Tiecelijn. Jaargang 20
(2007)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd8Marke, 26 april 1993 Willy Devreese aan Rik van Daele
Waarde vriend Rik, Je telefoontje verraste me wel. Ik zou heel blij zijn met die Reynaert van Streuvels. Als je PatrimoniaGa naar eind1. voor mij kan bestellen, dan wil ik je daar voor kunnen vergoeden, d.w.z. dat ik er een onkostennota of iets dergelijks bij wil krijgen. Omdat ik niet erg alert ben aan de telefoon, vergat ik je te bedanken voor je Kaulbachteksten. Ik hoop dat ik die mag houden of anders er een kopie van mag maken.Ga naar eind2. Ik bezit een Goethe met Kaulbach-illustraties uitgegeven in München (Verlag der Literarisch-artistichen Anstalt - 1846). De antiquaar twijfelde over dat jaartal en maakte er 1847 van. Ik heb alle ‘Hauptbläter’ nog eens bekeken en bemerk nu dat op sommige platen staat: ‘Gedruckt von W. Wick in München’; lang niet op alle platen staat links onderaan: ‘Stuttgart: J.G. Cotta'sche Buchhdlng’. Naast Rahn en Schleich vind ik ook één maal Steilensand als etser vermeld. Eén plaat heeft een onderschrift: Die Botschaft des katers Hinze. 3ter Gesang. Is dat allemaal wel normaal? Lulofs heeft het in zijn editie (Wolters-Noordhoff) op p. 66 over een ‘houtsnede’ van 1846. Moet dat niet zijn ‘staalgravure’. In bijlage zend ik je een kopie van een uitgave van Het Willemsfonds, Gent. Het betreft een mapje met een twaalftal eenzijdig bedrukte bristol-velletjes, met illustraties van Bonnevalle.Ga naar eind3. Ik heb nog een Franse uitgave gevonden, voor de bibliografie: Tiber le chat, écrit et raconté par Michel Hindenoch, illustré par peter Alfaenger, d'après le Roman de Renart; Vif Argent 3, impasse Royer-Collard 75005 Paris; Dépot légal 3o trimestre 1991; ISBN 2/86662/135-2 (135 FF) | |
[pagina 224]
| |
Het betreft een plastic cassette, met daarin een boekje en een geluidsband met een verhaal uit de Roman de Renart. Het is deel één van een reeks van zes verhaaltjes genoemd naar het dier dat een hoofdrol vertolkt: Chantecler, Renart, Isengrin, Tibert, Brun en Roënel. Op het bandje begeleidt de schrijver/verteller Michel Hindenoch zichzelf op oude muziekinstrumenten. In het gekartonneerde boekje vind je eerst een serie kleurplaten van Peter Alfaenger en daarna het verhaal, alles bijeen 20 blz. platen en 10 blz. tekst. Kinderen vanaf 6 jaar (volgens de uitgever) kunnen luisterend en plaatjes kijkend van het verhaal genieten en (later) zelf de tekst lezen. De uitgave is zeer verzorgd, maar nogal prijzig. Zaterdag was ik op een boekenveiling in Brugge. Daar was een mapje te koop met de illustraties van Wierink.Ga naar eind4. Er was nog één andere Reynaerdioot in de zaal, die achteraf kwam kennismaken: P. Everaers uit Ter Hole.Ga naar eind5. Over Elsschot en Ogherne: ik wil wel proberen een opstelletjeGa naar eind6. te maken over ‘Elsschot en de Reynaert’, maar mijn uitleg over die ‘outmakige’, een ‘uitmaakster van lantaarns’, als spotnaam voor een dame die haar bedrijf uitoefent op tijdstippen waarop de officiële lantaarnopstekers of -uitdovers hun werk doen, was maar ‘spielerei’ van een volslagen leek. 't Is anders wel leuk: ‘Wat doet die dame nog zo laat op straat?’ ‘Oh, ze moet de lichtjes uitdoven.’ (Lulofs heeft het over ‘oude kaarsjes rechten’). Nog een rijmpje om te eindigen:
Het verlichten dat Ogherne niet versmaadt,
Heeft niet zozeer te maken met de klaarte,
Dan wel met het verminderen der zwaarte,
Van 's mans beide beurzen, met en zonder naad.
Hartelijke groeten, Willy Devreese
Context: Willy Devreese leverde (net als Erwin Verzandvoort en later Peter Everaers) vanaf jaargang 4 belangrijke bibliografische bijdragen voor Tiecelijn. Van bij het begin was het bibliografische aspect van de Reynaertstudie een van de prioriteiten van de werking van de vzw Reynaertgenootschap. Willy Devreese verzamelde actief Reynaerdiana in Frankrijk en Duitsland.
Willy Devreese (Tielt, 1949) was onderwijzer aan de Vrije Centrumschool in Marke. Omschrijft zichzelf als ‘Reynaerdioot’ waarmee hij bedoelt: ‘verzamelt min of meer betaalbare Reynaertuitgaven en vossenprullaria’. Zegt verder over zichzelf op www.reynaertgenootschap.be: ‘Schoolmeestert soms met de rode pen in Tiecelijnteksten. Literair consument, nonproducent.’ Vanaf 1998 redacteur van Tiecelijn. |
|