Reynaertverhaal wel een kinderboek? Of is het alleen maar voor volwassenen? Luisteren naar het verhaal met rode oortjes ...
Alleen maar de vos? Verhalen zijn zo oud als de mens. Zo ook verhalen over dieren. Waarom vertelt de mens verhalen over dieren? Zeggen ze iets over hemzelf? Over domheid en intelligentie, zwakte en sterkte? Verhalen over vossen gaan in onze cultuur over list. Welke dieren zijn in andere culturen de verpersoonlijking van de list?
Alleen maar in het Nederlands? Vertalen is verraden. Het Reynaertverhaal is het boetseren van een steeds wijzigend verhaal. Maar wat gebeurt er als het verhaal wordt overgebracht in andere talen, naar andere publieksgroepen? Bewerkingen zijn soms heel nieuwe verhalen.
Alleen maar het Land van Reynaert? Het Waasland, Hulst en het Gentse zijn deel van het Reynaertland, maar waarom? Wat zegt ons de Reynaerttoponymie? Is Reynaert Waaslander of wereldburger? Een verhaal in woord en beeld over de vos van Portugal tot de Oekraïne en ex-libris van China tot Argentinië.
Alleen maar (on)zekerheden? In de vorige eeuw werden alle Reynaertvraagstukken opgelost. Thans is het motto: niets is nog zeker. Wat is er eigenlijk bekend? Voor wie is de Reynaert geschreven? Wie was Willem? Wat is Madoc? Hoe langer men de Reynaert bestudeert, hoe minder zekerheden er overblijven
Als de vos de passie preekt ... (Reynaert I) is een internationaal Reynaertproject, georganiseerd door het Stedelijk Museum van Lokeren (dr. Rik Van Daele), in samenwerking met de Université de Lausanne (prof. dr. Alexander Schwarz), de Katholieke Universiteit Nijmegen (dr. Paul Wackers) en de vzw Tiecelijn-Reynaert. De tentoonstelling wordt in het Stedelijk Museum van Lokeren georganiseerd naar aanleiding van het Lokerse voorzitterschap van het Intergemeentelijk Project Het Land van Reynaert en het tienjarig bestaan van het Reynaerttijdschrift Tiecelijn en met een knipoog naar de vijfhonderdste verjaardag van de oudste Duitse Reynaertincunabel (Lübeck, 1498). De mysterieuze ondertitel van de tentoonstelling (Reynaert I) verwijst niet naar een mogelijk accent richting de eerste Reynaert (of Van den vos Reynaerde), maar wel naar de intentie om in het begin van de volgende eeuw, een tweede, grotere tentoonstelling over Reynaert en ideologie te maken.
Tiecelijn viert zijn tienjarig bestaan met een nummer dat afwijkt van alle vorige. Voor het eerst verschijnt een dubbelnummer en voor het eerst wijken de gebruikelijke rubrieken. Dit themanummer is bedoeld als achtergrond en begeleiding bij de tentoonstelling Als de vos de passie preekt. De zes begeleidende teksten gaan breder en dieper op de onderwerpen in dan visueel kan worden voorgesteld. Bovendien is rekening gehouden met een breed publiek dat een overzicht wil van wat de Reynaertstudie de laatste decennia opgeleverd heeft. Nergens anders vindt men een dergelijk inleidend overzicht. Wie zich verder in de materie wil bekwamen, vindt veel stof in de Tiecelijnnummers. Als inleiding zijn de edities van J.D. Janssens e.a. (1991) en F. Lulofs (1983) interessant. De bibliografieën van deze edities en van dit themanummer leiden de lezer verder. Wie zich echt wil verdiepen kan grijpen naar de studies van P. Wackers (1986), A.Th. Bouwman (1992) en Van Daele (1994).
Omdat de artikels in dit nummer voor een breed publiek zijn geschreven, werd een summiere samenvatting van de twee belangrijkste Middelnederlandse