Reynaert in prent en exlibris
Frank-Ivo van Damme is een duizendpoot. Meestal blootsvoets in sandalen, maar daarom nog geen monnik. Hij is metaforisch een duizendpoot, want hij heeft duizend en één beelden in hand en burijn. Zijn artistiek veld gaat van vrije prenten over illustraties naar een waaier van honderden exlibris in hout- en kopergravure. We beperken ons tot exlibris, maar willen toch even, terloops naar een paar illustraties verwijzen. We vermelden de paginagrote Tijl Uilenspiegels in Vuurwerk voor Vlaanderen, in de reeks Flandria Aeterna van het Ortelius-Boekenfonds (1980, Deurne/Antwerpen). Het is een visualisering van Tyl, Feu Brulant.. van Emmanuel Looten. Er zijn ook de diep doorvoelde illustraties in de Celbrieven (1980, Sint-Niklaas) van Wies Moens, met op de omslag de man die zijn ketenen breekt maar met zijn torso door celtralies is doorboord. Frank-Ivo is door en door Vlaams, maar vooral universeel - hij heeft opdrachtgevers tot in Japan (ook voor de Keltische letterexlibris).
Na zijn talrijke exlibris in houtgravure is hij de laatste jaren overgestapt op de koperplaat. Vele van zijn exlibris zijn nu kopergravures. Nu is hij een groots project aan het uitbouwen, het volledige Keltisch-alfabet uitbeelden in exlibris. Er zijn reeds veertien bladen klaar, waaronder twee met een vossemotief. Na voltooiing zullen de exlibris worden gepubliceerd.
Voor zijn Keltische letters zoekt de kunstenaar inspiratie en documentatie in met miniaturen verluchte publikaties zoals het Book of Kells (Evangelieboek uit het begin van de negende eeuw), het Book of Durham en het Book of Lindisfarne. Voor het afgebeelde exlibris van J. Janssens heeft hij het vlechtwerk gevonden in een Duitse bron. Op het hoogtepunt van zijn bloei bestreek het Keltisch gebied een groot deel van West-Europa. De Keltische letterkunde omvat zowel dichtwerken als proza, die tot stand kwamen vanaf de vierde eeuw in Ierland en Schotland, Cornwall en Bretagne. In hoger vernoemde titels vindt de graficus meer dan 600 bladzijden met het typische vlechtwerk in de miniaturen.
De kunstenaar schrijft: ‘Krankzinnig ingewikkeld en ingenieus. Ook als je al twee, drie jaar erop gestudeerd hebt. Fascinerend en verslavend als een computerspelletje maar dan met een bevruchtend resultaat. Toepassen van voorbeelden en zelf nieuw vlechtwerk ontwerpen. Dagen euforie en meditatie. LSD op zijn zuiverst!’ En verder: ‘Het vlechtwerk heeft als voornaamste regel het ritmische boven-onder zoals echt vlechtwerk en soms betrap je, je collega - over meer dan duizend jaar - op een vergissinkje! Zal hij nooit gedacht hebben!’