In memoriam Andre Stoop (1922-1994)
Op 2 juli werd André Stoop te Sint-Niklaas ten grave gedragen. Hij overleed er, veel te vroeg, op 27 juni na een korte ziekte. Hij zou op 25 oktober 72 geworden zijn. Het afscheid kwam voor zijn vele Reynaertvrienden onverwacht.
André Stoop was een planner en een bouwer, een doordrijver. De mooiste getuige hiervan is het imposante bibliotheekgebouw op het H. Heymanplein in Sint-Niklaas. Van die bibliotheek maakte hij een cultuurtempel waarin lezingen, muziekvoorstellingen en vertelnamiddagen worden georganiseerd. In de eerste plaats was André Stoop een man met visie, een grote persoonlijkheid. Hij was een van de leidinggevende figuren in Vlaanderen bij de uitbouw van het bibliotheekwezen. Van 1974 tot 1992 was hij ondervoorzitter van de Hoge Raad voor de Openbare Bibliotheken.
Reeds in 1946, na een korte onderwijzersloopbaan bij de Broederschool in Sint-Niklaas, werd hij aangesteld als stadsbibliothecaris-archivaris van zijn geboortestad. Terwijl hij werkte aan zijn proefschrift voor de Middelbare Bibliotheekschool te Antwerpen (Proeve van bibliografie der drukkers in de 19e eeuw te Sint-Niklaas) kwam hij tot de conclusie dat veel van het vroegere erfgoed verloren was gegaan en ging hij concreet in op de oproep van Jozef de Wilde om een regionaal documentatiecentrum uit te bouwen. Reeds in 1946 hield hij daarom samen met De Wilde en kunstschilder Jacques Belpaire de Bibliotheca Wasiana boven de doopvont.
André Stoops boeiende bibliotheekcarrière wordt beschreven door M. Tachelet en G. van den Wijngaert in het inleidend artikel van het Liber Amicorum André Stoop 1946-1987 (Sint-Niklaas, 1987, aangeboden naar aanleiding van zijn afscheid als bibliothecaris). Zijn talrijke vrienden en collega's getuigden erin over zijn kwaliteiten en brachten hem terecht hulde. Over zijn Reynaertinitiatieven schreef M. Ryssen reeds in Tiecelijn (1991, p. 64-68).
Laat ik daarom alleen ingaan op Stoops betekenis voor de Reynaertstudie. In de Bibliotheca Wasiana is de Reynaertcollectie wellicht de meest merkwaardige en interessante, die de doelstellingen van de ‘Wasiana’ ver overstijgt. Dit kan de Reynaerdofiel eenvoudig vaststellen door te bladeren in de nieuwe Catalogus Bibliotheca Wasiana (1993), waarmee Stoop als een vader begaan was. Naast talrijke Reynaertlezingen in de schoot van de Wasiana in de jaren 50, organiseerde Stoop in 1955 een eerste grote Reynaerttentoonstelling: Reinaert de vos in het boek en de beeldende kunsten. Deze tentoonstelling was o.a. voor Bert Peleman de vonk om in Rupelmonde een Reynaertmuseum uit te bouwen. Stoop werd om zijn Reynaertverdiensten trouwens ridder in de Rupelmondse Orde van de Vossestaart. Zeventien jaar na de eerste tentoonstelling, in 1972, naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord, organiseerde hij samen met zijn medewerkers opnieuw een Reynaerttentoonstelling met dezelfde titel. De 220 nummers uit 1955 werden er 398 in 1972. Het is nog steeds de meest imposante en breedste Reynaerttentoonstelling die ooit werd georganiseerd. De catalogus van 1972 is en blijft een onmisbaar werkinstrument voor wie zich met de moderne Reynaertnaleving bezig-