de pracht der miniaturen, zoodat ze met de rijke verzamelingen van Rome en Florencië wedijveren kon. In den nacht van 25-26 Januari werd het uitgelezen deel dier schatten door vuur vernietigd of door water beschadigd. Van de 4200 handschriften in de “Nazionale” bleven er amper 800 gespaard, waarvan enkele niet ongedeerd. Benevens dit kostbaarste gedeelte der bibliotheek, gingen nog ongeveer 32.000 boekwerken verloren, waaronder al de oudere en nieuwere werken over Italiaansche en buitenlandsche bibliografie. Het bestuur der S.B.I., overtuigd als het was in den geest van al onze leden te handelen, zond onmiddellijk een zijner leden naar Turijn, niet alleen om den bibliothecarissen onze sympathie en deelneming te betuigen, maar ook om Cav. Francesco Carta, directeur der “Nazionale” de medewerking van ons genootschap aan te bieden ten einde, in de mate van het mogelijke, de gevolgen van het onheil te verhelpen: in overleg met den heer Carta werd alsdan besloten dat de S.B.I. eene krachtdadige werking zou in het leven roepen om te trachten de afdeeling Bibliografie weder in stand te brengen, en dat zij, met dit oogmerk, | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||
den steun van alle geleerden inroepen zou. Om zooveel werken als mogelijk bijeen te brengen heeft de S.B.I. besloten een warmen oproep te richten tot al hare leden, tot alle boekenliefhebbers in Italië en elders, opdat zij, blijk gevend van internationaal solidariteitsgevoel onder geleerden, onze werking zouden bijtreden, hetzij door het schenken van werken over oude of nieuwe bibliografie, hetzij door het aanbieden van geldbedragen, hoe bescheiden ook, die zullen gebruikt worden tot het aankoopen van wat niet reeds onder de giften voorkomt. De zendingen richte men aan de Società Bibliografica Italiana, in het Palazzo di Brera, te Milaan. Geldinzendingen zullen uitsluitend worden besteed aan het aankoopen van werken van bibliografischen aard. - Van iedere zending zal een ontvangbewijs worden verstrekt en melding worden gemaakt in het Bulletijn van het genootschap. Aan de Bibliotheek te Turijn zal een album worden aangeboden vermeldende de namen der begiftigers en de door hen geschonken boeken en geldbedragen. In ieder geschonken of aangekocht boek zal een bijzonder ex-libris worden aangebracht, ter herinnering aan de gegeven blijken van solidariteit. Aan al de schenkers zal eene kleine compositie worden aangeboden, waaraan een verdienstelijk artist thans werkzaam is’. | |||||||||||||||||||||||||||
Londen. - British Museum. -Het bestuur van het British Museum doet nu en dan, naar wij in The Athenoeum van 30 April jl. lezen, een belangrijke poging om de belangstellenden in de aldaar vergaarde schatten een kijkje te gunnen Zoo is thans in de King's Library een Shakespeare-tentoonstelling geopend, waar van alles voorkomt wat met den grootsten dichter der wereld in verband staat. In acht verschillende kasten worden getoond oorkonden betreffende Sh.'s leven, handschriften van tijdgenooten en lateren, meeningen van zijn tijdgenooten over hem, de bronnen van Shakespeare, de 17de- en 18de-eeuwsche bewerkingen, eindelijk de verschillende uitgaven infolio en in-4o, o.a.: Romeo and Juliet (1597), Love's Labour Lost (1598), The Merchant of Venice (1600), Midsummer Night's Dream (1600), Hamlet (1603 en 1605), Lear (1608) en Troílus and Cressida (1609) - verder de gedichten: Lucrece (1594) en de Sonnets (1609). Engeland bezit ongelukkig Venus and Adonis niet, even min als The Passionate Pilgrim. |
|