Reynaerdiefje
Snel na nummer drie verschijnt nummer vier van Tiecelijn jaargang 1996. Ten opzichte van de vele abonnees willen wij ons verontschuldigen voor de vertraging. Dat vele abonnees een briefje stuurden of telefoneerden, deed ons dan weer deugd. Men zit blijkbaar telkens vol ongeduld te wachten op de 40 pagina's Reynaertnieuws, die dan veelal van a tot z worden verslonden.
Ook dit laatste nummer van de negende jaargang biedt stof tot lezen en zelfs tot reflectie. Het nummer begint met enkele kernlijnen en beschouwingen van en over het gloednieuwe Intergemeentelijk Project Het Land van Reynaert dat op 7 november 1996 te Hulst boven de doopvont werd gehouden. Dit project, oorspronkelijk een Hulsters initiatief, wordt een kans voor iedereen die met het Reynaertverhaal is begaan, op voorwaarde dat er enthousiast op wordt gereageerd door alle partijen. Teveel reflecteren tot waar een dergelijk project ons zou kunnen leiden, lijkt ongezond. Laten we er ons eerst achter scharen en zien waar we eindigen. Een Reynaertmuseum ergens in het Land van Reynaert, goed opgeleide gidsen, een goed werkend overlegforum? Laat ons hopen...
Dit nummer steekt vol variatie. De bibliofiel is zeker geïnteresseerd in de boekencollectie van een van de meest eminente Reynaerdisten, meester Leonard Willems. Nog interessanter is het te vernemen hoeveel zijn collectie goed 50 jaar geleden opbracht. En dan even vergelijken met de huidige prijzen van Reynaertboeken...
Boekliefhebbers vinden ook nu weer enkele moeilijk vindbare of nieuwe titels in de driemaandelijkse Reynaertbibliografie. Hier willen we nog eens een oproep doen aan lezers en vooral publicisten om kopies of overdrukken te sturen naar een van de redactie-adressen.
Bijna even klassiek zijn de steeds terugkerende rubrieken als de ex-libriskroniek, nog steeds puttend uit de rijke oogst van de internationale Reynaertwedstrijd en de vertalingen van de verhalen/fabels door professor emeritus J.-J. Reynaerts. Vooral zijn nieuwe reeks vertalingen uit het Oudfrans is bijzonder boeiend omdat de Renartverhalen nog niet in het Nederlands zijn vertaald.
Het einde van een jaargang en de start van een nieuw jaar zijn uitstekende gelegenheden om enkele mensen en instellingen te bedanken. De lijst is te lang. Toch willen wij onze vaste medewerkers danken voor hun inhoudelijke inbreng. De steunende leden danken wij voor hun gewaardeerde bijdrage, financieel, maar ook op het vlak van de appreciatie. Dank gaat ook uit naar de sponsors van de internationale exlibriswedstrijd. Tot slot gaat dank uit naar het gemeentebestuur van Stekene voor de verzending van de Tiecelijntjes en naar de Vlaamse Gemeenschap.
[R. VAN DAELE]