(een enigszins met de Carmina Burana vergelijkbare verzameling gedichten uit de tiende/elfde eeuw) en de Disciplina clericalis van Petrus Alfonsi. Bevooroordeeld als hij is, zou de recensent de Ysengrimus ook graag tot de bekende middeleeuwse-Latijnse teksten rekenen. Dat is echter niet evident; volgens Stella is zijn uitgave van de Ysengrimus namelijk de eerste publicatie die er in het Italiaans aan het Gentse dierenepos wordt gewijd.
Op de voorkant van het boekje prijkt een foto van het Reynaertbeeld van Anton Damen voor de Gentsepoort te Hulst. De vos met zijn pelgrimsstaf is niet bepaald een voor de hand liggende afbeelding bij boek I van de Ysengrimus, maar in tegenstelling tot de Roman de Renart en Van den vos Reynaerde kent het Latijnse dierenepos geen rijke iconografische traditie. Er zijn geen geïllustreerde handschriften, volksboeken of populariserende uitgaven met afbeeldingen. Mij zijn alleen bekend de houtsneden van Désiré Acket in de vertaling van Van Mierlo uit 1946 (zie de bijdrage van Willy Feliers in Tiecelijn, 14 (2001), p. 142-152).
Stella heeft ervoor gekozen om de tekst te laten verschijnen onder de naam van Nivardo di Gand, de naam die telkens weer opduikt in publicaties over de Ysengrimus. Het is echter allerminst een uitgemaakte zaak dat deze Nivard van Gent ook werkelijk de auteur was; daarom heeft bijvoorbeeld Jill Mann, die in 1987 een uitstekende editie heeft gepubliceerd, de tekst niet van een auteursnaam voorzien. In plaats van de gebruikelijke titel Ysengrimus heeft Stella gekozen voor Le Avventure di Rinaldo e Isengrimo. Wellicht moet Reynaerts naam de aandacht van het publiek trekken en acht Stella de wolf daar minder goed toe in staat.
In de inleiding komen allerlei zaken aan de orde als het dierenepos, volkstalige dierenverhalen, de inhoud van de Ysengrimus, het gebruik van taal, spreekwoorden en de geschiedenis van het onderzoek. In de literatuurlijst worden de voornaamste edities en studies genoemd, maar bij de edizioni e traduzioni ontbreekt de Nederlandse vertaling van Nieuwenhuis (1997); bij de studi principali zou de studie van Van Mierlo uit 1943 niet misstaan.
Stella volgt de veel gebruikte indeling in boek I-VII, gebaseerd op de indeling in zeven boeken, zoals die te vinden is in MS A (het oudste, volledige handschrift) en B. Dit is sinds de editie van Voigt uit 1884 de gebruikelijke indeling. Deze Italiaanse uitgave bevat echter alleen boek I, met als vervelend gevolg dat het verhaal van de visvangst halverwege Isegrims mishandeling wordt afgebroken. De lezer komt de afloop van dit avontuur dus niet te weten. Het zou lezersvriendelijker zijn geweest om ook boek II, met de afloop van de visvangstepisode en Isegrim landmeter, op te nemen.