Tiecelijn. Jaargang 6
(1993)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reynaert-ex-libris-kroniekAls je 's morgens van De Klinge naar Sint-Gillis rijdt, komt de zon onvergetelijk mooi op boven het daar vlakke Reynaertland. Voorbij de Reynaertbank met de tekst Weet stu waar kriekeputte steet
Cuwaert sprac of ict weet (vs. 2657-2658),
kom je over de nu afgeplatte dijk in het schootsveld van de ‘rode ploert’. De zon staat als een brandende schijf boven de Rode Moerpolder; Kriekeputte staat in brand. Hier zijn we in het domein van de hazen, ze zitten weggedoken in het groen met enkel hun oren als lepels er boven uit, scherp luisterend om bij onraad zigzagsgewijs weg te vluchten. In onze verbeelding kwam Cuwaert de haas van hier tussen het groen van de polder en de berken van Kriekeputte naar het hof van koning Nobel. Om zich uit schrik - hij is de Credolessen nog niet vergeten - voor de troon met trillende oren in het kamp van Reynaert te voegen, en zijn leugenverhaal over Kriekeputte te bevestigen. Of hij het weet dat de Kriekeputte daar ligt! Hij voelt Reynaerts tanden nog in zijn nek branden. Toen geviel het rond die tijd, dat ik daaromtrent die plaatse voorbij kwam en hoorde van verder beider gezang en trok er naartoe in allerhaast. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op het ex-libris voor Willy LampeGa naar voetnoot1 vinden wij de haas ook terug, met zijn leesbrilletje op is hij aan het lezen in een boek van Wilhelm Busch. De iconografische duiding, de betekenis van de afbeelding op een ex-libris, is dikwijls veel rijker dan men na een eerste vluchtige blik zou vermoeden. Voor de meeste verzamelaars van ex-libris en kleingrafiek is de afgebeelde prent louter een ex-libris-parlante (naamuitbeelding). De oplichtende oude petroleumlamp is als heldere blikvanger dominant aanwezig. Ze is nodig als lichtbron om de lezende haas bij te lichten maar moet vooral opvallen als toespeling op de naam; zo legt de kunstenaar met beeldentaal de naam van de opdrachtgever in de prent. Het exlibris is ontworpen voor een Duitse boekenverzamelaar. Voor belezen Duitsers gaat er een tweede lichtje branden. Ze vinden een dubbele toespeling op de naam. De gebrilde haas is ook Lampen (Lampe) der Hase. Hier stappen we de Duitse Reynke de Vos/Reineke Fuchs-traditie binnen. Al vanaf de Lübeckse incunabel Reynke de Vos van 1498, en verder bij Goethes Reineke Fuchs tot op heden is de haas in de Duitse Reynaertverhalen Lampe(n) der Hase. De Lübecker bewerking (1498) van de Reynaert II, in korte paarsgewijze rijmen is vermoedelijk van de boekdrukker Hermann Barkhusen (vgl. Alfred Menzel in het Nachwort in Reineke Fuchs. Leipzig, E. Wunderlich, 1950). Deze in het Platduits berijmde Reynke de Vos kende in Duitsland een grote verspreiding. In 1752 heeft Gottsched een Hoogduitse prozabewerking gebracht. Deze bewerking was ook de bron voor Goethes Reineke Fuchs. De taal van de Platduitse bewerking ligt behoorlijk dicht bij sommige Vlaamse dialecten. Ik denk dat de Vlamingen die geen Duits kennen, de Platduitse bewerking beter zullen begrijpen dan de Hoogduitse vertaling.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En bij W. von Goethe zal dat in hexameters klinken als: Laßt Euch erzählen, wie er so übel an Lampen, dem Hasen,
Gestern tat; hier steht er! der Mann, der keinen verletzte.
Reineke stellte sich fromm und wollt ihn allerlei Weisen
Kürzlich lehren, und was zum Kaplan noch weiter gehöret,
Und sie setzten sich gegeneinander, begannen das Kredo.
Aber Reineke konnte die alten Tücken nicht lassen;
Innerhalb unsers Köninges Fried und freiem Geleite
Hielt er Lampen gefaßt mit seinen Klauen und zerrte
Tückisch den redlichen Mann. Ich kam die Straße gegangen,
Hörte beider Gesang, der, kaum begonnen, schon wieder
Endete. Horchend wundert ich mich, doch als ich hinzukam,
Kannt ich Reineken stracks, er hatte Lampen beim Kragen;
Ja, er hätt ihm gewiß das Leben genommen.
Deze scène (zie afbeelding) is prachtig in beeld gebracht door Ludwig Richter en Wilhelm von Kaulbach. Wie heeft zich op wie geïnspireerd? De hazegroep en de houding van de vos zijn volledig gelijk, zelfs het boek op de voorgrond is bijna gelijk. Kaulbach illustreerde Goethes Reineke Fuchs in 1846. Richter begon zijn illustraties enkele jaren vroeger, vanaf 1840. Maar het is slechts in een latere uitgave dat deze prent bij Richter voor het eerst het licht ziet. Hij heeft dus over Kaulbachs schouders gekeken. Dat zullen er trouwens nadien nog velen doen. W. FELIERS Wilhelm von Kaulbach
Ludwig Richter
|