29
Sint-Niklaas, augustus 2006
Tiecelijnredactie aan Reynaertbriefschrijvers en -ontvangers in Vlaanderen en Nederland, hun uitgevers en erven
Zeer geachte mevrouw, mijnheer,
Het literaire tijdschrift Tiecelijn (oplage 600 ex.; ca. 350 betalende abonnees) plant zeer binnenkort (publicatie voorzien tegen circa 30 september) een bloemlezing van Reynaertbrieven, dit als opvolger van een themanummer rond Vossenpoëzie (2005). Het nummer wordt uitgegeven als een regulier nummer, wordt niet op een extra aantal exemplaren gedrukt en krijgt geen overdruk.
Voor dit themanummer worden circa 70 brieven geselecteerd, geschreven tussen 1834 (J.F. Willems) en 2006. De brieven werden geselecteerd op hun belang voor de Reynaertmaterie (anekdotiek, interesse) en in een aantal gevallen op hun literaire waarde. Diverse brieven brengen nieuwe gegevens aan voor de Reynaerdistiek (bijv. de plannen voor internationale Reynaertcongressen vanaf de jaren 1950). Er werden brieven geselecteerd van literaire coryfeeën (o.a. Gerard Walschap, Willem Elsschot, Louis Paul Boon, Stijn Streuvels), politieke verantwoordelijken (o.a. Camille Huysmans, Jean-Luc Dehaene, Aad Nuis) en bekende Reynaerdisten (Leonard Willems, J.W. Muller, K. Heeroma, W.Gs Hellinga e.a.). Belang werd ook geschonken aan de ontwikkeling van het Reynaertgebeuren in het Land van Reynaert (J. Goossenaerts, A. Stoop, B. Peleman e.a.). De brieven komen hoofdzakelijk uit de collecties van het AMVC, de Bibliotheca Wasiana en het Reynaertgenootschap.
Graag willen wij u verzoeken of wij uw brief / de brief aan u gericht / de brief door u gepubliceerd / de brief in uw collectie die in bijlage bij deze brief / mail wordt vermeld, mogen opnemen in de brievenbloemlezing, dit liefst zonder verdere onkosten.
De inhoud van de brieven wordt volledig en zonder ingrepen overgenomen. Het gaat niet om een wetenschappelijke uitgave, maar om een zgn. leeseditie (naar het voorbeeld van de edities van de correspondentie van Elsschot (Querido, 1993) en Walschap (Nijgh & Van Ditmar, 1998-). Adressen en briefhoofden worden niet opgenomen.
Niet in alle gevallen is het duidelijk bij wie de toestemming tot publicatie ligt en wie precies de erven zijn. Toch doen wij onze uiterste best om de juiste instellingen en personen te bereiken en de wettelijke bepalingen te volgen. In het geval het reeds gepubliceerde brieven zijn, wordt steeds verwezen naar de oorspronkelijke uitgave