enkel een zeer gebrekkige communicatie toe. Na elk bezoek in het ziekenhuis, het revalidatiecentrum of bij hem thuis wisten we dat hij onbereikbaar was. Voor hem was elke poging tot herstel mentaal en fysiek een echte marteling.
Waarom waren die vijf jaren afhankelijkheid nodig?
Waarom is hij niet in volle schittering gestorven?
Want geschitterd heeft hij. Van jongsaf nam hij deel - en steeds in de vuurlinie - aan de vele culturele activiteiten die Vlaanderen rijk is. Aan de Koninklijke Academie en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten onder andere in de klas van professor Mark F. Severin was hij lid van de ‘Bloedschuit’, het grafisch bloedverbond waarvan ook onze betreurde vriend en Vossenstaartridder Gerard Gaudaen lid was. Aan het Antwerpse Conservatorium leerde hij verdienstelijk componeren en pianospelen. Als medewerker aan het jongerentijdschrift Pijpkruid maakte hij talrijke linosneden in kleur en zwart-wit. De schetsclub van de Heemkundige kring Merksem (dertig leerlingen) evolueerde naar de Vrije gesubsidieerde Kempische Tekenschool (met circa tachtig leerlingen), die jarenlang geleid werd door de ‘drievuldigheid’: Joke van den Brandt, Antoon Vermeylen en ikzelf. In de Vesperkring van de Tongerlose pater kunstschilder Kallist Fimmers waren Toon en ikzelf de jongste leden en zijn dat ook gebleven. Er werden gedenkwaardige studiereizen en tentoonstellingen georganiseerd. Van bij de oprichting was Antoon ook aangesloten bij de ex-librisvereniging Graphia. En zeker legendarisch waren de vergaderingen, weekends en publicaties van de toen zeer werkzame Kunstenaars voor de Jeugd.
Ondertussen was onze tekenschool uitgebreid en geëvolueerd tot de Gemeentelijke Academie voor Plastische Kunst Merksem met meer dan 600 leerlingen, verdeeld over de disciplines tekenen, boetseren, schilderen, animatiefilm en grafiek. Toon bracht de Grafiekateliers tot volle wasdom. Gelijktijdig was hij ook grafiekleraar in de Gemeentelijke Academie van Hove. Overdag werkte hij als assistent in het atelier van brandglasschilder Jan Wouters, zijn professor. Ook als glazenier had Antoon een grote reputatie en in vele Vlaamse privéwoningen kan men zijn glasramen en panelen nog steeds bewonderen.
Toon Vermeylen was jarenlang bestuurslid van Kalligrafia, de Europees bekende kalligrafievereniging die ook de tweejaarlijkse Internationale Grote Prijs van Westerlo organiseert onder de onvermoeibare impuls van Joke van den Brandt. Gedurende bijna 25 jaar was hij een trouwe aanwezige op de maandelijkse kunstenaarssamenkomsten van de ‘Bel-Libriskring’ in Antwerpen.