Reynaert-ex-libris-kroniek
Voor de herfst een zeer mooie Reynaertprent, geëtst door de Limburgse graficus Joris Mommen. Het ex-libris is in 1987 ontworpen en uitgevoerd in een oplage van 100 exemplaren. Deels eenkleurig (zacht bruin-lila) en voor het andere deel veelkleurig. In zachte pasteltinten, de planten op de voorgrond groen, de das donkerbruin en de vos roodbruin. De bruine kleur vloeit terug over naar groen voor de achtergrond. In zwart-wit afdruk gaat veel verloren, daarom een evocatie van de kleuren. Het is een lijnets met veel gebruik van de stippeltechniek. Met de stippeltechniek kon de sfeervolle achtergrond worden opgeroepen.
Over de kunstenaar-ontwerper is in Graphia (nr. 109) een uitvoerige tekst met veel illustraties verschenen. De etsen van Mommen zijn gevoelige poëtische prenten. De kunstenaar verwerkt in zijn prenten zijn grote belangstelling voor flora, fauna en in het bijzonder insekten. Sommige prenten bevatten een hele leefwereld en vragen steeds opnieuw de aandacht. Men kan er steeds wat nieuws in ontdekken. De graficus was tweemaal laureaat van de Driejaarlijkse Prijs voor Schone Kunsten van de Provincie Limburg. Door zijn grote tekenvaardigheid is hij een geboren ex-libris-kunstenaar; de ex-libris-kunst is een onderdeel van de grafische kunst, die sedert 1945 in de belangstelling staat.
Het afgedrukte ex-libris is ontworpen voor de Utrechtse verzamelaar Wim De Bruijn. Wie iets meer van de opdrachtopgever weet, kan veel in de prent terugvinden. Hij draagt de mooie bijnaam ‘De Das’ en gaat graag op reis en ... op reis mag de das de pakjes dragen. De schalkse Reynaert gaat er als een heertje naast en heeft toch weer een slachtoffer, gelukkig nu enkel maar om zijn pakjes te dragen. Vele kunstenaars hebben nogal eens moeite om tekst en naam een harmonieuze plaats te geven. Hier is de naam zeer handig op de wegwijzer aangebracht en het molentje refereert aan de Hollandse afkomst van de opdrachtgever. (Door het intense ruilverkeer gaan de prenten de wereld rond, zo kan de reis van Reynaert ver gaan. Zelfs in Japan hangt werk van hem op tentoonstellingen.)
De achtergrond op de prent is een middeleeuws dorp/stadje, uit de verbeelding opgebouwd maar geïnspireerd door bestaande gebouwen in Bokrijk. Voor de Waaslanders kan de poort ook wel de ingangspoort van Boudelo zijn en is Reynaert op voor hem bekend terrein. Misschien loert de kleine prior Guillelmus (Nonneman: Stekene vóór en rond 1600) wel van achter een raam naar het tafereel. De kunstenaar schrijft dat hij het exlibris heeft willen ontwerpen als een genretafereel. Het is een sfeerweergave rond het thema: ‘Reynaert op Reis’. Hopelijk verlaat hij niet definitief het Land van Reynaert op vlucht voor de schendingen van zijn zoete land, zoals Pallieter zijn Neteland ontvluchtte, lijk de vogels en de wind.
[Willy FELIERS]