| |
| |
| |
Reynaert op pad: beknopt verslag
Reynaertkrantenrubriek 1997
De krantenreynaert
Een variant van het Reynaertverhaal,
gelardeerd met verborgen tekstfragmenten van Jan Frans Willems
De eerste oktoberdagen kleurden bossen en hagen gelig bruin. Koning Nobel had zich reeds lang teruggetrokken in een heraldisch boek. Zijn brulkracht was verdoofd, zijn klauwen afgebot. De genadeslag die Reynaert hem had toegediend, was hij nooit meer te boven gekomen. Daarom was het raaf Tiecelijn die ditmaal ten hove riep al wie hij, om hof te houden, roepen kon uit... O neen, niet uit velden en wouden, ook een raaf moet met de tijd mee, en daarom had hij journalisten uitgenodigd. Tiecelijn was een trouwe vriend van Reynaert. Met velen kwamen ze daar, groot en klein, een bonte schaar. Alleen de pennenridders van zijn eigen blad had hij wijselijk thuisgehouden. Niet dat ze teveel misdaan hadden of zich schuldig wisten, maar eigen lof stinkt, dacht de raaf, en daarom schuwde hij de aanwezigheid van de eigen Reynaerdofielen om des te beter naar de anderen te kunnen luisteren.
Toen het hof vergaderd was, sprong, voor iemand anders iets kon zeggen, de Wase dichter Frank Pollet van Het Vrije (d)Waasland met een spottende flikker in zijn ogen midden in de ring. Hij sprak over zijn vrouw Moniek, gedroeg zich als Isegrim, gaf er een lap op, en flapte eruit dat hij er schoon genoeg van had. Je kan ‘straks geen Dwase straat meer in of ze heeft een naam uit het Reinaertverhaal. Boekhandels liggen vol met die ellende en op de openbare rustbanken staat die vuile vos zijn portret. De helft van de Dwase fiets- en wandelroutes hebben [sic] iets met dat stom beest te maken.’
't Is mijn tijd, dacht een gebaarde kerel met een groene jagershoed en dito plunje uitgedost en zonder Pollets humor te snappen duwde hij de vrije Waaslander opzij. Heftig zwaaiend met een bundel dagbladknipsels ging hij voor de raaf staan, om recht te eisen voor de schade die Reynaert hem had gedaan. ‘Lees, wat hier in De Morgen over die “beschermde vrijbuiter” staat’, schreeuwde hij. De voorbije vijftien jaar ‘heeft de vos praktisch heel Vlaanderen opnieuw gekolonizeerd.’ We mogen niet eens meer op een ordentelijke wijze jagen op die kiekendief: geen gas meer, geen gif meer, geen klemmen meer. Bovendien verplicht een ‘burchtbescherming’ ons op 25 meter van het nest van een vossenfamilie te blijven.
| |
| |
Dit is geen journalist, dacht de raaf bij zichzelf, dit is een jager die de vos als concurrent beschouwt. Dat had hij gelezen in een artikel van Bas de Wilde waarin gesteld werd dat de Koninklijke Sint-Hubertusclub van België de vos overlaadt met alle zonden Israëls en hem als het ware vogelvrij heeft verklaard. Vossen banen zich tegenwoordig een weg ‘dwars door de maïsvelden heen’ (Het Volk); ze duiken zelfs op langs de Belgische kust. ‘De Nederlanders zijn bang voor Belgische vossen’, raasde het jagershoedje en met een cynische grijns citeerde hij: ‘Als mensen in aanraking komen met eitjes van blaaswormen die in de pels van de vos zitten pech hebben, kan het eitje zich ontwikkelen tot een larve die zich meestal in de lever nestelt, daar een soort tumorachtige cyste vormt en zich begint te vermenigvuldigen. Dat kan leiden tot uitzaaiing van cysten die niet of nauwelijks nog operatief te verwijderen zijn en de dood veroorzaken’ (Het Volk). Blijkbaar zo ingenomen met dit griezelige scenario en overtuigd van de schuld van de ‘wolf’ zwaaide de aanklager zo fel met de dagbladknipsels dat ze meteen uit zijn driftige hand voor de poten van Tiecelijn neerdwarrelden.
Bedaard nam de raaf de verspreide knipsels op en hij las nieuwsgierig wat er nóg voor leuks over de vos werd verteld. In het Oost-Vlaamse Denderleeuw vonden natuurwerkers vijf vermoorde vossen (Het Laatste Nieuws). De vossenpopulatie neemt in West-Europa gestaag toe, maar dit is niet zoals beweerd wordt het gevolg van het uitzetten van vossen door groene jongens. In Oostduinkerke, Knokke, De Haan en De Panne worden vossen gesignaleerd. In Knokke werd zelfs het onthoofd skelet van een vos aangetroffen. Dan toch nog gehalsrecht, dacht Tiecelijn. Vossen aan de kust schijnen volgens het artikel hoogst merkwaardig te zijn, omdat de polders er een natuurlijke barrière vormen, speelterrein als ze zijn van weer en wind en die bovendien weinig bescherming bieden aan vossen. Een ander knipsel heeft het over dorpers die in de Waasmunsterse Weverstraat een vossenklem hadden uitgezet maar er een ontsnapt wasbeertje mee verminkten. Tiecelijn grimlachte bij deze eigentijdse heruitgave van de beer en Lamfreits honingboom. En dat andere dorpren niet aarzelen strychnine te gebruiken in de strijd tegen het overaantal vossen en dat buizerds, haviken, verwilderde katten (Tibeerts op de dool) en huisdieren er het slachtoffer van worden (Het Nieuwsblad). Een Waalse Courtois (‘in francsoys’) had het onder andere struiptrekkend met zijn dood moeten bekopen terwijl zijn baasje aan het barbecuen was. En verder dat tienduizenden aanhangers van de vossenjacht naar Londen waren getogen omdat een lid van de Labourpartij een wetsvoorstel in petto had om de jacht op vossen, herten en nertsen te verbieden omdat dit met Blair als ‘coninc’ meer dan ooit kans maakte om werkelijkheid te worden. Onze jacht is fair, schieten de jagers terug: vijftig procent van de vossen heeft de kans om te ontkomen en onze honden pakken vooral oude en zieke vossen (Het Nieuwsblad).
| |
| |
Dan begon Tiecelijn welhaast te krassen van innerlijke ravenpret, ditmaal zonder kaas in de bek. Hij las in een Zeeuwse publicatie dat Reynaert de vos terug in het Waasland vertoeft. ‘Tijdens een natuurwandeling in Sombeke zagen enkele wandelaars plots een volwassen vos, die in de prille ochtend rustig langs de afsluiting van een weide liep. Enkele koeien volgden zeer nieuwsgierig het zeldzame dier, terwijl opvliegende kieviten luid alarm sloegen en de vos in het oog hielden. De vos liep uiteindelijk de dijk op en verdween nadien uit het zicht van de wandelaars.’ De schrijver vindt het verheugend dat Reynaert terug is in de streek waar hij vroeger zoveel geschiedenis geschreven heeft.
Intussen werd de schuimbekkende jager van het klagersforum weggevoerd (met een ticket voor Londen) en sprong een gedegen en belegen journalist - familie van de vos - in de ring. Hij riep verwoed: Zo heer jagershoed, dat 's goed! Maar we weten 't daar en boven: Vijands mond zal zelden loven. Ook hij begon te zwaaien, bedaarder weliswaar, met een pakje dagbladknipsls. Sinds de vzw Tiecelijn-Reynaert de vos nieuw leven heeft ingeblazen is hij de ware ambassadeur van de streek tussen Hulst en Gent geworden en geeft hij opnieuw zijn naam aan de streek die vroeger van hem was: Het Land van Reynaert. ‘Reynaert doorbreekt Wase fusies’ meldt Het Volk over het intergemeentelijk en grensoverschrijdend cultuurhistorisch en literairtoeristisch samenwerkingsverband, waarbij Axel, Beveren, Destelbergen, Hulst, Kruibeke, Lochristi, Lokeren, Moerbeke, Sint-Gillis, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster de handen in elkaar slaan om gezamenlijk de streek en het Reynaertverhaal te gaan promoten. In de Zeeuwse krant De Stem heet het: De vzw Tiecelijn-Reynaert ‘zal de wetenschappelijke onderbouw van het geheel leveren. Tiecelijn kan als inspirator werken en bovendien een spreekbuis zijn van het Intergemeentelijk project.’ Er wordt binnen het project aan een strip gedacht en in 1998 verleent men steun aan de Reynaertmusical van Musical Exchange. Hulst wil in 1998 uitpakken met een Reinaertommeganck en ook Groningen aait aan de vossenpels. Weer in het Land zelf opende op 19 juni 1997 een fonkelnieuwe Reinaertbibliotheek in Lochristi. Al dit nieuws is voortaan ook te vinden in de Nieuwsbrief van het Land van Reynaert. Nummer twee van dit nieuwe halfjaarlijks blad verschijnt eind november. Verder bladerend in de knipselkrant wordt de ringbezetters kond gedaan dat Lokeren in 1998 Hulst opvolgt als voorzitter van het Intergemeentelijk project en dat men aan de Durme nu reeds de speer aan het scherpen is.
In het verre verschiet daagt het jaar 2002 op, waar men zou kunnen aanknopen bij het prestigieuze ‘Vlaanderen 2002’-project van de Vlaamse minister-president.
Dappere journalist heer das wilde nog een complimentje geven aan de trotse Tiecelijn die in 1998 tien jaar wordt (Het Nieuwsblad), ware het niet dat recht te desen selven stonden ergens in de verte op de achtergrond, van een berg af... O, neen, beste
| |
| |
krantenknipper, niet Canteclaer kwam ghevaren, maar het was heer Reynaert in hoogsteigen persoon, die triomfantelijk de hofplaats binnenstapte. Hij kwam schijnbaar terug van een lange pelgrimstocht van het Heilig Land, want, pij, staf en schoenen waren weggemoffeld. In plaats daarvan omhulde een hoogsteigenaardig kleed van tientallen krantenknipsels, kunstig aan elkaar geregen tot een modieus geheel, zijn rosse pels. Vernuftig ook, zo later bleek: elk knipsel kon zonder scheuren geplukt worden en con brio worden voorgelezen.
Reynaert kwam met stout gebaar, of hij 's konings zone waar. Eenmaal voor Tiecelijn aangekomen, hoorde de verenigde pennenclan de welgedane vos zeggen: ‘Hoort mij allen aan. 'k Doe (vol trots) u verstaan, goede lieden, eedle heren, welk een schat van informatie ik - geen week ging er voorbij zonder - de Vlaamse, Zeeuwse en zelfs anderstalige pers verschaf’. En meteen plukte hij galant het ene knipsel na het andere uit zijn papieren gewaad.
‘Nieuw Reynaertmonument in Hijfte’, gelegen ende gestaan in de Oude Veldstraat, volgens Maurits Gysseling, die aanwezig was bij de plechtige inhuldiging, de ‘rechte strate’ uit Van den vos Reynaerde. De vijf samenzweerders, uitgesneden in Sidmars staal door de firma Aelterman, stappen resoluut naar Hijfte. Marnixring Bloemenland nam het initiatief, deputé Jean-Pierre van der Meiren onthulde, Rik van Daele lichtte toe en de NTG-acteurs Nolle Versyp en Roger Bolders pleitten voor het hof de vrijspraak.
‘Reynaert geeft start toeristisch seizoen’. ‘Vos Reynaert pronkt nu ook naast Heidekapel’ en ‘Reinaertfamilie kampeert aan Heidekapel’. Te Waasmunster staan Isegrim, Cuwaert, Tibeert, Grimbeert, Tiecelijn, en Reynaert, fier op zijn sokkel, de pelgrimsstaf losjes in de hand er middenin. De onvermijdelijke Reynaertbeeldhouwer Albert de Smedt krijgt in Het Volk alle lof toegezwaaid. Voor hem werd het Reynaertepos ‘een visitekaartje’.
Reynaert stript verder: ‘Reynaertbeeld voor Sint-Niklase vakbond’. Jozef van Acker uit Waasmunster creëerde een schitterend Reynaertbeeld tegen de achtergrond van de sluiting van de Boelwerf. In het weekblad Le vif express vinden we een bladzijde over een in windels verpakte vos met gekortwiekte staart, poserend tussen eveneens gehavende, in het zwart geklede mannen, één zittend, één staand, van Pascal Bernier. Het beeld was te bekijken in de Brusselse Galerie Damasquine.
En wat de beelden betreft afrondend: ‘Futuristische vossen van boomschors’. De Vrije ateliers van Sint-Niklaas creëren meesterwerkjes. In Het Nieuwsblad vernemen we dat de elfjarige Valerie een ruggengraat van schors, takken en touw bijeenbracht om er een vos Reynaert mee te maken.
Ook de literatuur laat de vos niet los, grimlacht Reynaert tussen zijn knipsels door: ‘Reynaert de vos op wereldreis’. Immers, in Nederland heeft de Commissie voor de
| |
| |
voordrachten voor de Hans Chr. Andersenprijzen Reynaert de Vos, geschreven door Henri van Daele en geïllustreerd door de hoog gewaardeerde tekenaar Peter Vos, voorgedragen voor de IBBY Honourlist 1998. Het boek zal nu ‘over heel de wereld gaan reizen in tentoonstellingen, te starten op het eerstvolgende IBBY-congres’ in India.
Intussen bloklettert De Stem: ‘Eerste boekje van Vosje Rein voor wethouder Paul Weemaes’ over het door de Reinaertstichting van Hulst uitgegeven kleuter- en peuterboekje Vosje Rein. Het boekje werd geschreven door Magda Heitsman-Muys, secretaris van de Stichting en geïllustreerd door tekenaar Filip Ramon. Het werd voorgesteld naar aanleiding van de zesde Reinaertboekenweken te Hulst. (Bespreking p. 131.)
En ik ben ook op de planken te zien: in 1998 te Lokeren en te Hulst, en waar ik verder gevraagd word. Op de opendeurdagen van het Land- en Tuinbouwcentrum van de Broederschool te Sint-Niklaas voerden de leerlingen een spel Reynaert de vos komt terug op. In Daknam vierde de Reynaertkring ‘Communie aan de toog’ en bij die gelegenheid liet regisseur Eddy Picavet zich ontvallen dat hij ervan droomt ooit een Reynaertfragment of -spel te mogen regisseren ‘met als decor het schilderachtig dorpspleintje van Daknam’. Een andere Wase regisseur, Jaak van der Helst, verlaat, - zo zegt hij toch, knipoogt Reynaert ongelovig - de scène. De man die ooit twee voortreffelijke Reynaertmassaspelen te Sint-Niklaas en een Reinaertommeganck in Hulst regisseerde, houdt het na een laatste acteurs- en regisseursprestatie voor gezien. JAS (Jeugd Animatie Sint-Niklaas) bracht La vie de Jean op de planken, het leven van fabelauteur Jean de la Fontaine en kwam opnieuw in het nieuws toen het daarna de garderobe verkocht met daarbij een vossenstaart (foei!).
Dan fladderen in ijltempo heel wat knipsels in het rond over de musical van de Belgisch-Nederlandse groep Musical Exchange. ‘Reynaert-epos ook op muziek gezet’, ‘Tibeert bezongen tijdens auditie Reynaert-musical’. ‘Reinaert nieuwe Nederlandstalige musical gaat in 1998 in première.’ ‘Reintje zoekt handlangers’ en ‘Reinaert valt in de smaak.’
Nog het liefst, peroreert Reynaert, is mij wat men over mijn verblijf in Streuvels' Lijsternest schreef naar aanleiding van de publicatie van het tweede Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap, dat werd voorgesteld op 16 januari 1997 in de Salons voor Schone Kunsten te Sint-Niklaas. ‘Auteur Stijn Streuvels fan van Reinaert de Vos.’ Tiecelijn zorgde voor Reynaerdelijke bijdragen onder redactie van Rik van Daele en Piet Thomas. ‘Stijn Streuvels hield van Reinaert’, ‘Ook Streuvels schreef Reynaertverhalen.’ ‘Pad Streuvels en Reinaert kruist in het Waasland’, ‘Streuvels een beetje Reinaert’, ‘Vos op de schoot van Streuvels.’ En nog meer over Streuvels naar aanleiding van de pinkstertocht op 17 mei 1997 van de vzw Tiecelijn-Reynaert: ‘Reynaerdia- | |
| |
nen bezoeken Lijsternest’. De twee Zeeuwse mede-auteurs van het Streuvelsboek, W. Gielen en P. Everaers, tekenden voor een overzichtstentoonstelling van alle bekende uitgaven van Reinaert de vos van Stijn Streuvels: ‘Hulster streekmuseum De Vier Ambachten opent nieuw seizoen’; ‘Stijn Streuvels over Reynaert de vos in Hulst’; ‘Streuvelianen en Reinaerdisten ontmoeten elkaar’. ‘Reynaert-expo lokt Wase belangstelling.’ De dochter van Stijn Streuvels, de 74-jarige Isa Baert-Lateur: ‘Ik ben blij dat er nu eindelijk eens aandacht is voor dit facet van zijn literair oeuvre.’ ‘In de Reynaertstad Hulst wordt de vos goed belicht in twee tentoonstellingen’: ‘Reynaert de Vos in prent en exlibris en Stijn Streuvels en Reynaert de Vos.’ ‘Streken Reynaert in exlibrissen gevangen.’ ‘Het land van Reynaert kent geen grenzen’, verwijst naar de openingstoespraak van Rik van Daele bij het Hulsterse dubbelproject. De ex-libristen-toonstelling haalde ook elders de pers; in
Kruibeke, waar de Reynaertkleingrafiek in de basisschool Reynaert werd opgehangen en in Heist-op-den-Berg, waar de tentoonstelling te gast was in Cultureel Centrum Zwaneberg: ‘De vos drukt zijn stempel’.
Reynaert als een droevig man, keerde 't hoofd om, zag in 't rond en al zuchtend sprak zijn mond: ‘Brand vernielt de inboedel van Scaldiana’. Deze plek aan de Schelde-oever in Rupelmonde wordt door het gemeentebestuur van Kruibeke voorbestemd als nieuw Reynaertmuseum in vervanging van het reeds enkele jaren gesloten bescheiden museum in de Rupelmondse watermolen. Bijgevolg: ‘Nog geen tentoonstellingen in Scaldiana’.
Doch, 't scheen Reynaert nu tijd dat hij ontkwam. Niet dat hij zich een schurk waande, maar toch werd hij een weinig vervaard dat deze krantenrubriek te lang zou worden en dat de hoofdredacteur resoluut zou knippen in zijn geparlesant. Daarom dacht hij bij zichzelf: 't is wel tijd, en meteen koos hij uit zijn journalistieke tooi een aantal knipsels die de man in hoogst eigen persoon betroffen naar aanleiding van diens verkiezing tot ‘figuur van het jaar’. Nagenoeg in alle bladen verscheen het relaas. ‘Persclub kiest Wase figuren’, ‘Pers in de ban van Reinaert’, ‘Wase figuur van het jaar is gepassioneerd door Reinaert-verhaal’ (wie nog niet weet, begint te vermoeden), ‘Keuze voor passie’, ‘Sant in eigen land zijn, doet deugd’ (uitspraak van de gelauwerde), ‘Bekroning voor Reynaert-kenner’, ‘Eerste officiële plechtigheid van nieuwe burgemeester Foubert’ en ‘Lokeren huldigt Rik van Daele’ (eindelijk valt de naam’ en sterker nog: ‘Lokeren adopteert “haar” Rik van Daele’ (dixit burgemeester Anthuenis). In een interview verklapt de gevierde dat hij halsreikend uitkijkt naar 1998, het jaar waarin Lokeren voorzitter wordt van het Intergemeentelijk project Het Land van Reynaert en waarin hij het vaste voornemen heeft een Reynaerttentoonstelling op stapel te zetten.
In een voorlaatste ademtocht nog (de laatste knipsels gaan eraan) litaniet de vos in ijltempo: ‘In het spoor van Reynaert’, een eerste van een artikelenreeks over het
| |
| |
Waasland in de zomereditie van Het Volk, ‘Vijfde Herman Heyselezing te Stekene’ en ‘Reynaerdianen herdenken Herman Heyse’. En kwispelend met zijn staart: ‘Vossen roeren staart’, ‘Reynaert vindt twee nieuwe vossenstaarten, ‘Graficus en muzikant opgenomen in Orde van de Vossenstaart’, ‘Vossenstaart voor Antoon en Marc’ over twee nieuwe ridders van de Orde van de Vossenstaart, Reynaertschooldirecteur Marc Moorthamer en glazenier en graficus Antoon Vermeylen. Denkend aan zijn lieve Hermelijne houdt Reynaert even langer één dagbladknipsel in zijn poot: ‘Vrouwen breken door in Reynaertland’, over voordrachtkunstenares Marcella Piessens en kalligrafe Joke van den Brandt die de nieuwe vossenstaarten voorstelden met een laudatio. En verder over de Reynaertschool: ‘Reynaertschool viert feest’, ‘Nog een tikkeltje meer Reynaert’ over de netoverschrijdende tekenwedstrijd in de drie basisscholen van Kruibeke en de ex-libristentoonstelling naar aanleiding van het schoolfeest eind mei 1997 en ‘Culturele prijs voor oudercomité’ voor de initiatiefrijke school rond dezelfde periode.
Ook Vrasene roerde zijn staart, glundert de vos: ‘Reynaert bij herboren Davidsfonds’ en ‘Reynaert achterna’ naar aanleiding van een lezing en een Reynaerttentoonstelling gebaseerd op de uitgebreide boeken- en grafiekcollectie van Julien de Cuyper. En om al deze plaatsen met elkaar te verbinden, nu fluks op de fiets gesprongen (wat een vos wel minder lukt): ‘Eerste Reynaertfietstocht in Zeeuwsch-Vlaanderen’ of ‘Reynaertfietstocht van Rotaryclub Hontenisse’. ‘Reynaert-fietstocht moet traditie worden.’ De keuze van de naam van de tocht is ongelukkig dezelfde als die in Sint-Niklaas. Daar startten begin juni de dertiende ‘Reynaertfietstochten en Reynaertgezinsfietstochten.’
‘Vlug Reynaert, het moet een einde nemen’, kraste Tiecelijn. ‘Hulst als Reynaertstad’, ‘Raad Hulst twijfelt over haalbaarheid van Historische Week’, ‘Reinaert filmfestival bekroonde laureaten’ (Zeveneken), ‘Willemsfonds Lochristi piekt naar Reinaerttentoonstelling’, ‘Vos Reinaert in extremis’ over een resultaat van een plaatselijke korfbalclub, ‘Reinaert rozentuin staat open’ (over Select Delforge in Belsele), ‘Reinaertstad luidt feestklok (over de Sint-Niklase Feesten), ‘Enthousiaste jongeren stellen toekomst Reintje Vos veilig’ (over de Kemzeekse volksdansgroep), ‘Luc Permentier wint Reinaertloop’ (Belsele), ‘Fabels in Gentse bibliotheek’ (een expo over Jean de la Fontaine), ‘Hermeline’ (over een nieuwe kunstgroep in Lochristi), ‘Reinaertprijs voor Jef Dauwe’ (de heemkundeprijs van het Verbond van de Oost-Vlaamse Heemkundige Kringen is voor de bekende Lebbeekse advocaat en curator van de Boelwerf Jozef Dauwe) en het mysterieuze ‘Wat is Vos?’ (over de Vereniging Oud-Strijders).
De vos stond bijna naakt. Om zijn gespannen lippen krulde een schalkse plooi. Hij likkebaarde gretig alsof hij plots een lam zoet hoorde blaten in de nabijheid. Reynaert
| |
| |
vluchtte weg van het hof, naar heerlijke oorden waar vochten werden gebrouwen (geen kloosterbier) en waar alleen lieden verbleven die zich met het drinken of brouwen van deze geestrijke dranken bezighielden. Achter rugge kijkend gerrebekte hij nog: ‘Reynaert leert zijn volk bier brouwen’ (daders: de Lokerse Wijngilde); ‘Dirk Naudts is dé bierproever’. Deze brouwer uit Lochristi mocht in Zottegem de Nationale Objectieve Bierproeverstrofee in ontvangst nemen, de ‘oscar’ van het bierproeversgild. En wat is het huismerk van de Proefbrouwerij: Reinaertbier!
Probeer mij maar te volgen, sprong hij twee voet hoog, naar ‘Bruin de Beer’ in de Sint-Niklase Vossekotstraat, ‘waar jeugdsentiment en levenslust mekaar vinden’. We zullen er met bekwame spoed een schuimende beker koel, pittig, ziel- en ledenversterkend Reinaertbier degusteren. Schol.
Marcel RYSSEN
| |
Reynaert-grensbeeld van Chris Ferket
Tussen 19 juli en 15 augustus 1997 organiseerde men in het Meetjesland naar aanleiding van het vijfentwintigjarig bestaan van Toerisme Meetjesland de manifestatie ‘Grensbeeld’. In samenwerking met de regionale Televisie AVS en de firma BMB (Belgische Marmer-Graniet-Bedrijven) werden in diverse gemeenten beelden geplaatst van Chris Ferket, Stefaan Ponette, Danny Onderdonck, Omer Gielliet. Han Deij en Luc Ingels. Van Chris Ferket werd te Watervliet op het dorpslein, duidelijk zichtbaar voor het doorgaand verkeer, tussen twee bomen een vier meter hoog Nobelbeeld geplaatst van meer dan drie ton, een bas-reliëf in rode graniet ‘Multicolor-Red’ uit Indië.
Het beeld zou nadien verhuizen naar de streek van Oudenaarde-Wortegem, waar een andere beeldentocht werd georganiseerd.
Hoofdprijs van de wedstrijd was het beeld Communicatie van Chris Ferket. De gemeente Sint-Laureins bood van Ferket een Reynaertbeeld in keramiek aan met een waarde van 30.000 frank. Tot slot waren er ook nog 50 met de hand gekleurde litho's van Chris Ferket te winnen. Van Ferket wordt op de volgende pagina een Reynaertlitho afgedrukt.
R.v.D.
| |
| |
| |
| |
| |
Presentatie Comburgse hs. tijdens studiedag over verzamelhandschriften - convoluten
In 1994 verscheen het eerste deel van een nieuwe reeks, Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden: het Geraardsbergse handschrift. In deze reeks, die ondergebracht is bij het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis, wordt de inhoud van verzamelhandschriften in diplomatische edities (dit wil zeggen zonder tekstkrititische ingrepen) toegankelijk gemaakt.
Minder dan vier jaar later wordt het vierde deel van de reeks gepresenteerd. Het nieuwe deel is erg ambitieus en betreft het volledige Comburgse handschrift dat momenteel te Stuttgart in de Württembergische Landesbibliothek onder signatuur Cod. poet. et phil. 2o 22 wordt bewaard. Hét paradepaardje van deze verzamelcodex is vanzelfsprekend handschrift A van Van den vos Reynaerde, maar daarnaast bevat de codex - door J.D. Janssens terecht het vlaggenschip van onze Middelnederlandse letterkunde genoemd - diverse belangrijke teksten zoals De reis van Sente Brandane en de Rijmkroniek van Vlaanderen (de laatste tekst bevat de enige miniatuur van het handschrift).
Het Comburgse handschrift is in zekere zin een bijzonder deel in de reeks verzamelhandschriften. De codex bestaat uit zes afzonderlijke handschriften die samen 346 folio's of bladen tellen. In dat opzicht is het Comburgse handschrift een convoluut. Vier van de zes delen zijn zuivere verzamelhandschriften, één deel is een zogeheten ‘enkelteksthandschrift’ en één deel bevat een lange tekst en een korte bladvulling die waarschijnlijk in een later stadium is toegevoegd. Van de delen kan aannemelijk worden gemaakt dat ze geschreven zijn tussen 1380 en 1420. De precieze verwantschap tussen deze delen is, ook na grondig zoekwerk, nog steeds niet duidelijk. Toch is er onmiskenbaar samenhang, bijvoorbeeld in lay-out en schrift.
Ter gelegenheid van de presentatie van de nieuwe diplomatische uitgave - de eerste na de primaire editie van E. Kausler in het midden van de vorige eeuw - wordt op 31 oktober 1997 een studiedag gehouden in de Senaatszaal van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen (Broerstraat 5). Tijdens de studiedag staan het Comburgse handschrift, verzamelhandschriften en convoluten centraal. In zes lezingen wordt, uitgaande van de specifieke situatie in het Comburgse handschrift, besproken hoe verzamelhandschriften en convoluten zich tot elkaar kunnen verhouden, wat daarbij de rol van eigenaars en/of kopiisten is en wat het onderzoek van verzamelhandschriften kan bijdragen aan de literatuurgeschiedschrijving.
Met de reeks Middelnederlandse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden is nieuw onderzoek van de Middelnederlandse letterkunde mogelijk. Waar voorheen vaak een afzonderlijke tekst centraal stond, omwille van thematiek, esthetiek of nog iets anders, kunnnen nu teksten in hun directe, handschriftelijke context worden bestudeerd: de
| |
| |
teksten waarmee ze zijn overgeleverd. Of deze nieuwe vorm van onderzoek implicaties heeft voor de literatuurgeschiedschrijving zal in een forumdiscussie worden besproken aan de hand van stellingen waarop ook door de aanwezigen kan worden gereageerd. De deelnemers, J.D. Janssens (Katholieke Universiteit Brussel), H. Pleij (Universiteit Amsterdam), Frits van Oostrom (Rijksuniversiteit Leiden), Paul Wackers (Katholieke Universiteit Nijmegen) en Jan Reynaert (Universiteit Gent) discussiëren onder voorzitterschap van Hans van Dijk. Vooraf houdt Wim Gerrritsen een toespraak over Het verzamelhandschrift in de litteratuurgeschiedenis. De vijf andere lezingen worden gehouden door H. Brinkman (Vier Comburg-kopiisten en de Gentse boekproductie omstreeks 1400), J.C. Schenkel (Tekstcollecties: willekeur of weloverwogen?), J.A.A.M. Biemans, (Hand-I: kopiist of bezitter? Suggesties vanaf de zijlijn), W.Th.J.M. Kuiper (De filoloog als patholoog-anatoom) en Jos M.M. Hermans (In de band of uit verband - een (niet zo simpele) kwestie van samenhang. Verzamelhandschriften in een breder perspectief).
In een volgend nummer volgt een verslag van het colloquium en later een bespreking van de nieuwe publicatie.
|
|