Tiecelijn. Jaargang 8

[p. 180]

Aankondigingen en mededelingen

Comburg als verzamelhandschrift

Vorig jaar verscheen bij de uitgeverij Verloren te Hilversum het eerste deel van een nieuwe reeks diplomatische edities van middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden (het zgn. Geraardsbergse handschrift, Brussel, Kon. Bibl., 837-845). Over afzienbare tijd is deel IV op de markt: de Comburgse verzamelcodex met het beroemde handschrift A van de Reynaert. De editie en een vrij lange inleiding met een grondige beschrijving van het handschrift zijn in handen van twee jonge Nederlandse onderzoekers, Herman Brinkman en Janny Schenkel. Heel wat nieuwe, uitdagende ideeën zijn te verwachten rond het statuut van de zes delen waaruit de codex bestaat, rond de rol van de kopiisten A en I, rond de geschiedenis van de Rijmkroniek van Vlaanderen, rond de functie van het verzamelhandschrift. Het ziet er zelfs naar uit dat het beruchte Gentse archiefstuk door de Reynaertkopiist E geschreven (een mededeling zonder enige verwijzing van Hellinga), zou worden teruggevonden. Op 13 oktober kwamen twaalf Comburgspecialisten samen in de Haagse Koninklijke Bibliotheek om hierover met de editeurs in discussie te treden. Van Vlaamse kant waren aanwezig: J. Reynaert (R.U. Gent), J. de Vos (Guardini, Brussel), T. Mertens (Antwerpen, Ruusbroecgenootschap) en J.D. Janssens (K.U. Brussel).

[Jozef JANSSENS]

Fenomenale Spinoza-prijs

Als enige in de humane wetenschappen ontving Prof. Dr. F. van Oostrom (R.U. Leiden) de prestigieuze Spinoza-prijs voor de verderzetting van zijn grensverleggend wetenschappelijk onderzoek rond Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen. De prijs bedraagt 2.000.000 gulden (ca. 36 miljoen BF!). Bij de uitreiking op 24 oktober hield de gevierde in de Nieuwe Kerk te Den Haag een lezing over Maerlant, Reynaert, Ruusbroec - en de speurtocht naar hun context.

[J.J.]

Lezing over de tweede Reynaert

Marcel Ryssen en Rik van Daele hielden op 1 december 1995 te Hulst een lezing over Reynaerts historie op vraag van de Reynaertstichting. Centraal stond de vertelling van het verhaal dat met Middelnederlandse en moderne fragmenten werd geïllustreerd.