Tijdens het Reynaertweekend vond op zaterdagavond in het Oud-Stationsgebouw te Stekene de derde Herman Heyse-lezing plaats. De lezing, georganiseerd in nagedachtenis van redacteur Herman Heyse, werd gegeven door Dr. Paul Wackers, eminent Reynaerdist, uitgever van Reinardus en een der belangrijkste steunpilaren van de International Reynard Society. Wackers sprak over de Noord- en Zuidnederlandse Reynaertbewerkingen voor de jeugd en kinderen, onder de titel: ‘Van Reynaert is een groot zaet gebleven’. Tijdens dezelfde avond stelde Erwin Verzandvoort de Reynaertdissertatie van Rik van Daele voor.
Pinkstermaandag speelde P. Wackers opnieuw een centrale rol. Hij ontving samen met Wilfried Delforge de erg gegeerde onderscheiding van de ‘Orde van de Vossestaart’. Wilfried Delforge is de eigenaar en bezieler van de Reynaertrozentuin te Belsele. Na zijn uitverkiezing door de Reynaertraad van Rupelmonde brachten vandalen echter zware vernielingen aan in de tuin. Dit laakbaar gedrag inspireerde de kranten tot titels als ‘Reynaert fel vernederd’ en ‘Cuwaert ontvoerd uit Reynaertpark’. Ondertussen laat de Reynaerdofiel de moed niet zakken en vroeg hij beeldhouwer De Smedt een groep met Coppe en Canteclaer te ontwerpen.
In dit nummer vindt de tentoonstellingenliefhebber nieuws over een beperkte, maar interessante Reynaerttentoonstelling in Hulst, en berichten over het Reineke Fuchsmuseum te Linden en een expositie tijdens de bijeenkomst van de International Reynard Society in Düsseldorf van 17-21 juli 1995. In Rupelmonde staat het museum nog steeds in de kelder van de bibliotheek. In de pers verschenen hoopvolle berichten over een nieuw museum. Er werden zelfs bedragen van zes tot acht miljoen Belgische frank genoemd en er zou ook een som vrijgemaakt zijn van 180.000 frank voor een verkennende studie.
Ook opgenomen is het tweede deel van de Reynaertbewerking in fabels van J.-J. Reynaerts, een nieuwe exlibriskroniek, een bespreking van volume 7 van Reinardus, enkele weken voor nummer 8 zal verschijnen. Het portret dat getekend wordt is van Wim de Cock, beeldhouwer, graficus en dichter.
De hoofdbijdragen van deze Tiecelijn zijn een interessante iconografische Reynaertvondst van Erwin Verzandvoort in het werk van de zeventiende-eeuwse Hollandse schilder Paulus Potter en een uitdagend artikel van Jan de Putter over de relatie tussen de Reynaert en het vigerende rechtsstelsel in Vlaanderen. De auteur is ervan overtuigd dat er meer banden zijn tussen de rechtsgang in de realiteit en in het literaire werk (de Reynaert, maar ook Floris ende Blancefloer) dan werd aangenomen. Meteen wordt de methodologisch andere aanpak van historici en literairhistorici opnieuw duidelijk. Het kan de Reynaertstudie alleen maar verdiepen.
Rik van Daele