grafisch te duiden. Ook de kwalitatief soms minder goede prenten kunnen voor de Reynaerticonografie en aanverwante vosseverhalen en -fabels verrijkend zijn.
Opvallend is de algemene bekendheid van de Reynaert in Oekraïne, dit door Ivan Franko's bewerking van Goethes Reineke Fuchs tot de Lis Mikita in het Oekraïens (zie Tiecelijn, 1994, p. 105). Uit Oekraïne kwamen er 69 inzendingen met dikwijls 2 tot 3 exlibris per deelnemer. De Oekraïeners werden op de voet gevolgd door de Russische buren met 61 deelnemers, geïnspireerd door de Reineke Lis. ‘Lis’ is het Russische, Oekraïense en Poolse woord voor vos. Bij de Russen was er een sterke vertegenwoordiging van wat men wel eens de ‘School van Sint-Petersburg’ noemt met zeer veel goede exlibris. Zo stuurde onder andere Joeri Ljoeksjin, zeer bekend om zijn serie exlibris geïnspireerd op het Finse Kalevala-epos, drie prachtige prenten in. Op een ervan is Reynaert President of America en staat hij achter de bekende presidentiële ‘desk’.
Opmerkelijk was de sterke vertegenwoordiging (17) van grafici uit Argentinië, met steeds betrekkelijk grote exlibris in felle kleuren. Fel volk, felle kleuren, de felle met de rcsse baard zal in zijn baard lachen. Kan hij na Columbus ook Zuid-Amerika veroveren? Ook Mexico en Uruguay zorgden voor inzendingen. En er was belangstelling van jong tot oud. De oudste deelnemer is 84 jaar en de jongste 5. Verderop zal ik het exlibris van de ouderdomsdeken bespreken.
Wat de populariteit van de stof betreft, zien we duidelijk twee scènes primeren: de vos en de haan (of kip of gans) en (wellicht de topscène) de vos en de raaf. De keuze van deze laatste scène gaat voor enkele kunstenaars misschien terug naar de Roman de Renart, maar meer dan waarschijnlijk zijn de meeste artiesten toch geïnspireerd door Jean de la Fontaines Le Corbeau et le Renard. ‘Maitre Corbeau, sur un arbre perché, / Tenoit en son bec un fromage.’ Een dankbaar onderwerp met veel, zeer goede prenten. Wie wil blijven nagenieten moet zich de catalogus aanschaffen, daar zullen ze ‘Maitre Corbeau’ voldoende ontmoeten, zelfs meer dan eens in de prijzen.
Een mooi voorbeeld van een exlibris over deze scène is de ets-aquatint van Zoltan Bagarus uit Hongarije voor Kristaly Adrienn (afb. p. 32). Een glunderende vos valt de kaas zo maar in de hand, terwijl de raaf te hoge noten zingt ‘pour montrer sa belle voix’. En letterlijk daarvoor zijn snavel te ver openzet, ‘Il ouvre un large bec, laisse tomber sa proie’. Een levendige speelse prent met de tekst goed geïntegreerd in het beeld, een schoolvoorbeeld van een goed exlibris. Maar er waren zoveel zeer goede exlibris dat hij zich met ‘sa belle voix’ niet in de prijzen kon zingen.
Dat kon Arkadi Poegatsjevski uit Oekraïne wel, met een juweeltje van een prent kon hij zich met de vos en de raaf op de tweede plaats nestelen.