Reynaert op de ‘bühne’
Er bestaat zoiets als een afgeleide Reynaertliteratuur. Hiermee bedoelen we niet de hertalingen of bewerkingen van de originele Reynaertmanuscripten, omzettingen van de Roman de renart of van de Ysengrimus, maar wel de literaire produkten die zich baseren op dergelijke bewerkingen en hertalingen.
Zo zijn er talrijke toneel- en poppenspelbewerkingen die zich baseren op de vertalingen van Stijn Streuvels. Zelfs Streuvels verwerkte zijn eigen bewerkingen tot kinderverhalen. Hubert Melis vertaalde zijn eigen wetenschappelijke benadering in een populaire versie. Voor zijn Reynaertspel te Aalst gebruikte Herman Slagmulder de niet-rijmende versvertaling van Rik van Daele en voor de talloze andere toneelbewerkingen grijpen de tekstschrijvers terug op de even talloze produkten in de secundaire Reynaertliteratuur.
Dit fenomeen is niet typisch voor het Nederlandstalige gebied, maar manifesteert zich evenzeer in de andere taalgebieden. Amand Berteloot zond ons een fotokopie uit de ‘Oberhessische Presse’, de lokale Marburger krant, met een verslag van de toneelopvoering Reineke fuchs, een bewerking van Goethes gedicht door Michael Bogdanov.
Het stuk stond gedurende de maanden oktober en november '90 drie maal op de affiche van het Erwin-Piscator-Haus en werd gebracht door het Marburger Schauspiel. Aan de werkfoto's te zien, speelde het stuk in een moderne setting. Het werd een totaalspektakel met taal, pantomime, muziek, zang en choreografie. Dit doet ons op het eerste gezicht denken aan Dear Fox. Ik citeer: ‘... das Besondere ist, dass Bogdanov sich nicht nur dieser unterschiedlichen theatralen Darstellungsmittel bedient hat, im eine vorgegebene Form anzureichern, sondern Sprache, Pantomime, Musik etc. zu einem neuen, eigenständigen Genre zusammengeschmolzen hat.’
Stukken als Reineke fuchs houden het bij de inhoud van het oorspronkelijke werk. Andere bewerkingen gaan echter de verhalen interpreteren en functioneel gebruiken in een totaal nieuwe contekst. Men denke hierbij aan Wolfsklem van Pjeroo Robjee dat teruggaat op Wapenbroeders van Louis Paul Boon, dat op zijn beurt teruggrijpt naar de ‘aloude boeken van Reinaert en Isengrimus’.
Een toneelgebeuren dat in deze lijn ligt, staat op stapel bij het toneelgezelschap ‘De Vlasbloem’ van Nieuwkerken (Waas). Jef Mellemans creëert daar De rode vos. In die ‘rode vos’ onderzoekt Mellemans wat er is gebeurd gedurende de drie dagen die aan de dood van Ceausescu voorafgingen. Waarom kreeg de dictator geen eerlijk proces? Waarom werd de voorzitter van de uitzonderingsrechtbank geliquideerd? Had Ceausescu een kans om het er levend af te brengen?