Katalog der deutschen Buchgewerbe-Ausstellung in Paris door het ornamentje in den witten regel en het open vierkantje van de alinea in een andere kleur (blauw) te drukken. Die methode is aan te bevelen, maar kan, ook om de hoogere kosten, niet immer toegepast worden. In het onderhavige geval is die consequentie niet te vinden; de halve regels zijn niet aangevuld, maar blank gelaten. Daarmede is dus tegenspraak, te meer omdat door de reeds besproken gepatteerde kruisjes het beginsel zelf van blankvulling uitgesproken is in het boek en die zelfde kruisjes op het boekomslag voor regelaanvulling hun dienst doen.
De alineëering is dus slechts gedeeltelijk in overeenstemming met de Morrisrichting; een bevredigend resultaat echter is niet verkregen. Ik wijs daarop des te eer, omdat deze manier ook door andere drukkers, die zich diets maken in ‘modernen’ stijl te werken, Engeland nageaapt wordt.
Nog rest mij iets te zeggen over den rugtitel. Deze is geplaatst verticaal, van boven naar beneden. Schijnbaar lijkt het onverschillig of deze zóo dan wel andersom gedrukt is. Toch is dat niet zoo. Voor den éen is het gemakkelijker den titel in de boekenkast te lezen wanneer die van boven naar beneden, voor den ander wanneer die omgekeerd aangebracht is. Den doorslag moet de overweging geven, dat als een boek ligt met het plat naar boven, gereed om gebruikt te worden, de overlangsche rugtitel recht en niet ondersteboven komt te staan. De richting van boven naar beneden is dus de juiste.
Eén en ander is dus alles behalve overeenkomstig de mediaevistische Morrisschool. Het zij voldoende, wanneer ik nog herinner aan den slappen glanzend perkamenten boekband van The recuyell of the Historyes of Troye, zijn verwerpen van een Franschen titel en van het boekomslag. Zijn Hollandsche Kunst en Maatschappij zou dus, vrees ik, als boek zijn instemming in het geheel niet gehad hebben. Ik noem dit gelukkig. Want nu is een typographisch werk op de boekenmarkt gebracht, dat getuigenis aflegt van een eigen kijk op het boek als schoonheidsuiting, dat van hem slechts dat overgenomen heeft, wat waarde heeft als gebruikskunst en dat heeft aangevuld en verwerkt met moderne opvattingen van boekkunst, voor zoover de boekdruktechniek zulks toeliet. Het is wel verzorgd, goed doordacht, logisch bedoeld, eenvoudig behandeld, practisch voor het gebruik en modern gevoeld, gelijkwaardig aan de evolutie, die zich in onze andere kunstambachten, in de bouwkunst, in het schrijnwerkersvak, in de smederij, in de tapijtweverij en zooveel andere bedrijven openbaart.
Twee edities zijn van de uitgaaf gereed gemaakt, één op hollandsch- en één op velijn papier gedrukt. Beider inhoud is niet gelijk. De velijn druk heeft niet Morris-facsimilé's noch koplijsten. Het is aan de bladverdeeling te zien, dat zij gedacht zijn met deze lijsten; daarom is de hollandsche druk beter. Overigens is moeielijk te zeggen, dat de ééne editie boven de andere staat. Beide hebben hun qualiteiten. In de velijn uitgaaf staan de letters door lichter druk wat scherper op het papier dan in de hollandsche. De laatste heeft een andere kleunverhouding door het doffe van het papier. Wanneer mij eene keus gelaten werd zou deze, geloof ik, vallen op de hollandsche, omdat deze het door de koplijsten organisch zeker wint.
Aan het verschijnen der meeste boeken gaat vooraf een prospectus. In den