Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Jaargang 2
(1904)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KroniekMededeelingen over bibliothekenAmsterdam. - Universiteits-bibtiotheek. -Wij ontvangen vanwege het bestuur der Amsterdamsche Universiteits-bibliotheek de volgende vergelijkende statistiek over de drie laatste jaren, waarvan onze lezers het belang zullen inzien. Daaruit blijkt immers, beter dan uit eenig betoog, hoe deze instelling vooruitgaat. Wij brengen den voortreffelijken Amsterdamschen bibliothecaris, Dr. C.P. Burger, onzen dank voor zijn initiatief, dat wij door vele zijner collega's wenschten gevolgd te zien.
De volgende data mogen hierbij niet uit het oog verloren worden: 15 Juli 1902: opening Vondelmuseum. 1 Sept. 1902: algemeene ruimere openstelling, vooral des avonds Sept. 1903: ruimere openstelling Bibliotheca Rosenthaliana. In het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag (3 Januari 1904) werd een aardige teekening gereproduceerd naar het Amsterdamsche bibliotheekgebouw. Een korte geschiedkundige aanteekening is er bijgevoegd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwerpen. - Stadsbibliotheek. -Een belangwekkende proefneming werd onlangs (van 1 tot 11 December 1903) genomen met den Vacuum cleaner (Vacuum-reiniger of stofzuiger), een Engelsche ‘uitvinding’ die sinds een paar jaar bekend is, maar thans eerst op 't vasteland haren weg begint te vinden. Het apparaat is hoogst eenvoudig samengesteld: bij middel van een speciale pomp en door aanduwing van een zuigmondstuk op de snede der boeken wordt het stof weggezogen. Door de opening van dit mondstuk gaat het stof, op de buitenzijde der boeken verzameld, in een caoutchouc-slang: de zuigkracht is zoo sterk dat ook kleine voorwerpen, als papiertjes, stukjes hout en dergelijke er mee doorgaan. Het uitgepompte stof komt terecht in een filter en eindelijk in een vergaarbak van grof zeildoek. Als de werkzaamheid gestaakt wordt, klopt men op den ketel; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
al het aan de wanden klevende stof valt er dan ook uit. Het apparaat heeft de pretentie niet de volledige, afdoende reiniging van een boekerij te bewerken. Maar, behalve dat het stelsel voor verdere volmaking vatbaar is, wordt al het grove werk voortreffelijk verricht Men denkt nu, speciaal voor de bezigheid in bibliotheken, aan een fijner soort zuigmondstukken, die zich geheel op de sneden der boeken zouden aanpassen. De Antwerpsche bibliothecaris verkreeg van het stedelijk bestuur toestemming tot het aanwenden in de Stadsbibliotheek van den vacuum cleaner, die reeds op het stadhuis gewerkt had. Hier kwam hij inderdaad hoogst te pas: men bedenke dat het stof daar sinds jaar en dag verbleef; zware lagen bedekten het meerendeel der boeken. De gewone wijze om de boeken te reinigen - door afstuiven, kloppen en dergelijke - bleek niet alleen onvoldoende (vermits het stof enkel verplaatst werd, zooniet binnen, dan toch buiten het lokaal), maar ook nadeelig voor de gezondheid dergenen die met het uitvoeren en bewaken van de schoonmaak gelast waren. Voor een geringe som nam de pas gestichte Maatschappij tot de exploitatie van den Vacuum-reiniger aan op een 8-tal dagen de ca. 70.000 boekdeelen die in de Antwerpsche Bibliotheek bewaard worden te reinigen; natuurlijk grosso modo, waarom werd hierboven reeds aangeduid. Tien dagen lang werd gewerkt, iederen dag gemiddeld slechts 6 uren lang, van 9 tot 12 en van 1 tot 4 (alles bijeen 66 uren), met een personeel van 3 speciale arbeiders: 1 aan het apparaat, 2 aan de slangen met de mondstukken, voorts 8 brandwachten en stadswerklieden. Dit kleine groepje werd gesteld onder het toezicht van het bibliotheekpersoneel. Ten slotte mag gezegd worden, dat de proefneming vrij goed slaagde, vermits met geringe onkosten een voor boeken en menschen onverkwikkelijke karwei voorloopig uit de baan geruimd kon worden. 37 kgr. 555 stof werden weggezogen en daarna verbrand! Natuurlijk is het daarmee niet uit. Een zekere dosis stof is nu nog wel in de boeken blijven zitten, maar het verwijderen daarvan kan nu, zonder groot bezwaar, het dagelijksche werk van de speciaal daartoe aangestelde bediende worden. De bijhoorige onkosten liepen niet hoog: de drijfkracht lag voor 't grijpen in de aanwezige electrische toestellen. Er werden over 't geheel 176,5 kilowatt-uur verbruikt, wat tegen 0.25 fr. per kilo-watt-uur 44.13 fr uitmaaktGa naar voetnoot(1), dus ca. 4 fr. per dag. Het werkzame personeel ontving geen vergoeding; behalve de noodwendige keelverfrissching voor de tijdelijke helpers. De bibliotheek moest slechts gedurende 8 dagen gesloten blijven. Alles te zamen een experiment, dat wel andere bibliotheken te pas kan komen; waarom wij er hier gaarne de aandacht op vestigen. Voorloopig blijft de zwakke zijde van het systeem - en het is te vreezen: van elk machinaal systeem - dat aan een geacheveerde reiniging, zooals die met handenwerk mogelijk is, vooreerst niet te denken valtGa naar voetnoot(2). Toch mag gezegd worden, dat de vacuum-reiniger, of, met een goed Nederlandsch neologisme, de stofzuiger, een flinke schrede voorwaarts is. Ik mag ook niet nalaten te gewagen van de atmosfeer-zuivering die de opruiming teweegbracht en waardoor de bibliotheek-hygiëne onbetwistbaar bevorderd werd. E. d. B. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brussel. - Koninklijke Bibliotheek. -Tijdens de bespreking der begrooting van Binnenlandsche zaken en Openbaar onderwijs in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, ontspon zich de volgende discussie omtrent de toestanden in de Koninklijke Bibliotheek: Zitting van 20 November 1903. De hr. Carton de Wiart. - Hoofdstuk X handelt over wetenschappen en letteren; ik wil er een woord over zeggen om de aandacht van de Regeering en van de Kamer te vestigen op de artikelen betreffende de Koninklijke Boekerij, dezer personeel en materieel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het ware wenschelijk de verschillende posten betreffende het materieel te verdeden. Ten onrechte denkt men dat dit crediet van 107 duizend frank hoofdzakelijk voor het aankoopen van boeken wordt benuttigd. Maar aan het materieel wordt de helft besteed en de tijdschriften alleen kosten jaarlijks 15,000 frankGa naar voetnoot(1). Ook voor het inbinden der boeken, dat jaarlijks 5,000 frank kost, wat blijkbaar te weinig is, wordt het crediet gebruikt. Ook blijven talrijke boeken oningebonden op den grond liggen en worden beschadigd. Dus blijft er in werkelijkheid 30,000 frank over voor al de afdeelingen der boekerij. De hr. de Trooz, Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. - Buiten de bijzondere credieten. De hr. Carton de Wiart. - Ik erken dat er elk jaar toegekend worden; dit bewijst dat het gewoon crediet ontoereikend is. Zonder te beweren dat men jaarlijks 3 millioen moet toekennen, zooals te Londen voor 't British Museum wordt gedaan, ben ik van oordeel dat het crediet derwijze diende verhoogd dat onze Koninklijke Boekerij op de hoogte onzer verstandelijke noodwendigheden weze. De Minister schonk het personeel verhooging van jaarwedde. Doch de deurwaarders der Koninklijke Bibliotheek trekken op verre na niet zooveel als die der ministeriën en inzonderheid die van zijn midden-bestuur. Toch is hun werk lastig en soms ongezond. Ik wencshte dat de toestand van al de bedienden des lands geregeld werd verbeterd. Dat ware een uitmuntende prikkel. De hr. de Trooz. - Thans zijn er zes klassen van deurwaarders. De hr. Carton de Wiart. - Hun maximum bedraagt 1,800 frank. De hr. de Trooz. - Met uw verlof! Zij kunnen tot 2,100 frank geraken! De hr. Carton de Wiart. - Men zou ophalers moeten plaatsen, voor het verplaatsen der boeken uit de kelders. De leeszaal is zoo ongezond, dat nog gisteren avond, rond 6 uur, een geneesheer er ongesteld werd. Derhalve dienen er maatregelen te worden genomen. Ook zou de leeszaal tot 11 uur 's avonds moeten openblijven, opdat zij, die gansch den dag zijn opgehouden, er gebruik kunnen van maken. Wel is waar, kan men op voorhand boeken vragen en ze naar de zaal der tijdschriften doen brengen, die des avonds openblijft; doch niet altijd weet men op voorhand welke boeken men noodig heeft. Zitting van 25 November. De hr. de Trooz. - De heer Carton de Wiart klaagde over de geringe jaarwedde der deurwaarders bij de Koninklijke Bibliotheek. Voorheen bedroeg die jaarwedde van 12 tot 1,600 frank; thans kan zij 1,800 frank beloopen; daarenboven na vijf-en-twintig jaar dienst en op den leeftijd van 50 jaar, kunnen zij eene bijwedde bekomen van 't vijfde hunner jaarwedde. De jaarwedde kan dus 2,160 frank bedragen in stede van 1,600 frank en die verhooging is, mijns inziens, niet te verachten. Wat de vergoedingen betreft die, op 't einde van 't jaar, over 't algemeen onder de leden van het mindere personeel worden verdeeld, daarvoor moeten er eerst en vooral overschotten zijn. Wat betreft de inwendige inrichting der bibliotheek, zal ik de opmerkingen van den heer Carton de Wiart aan de commissie overmaken, opdat de geleerden geen slechte lucht inademen in de leeszaal. Ik zal onderzoeken of men boeken-ophalers kan inrichten om den last der deurwaarders te verlichten. De heer Carton de Wiart vindt het crediet voor de bibliotheek ontoereikend vooral met het oog op de aankoopen. Ons crediet van 30,000 frank is nochtans in verhouding tot de geldmiddelen onzer begrootingen die veel minder zijn dan die der begrootingen in Frankrijk of Engeland, door den heer Carton de Wiart tot voorbeeld gesteld. Daarenboven groeit die dotatie elk jaar dank zij bijzondere credieten. Zoo heeft men de oorkonden van Sint-Lambertus kunnen aanschaffen en is het dat wij aankoopen kunnen doen in de verkooping van de Theux de Montjardin. De hr. Vandervelde - Welk bijzonder crediet hebt gij ter beschikking van uwen vertegenwoordiger op die verkooping gesteld? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hr. de Trooz. - 12,000 frank. De hr. Vandervelde. - Dat is klaarblijkelijk te weinig. De hr. de Trooz. - Luik heeft insgelijks 6,000 frank ter beschikking van haren boekbewaarder gesteld. Zelfs als wij de gewone dotatie verhoogden, zou dit niet beletten dat wij u buitengewone kredieten zouden moeten vragen. (Beknopt Verslag). Wij kunnen de inlichtingen van den heer Carton met de volgende cijfers volledigen. 't Is op het ‘materieel’ dat al de uitgaven, welke het personeel niet betreffen, gebracht worden, dus: de aankoopen. Voor de drukwerken werden in 1902 uitgegeven: fr. 56.646,30, waarin niet begrepen zijn de Belgische boeken en periodieken, deze worden immers voor rekening van de Regeering aangekocht door den Cercle de la Librairie, die buitendien met de uitgave van de Bibliographie de Belgique gelast is. Van deze fr. 56.626,31 werden fr. 29.234.60 besteed aan buitenlandsche tijdschriften. Hierin heeft de heer Carton zich dus voor de helft vergist. Voegt men daarbij de Belgische tijdschriften, waarvan men de lijst in de Bibliographie de Belgique kan naslaan, dan komt men, voor de 14 à 1500 periodieken die in onze Koninklijke Boekerij berusten, tot de fraaie somme van 35.000 fr. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gent. - Universiteitsbibliotheek. -De verzameling groeide in 1902 aan met 7.899 boekdeelen. verdeeld als volgt:
Het aantal boeken in de leeszaal ter lezing gegeven en per bulletijn aangevraagd, beloopt 15.490 (80 meer dan in 1901), onderverdeeld als volgt:
Daarbij moeten gevoegd worden de werken over rechtsgeleerdheid en geneeskunde, de verzamelingen, dagbladen en tijdschriften in de cataloguszaal berustende, alsook de boeken welke in de laboratoria en gehoorzalen der Hoogeschool berusten. Daarenboven werden een zeker aantal werken van zeer gewoon gebruik dikwijls alleen op mondelinge aanvraag medegedeeld. Het getal lezers welke geteekend hebben op het register in het ingangsbureel nedergelegd beliep 13.167 (d i. 527 meer dan in 1901). Voor Gent en den vreemde werden 5.170 werken in leening aan huis gegeven In dit getal zijn begrepen de werken die aan vreemde boekerijen geleend werden. Inderdaad, de dienst van onderlinge leening tusschen boekerijen is regelmatig in werking gebleven, tot groot nut van leeraars en studiemannen. In bruikleen werden door de Universiteitsbibliotheek ontvangen 164 werken, handschriften of drukwerken, voortkomende uit de boekerijen van Abbeville, Aken, Amsterdam, Antwerpen (Stadsbibliotheek en Museum Plantin), Berlijn, Bern, Breslau (Universiteitsbibliotheek en Stadsbibliotheek), Brussel, Cambridge, Chartres, Colmar, Darmstadt, Dendermonde, Dowaai, Erfurt, Freiburg in Breisgau, Groningen, Den Haag, Innsbrück (PP. Jezuïeten), Iena, Leipzig, Leuven, Luxemburg, Mons (Bergen), Munchen, Oudenaarde, Parijs, Rotterdam, St Petersburg, Straatsburg, Stuttgart, Troyes, Weenen, Wolfenbüttel en Würzburg. Volgen de namen van een 90 tal schenkers (alle te Gent). De schenkers buiten de stad worden niet vermeld. Onder de voornaamste aanwinsten, die daarna medegedeeld worden, stippen wij aan: K. Amira, Die Dresdener Bilderhandschrift des Sachsenspiegels; de facsimile-reproducties van twee handschriften van Tacitus, Laurentianus Mediceus 68, I & II, uitmakende de twee deelen van boek VII der Codices graeci et latini photogra- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
phice depicti; J.J. Wijnants, gezegd le Flanqueur, 36 aquarellen verbeeldende zichten rond Gent omtrent 1820; enz. Wij vermeldden reeds (zie dit tijdschrift, I, blz. 201) de legaten van wijlen Prof. Soupart en van wijlen Prof. Motte en de wijze waarop de Univ. bibl. deze geschenken en andere in herinnering wenscht te houden. Van Prof. Soupart ontving de Bibliotheek de heel- en geneeskundige verzameling (600 werken, in 1500 deelen). De verzameling van Prof. Motte heeft betrekking op oude geschiedenis en philologie en bevat 250 werken, in 520 deelen. De volgende handschriften komen voor onder de aanwinsten: Cornelis en Philip van Campene, Dagboek. 1566-1571. Oorspronkelijk hs. 16e eeuw. fol. (Geschenk). Relation des troubles de Gaud en 1539. Kopie uit de 18e eeuw. fol. (Aangekocht). Ph. Wielant, Traité des droits féodaux de la Cour de Flandre Kopie uit de 18e eeuw. (Aangekocht). Cronique de Jean de Thielrode. Kopie van A. van Lokeren. 19e eeuw. fol. (Geschenk van Mev. Leclerq-van Lokeren). Edm. de Busscher, Recueil de documents originaux et de copies concernant l'hôtel de ville, le Magistrat de Gand, le chroniqueur Juste Billiet, les peintres et sculpteurs gantois, etc. Ter gelegenheid van het bezoek te Gent door den Belgischen Kroonprins en zijne gemalin, werd door de zorgen van het Bibliotheekbestuur een tentoonstelling van oude gezichten der stad Gent ingericht. De tentoonstelling bevatte ongeveer 400 schilderijen, aquarellen en platen, gekozen in den atlas der stad, welke bewaard wordt in de Gentsche afdeeling der Bibliotheek, en die wel een duizendtal stuks bevat. Die tentoonstelling genoot zooveel bijval, dat de openstelling een maand lang verlengd moest worden. Een catalogus der oude zichten van Gent werd opgemaakt, waarvan twee oplagen verschenen. (Naar het officieel verslag der stad Gent, 1902, blz. 549 en vlg.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haarlem. -Het museum van Kunstnijverheid te Haarlem werd gedurende de maand December bezocht door 550, gedurende het jaar 1903 door 8013 belangstellenden. Uit de aan het Museum verbonden boekerij werden in December 239, gedurende het afgeloopen jaar 2145 boek- en plaatwerken naar verschillende plaatsen in ons land verzonden. (Opr. Hrl. Ct. 2 Jan. 1904.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Parijs. -De tentoonstelling van Fransche primitieven, uit den tijd der Valois, op touw gezet door den heer Henri Bouchot is vastgestcld op April a.s. en zal gehouden worden in het pavillon de Marsan van het Louvre. Reeds hebben tal van musea en particulieren toezegging tot inzending gedaan. Tezelfder tijd zullen in de Bibliothèque Nationale verluchte handschriften uit het bezit van koning Karel V en zijn drie broeders te zien zijn, behalve die zich in de verzameling van de bibliotheek bevinden, ook bijeengebracht uit andere boekerijen, vooral die van den Arsenal is er rijk aan, en uit particulier bezit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rotterdam. -Mej. C. van Dorp doet in het Sociaal Weekblad eenige mededeelingen over het bezoek der gemeentelijke bibliotheek te Rotterdam na het invoeren der nieuwe verordening, waarbij de bibliotheek geopend is op alle werkdagen, uitgezonderd Maandags, van 's morgens 10 tot 's middags 3, 4, 5 uur, resp. in de maanden April-September, Maart en October, en November-Februari en ook des ZondagsGa naar voetnoot(1). Zij noemt het succes verrassend en schrijft daarover het volgende: ‘Bedroeg het aantal bezoekers in het jaar 1901 slechts 842, na invoering der nieuwe verordening steeg dit dermate, dat vanaf den datum dier invoering, 20 Mei 1902, tot het einde van het jaar reeds het getal van 11,089 werd bereikt, waarvan 2579 op Zondagen. Dat hierbij niet aan een nieuwigheid gedacht moet worden, welke slechts voorbijgaande belangstelling wekte, kan blijken uit het cijfer der bezoekers over de maanden Juni - Decem- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ber, bedragende resp. 394, 601, 952, 1204, 2283, 2396 en 2601, welke voortdurende stijging ook nog in het loopende jaar is voortgezet. ‘Niet oneigenaardig is het ook om kennis te nemen van enkele bijzonderheden, betrekking hebbende op den aard der geraadpleegde werken en den maatschappelijken stand der bezoekers, welke in het jongste verslag der gemeente voor het eerst zijn openbaar gemaakt. Bovenaan staan taal- en letterkunde met 4745 geraadpleegde en 5372 uitgeleende boeken, dan volgt geschiedenis met resp. 2718 en 1662, daarna komen op tamelijk verren afstand natuurwetenschappen, onderwijs en handel en nijverheid, welke geen van allen het cijfer van duizend overschrijden, terwijl de overige rubrieken zich tot enkele honderdtallen, soms zelfs tot enkele tientallen bepalen. Ten opzichte van enkele rubrieken als rechtsgeleerdheid, geneeskunde, theologie enz., is dit begrijpelijk, daar de beoefenaars dier vakken gewoonlijk wel andere bronnen tot hun beschikking hebben en het aanwezige materiaal niet onwaarschijnlijk eenigszins verouderd is. Dat voorts over krijgswezen geen enkel werk werd uitgeleend en slechts veertien werden geraadpleegd mag wellicht als een verblijdend teeken der vredelievende gezindheid onzer burgerij worden aangemerkt. Doch dat de rubriek sociale wetenschappen, waaronder ook staathuishoudkunde is begrepen, het slechts bracht tot cijfers van 93 geraadpleegde en 37 uitgeleende werken, moet bevreemding wekken en zal wel in hoofdzaak hieraan moeten worden toegeschreven, dat de bibliotheek op dat gebied niet bijzonder goed voorzien is. Het totaal der geraadpleegde werken bedraagt 10,706, dat der uitgeleende 9037. ‘De splitsing der bezoekers naar hun maatschappelijken werkkring is als volgt: advocaten 4, ambtenaren 209, artiesten 133, dienstboden 17, geestelijken 33, geneeskundigen 62, journalisten 4, kantooren winkelbedienden 999, onderwijzers 934, particulieren 666, schoolgaanden (boven de 14 jaar) 2215, studenten 33, vaklieden 306, werklieden 2055, winkeliers 227, zeelieden 28. ‘Deze cijfers schijnen niet ongunstig. Al is het aantal werklieden betrekkelijk gering, met het oog op de uren van openstelling kan dit niet veel verwondering wekken. Niet onwaarschijnlijk zal echter ook een deel, laat ons hopen een niet onbelangrijk deel der schoolgaanden tot die groep gerekend moeten worden, terwijl voorts ook onder de kantoor- en winkelbedienden, alsmede onder de onderwijzers ongetwijfeld vele elementen worden aangetroffen, voor wie de gelegenheid om op eigen kosten in de behoefte aan goede lectuur te voorzien, niet altijd openstaat.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Turijn. -De Turijnsche Bibliotheek in brand! - Op het oogenblik dat wij dit nummer gaan afdrukken, bereikt ons de volgende, waarlijk grievende tijding: Den 25n Januari ontstond brand ln de Bibliotheek der Universiteit te Turijn. Een aantal kostbare handschriften en boeken gingen daarbij verloren. Van de 320.000 banden zouden er minstens 10.000 vernield zijn geworden, waaronder manuscripten uit de voormalige bibliotheek van het Huis van Savoyen en uit de beroemde abdij Bobbio, verder Oostersche, Hebreeuwsche, Araabsche, Perzische, Koptische en Turksche handschriften, enkele palmbladen in Maleische of Tamilische taal beschreven, 40 Grieksche handschriften waarbij het Commentaar van Theodoretus op de kleine profeten, verlucht met heerlijke Byzantijnsche miniaturen uit de 9e eeuw, 1200 latijnsche palimpsesten van Cicero en Cassiodorus en van den Theodoriaanschen Codex uit de 4e en 5e eeuw, twee kostbare banden der Historia naturalis van Plinius met miniaturen uit de school van Mantegna, enkele handschriften van Karel den Ve, van hertogen van Savoyen, van Paus Pius den IIe, en daarenboven de beroemde wereldkaart van den Milaner kopersnijder Frans Basso van 1570. Nog worden als verloren beschouwd de verzameling Grieksche en Provençaalsche handschiften, de zoogenaamde Venetiaansche verzameling van kardinaal Della Rovere, die van de Alden en Elzeviers bijeengebracht door den beroemden bibliograaf Vernazza. Ook zoekt men te vergeefs naar het manuscript met de prachtige miniaturen van den hertog van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berry, bekend als ‘Les heures de Turin’ en waarvan de waarde op ruim een miljoen lire begroot wordt. Terecht spreken de Italiaansche bladen van den brand als van eene wereldramp. Zij oefenen eene scherpe kritiek aan de bureaucratische zorgeloosheid der overheden, die nimmer gevolg gaven aan de klachten der bibliotheekbeambten over de onvoldoende inrichting van de bibliotheekgebouwen. |
|